4
Tijdens de rit
4.7.3
46
Functie
Toets
Opgeslagen ni-
veau opzoeken
of
Kort indrukken
Noodstop
1 x indrukken (tij-
dens doorlopen
van functies)
2 x indrukken
Systeem uitscha-
kelen
1 x indrukken
Servicemodus in-/
uitschakelen
Kort indrukken
(voertuig gepar-
keerd, maar con-
tact nog
ingeschakeld)
Nogmaals indruk-
ken
Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Luchtvering voor- en achteras
Wanneer het niveau van het voertuig wordt gewijzigd of wanneer het
voertuig niet op rijniveau is ingesteld, de grenssnelheid niet over-
schrijden. Pas wanneer het voertuig op rijniveau is ingesteld, mag met
hogere snelheid worden gereden.
De verschillende functies van de luchtvering kunnen via de toetsen van de
afstandsbediening handmatig worden ingesteld.
Wanneer het voertuig stilstaat, zijn de toetsfuncties alleen beschikbaar als
het contact ingeschakeld is. Tijdens de rit zijn de toetsfuncties alleen tot
een bepaalde grenssnelheid beschikbaar.
Wanneer de grenssnelheid wordt overschreden, wordt het rijniveau auto-
matisch aangestuurd.
Indicatie
Betekenis
Toets knippert
Niveau wordt in-
gesteld
Toets brandt
Niveau bereikt
-
Alle functies wor-
den onmiddellijk
onderbroken
-
Systeem wordt
weer geactiveerd
Toets brandt
Systeem uitge-
schakeld
Toets brandt
Servicemodus in-
geschakeld
Toets gaat uit
Servicemodus uit-
geschakeld
T-Modell - 13/14 - Ausgabe 08/13 - 2354664 - BUE-0006-14NL