12.6.3
12.7
12.8
T-Modell - 13/14 - Ausgabe 08/13 - 2354664 - BUE-0006-14NL
Verwarmingsinstallatie ontluchten
Afb. 265 Ontluchtingsventiel warmwa-
terverwarming
De ontluchtingsventielen zijn bij de verwarmingen ingebouwd.
Warmwaterverwarming uitschakelen en laten afkoelen.
Het ontluchtingsventiel (Afb. 265,1) openen en open laten tot er geen lucht
meer ontsnapt.
Het ontluchtingsventiel sluiten.
Deze procedure bij alle ontluchtingsventielen herhalen.
Controleren of de warmwaterverwarming warm wordt.
Standverwarming
De standverwarming minstens een keer per maand, bij koude motor en
laagste ventilatorstand, gedurende 10 minuten in gebruik nemen.
Voor begin van de verwarmingsperiode de standverwarming door een geau-
toriseerde werkplaats laten nakijken.
Vervangen van gloeilampen, buiten
Gloeilampen en lamphouders kunnen erg warm worden. Daarom voor
het vervangen van gloeilampen de lamp laten afkoelen.
Gloeilampen ontoegankelijk voor kinderen bewaren.
Geen gloeilamp gebruiken die is gevallen of die krassen heeft in het
glas. De gloeilamp zou kunnen springen.
Een nieuwe gloeilamp niet vastpakken met de vingers. Om de nieuwe
gloeilamp in te zetten een stoffen doek gebruiken.
Gloeilampen alleen door lampen van hetzelfde type en het juiste vermogen
gebruiken (zie sectie 12.8.4 "Gloeilamptypen voor buitenverlichting").
Wanneer LED's in lampen defect zijn, een officiële dealer of een service-
punt opzoeken.
12
Onderhoud
225