Algemeen onderhoud
Aandrijfriem
De aandrijfriem behoeft weinig onderhoud en werkt rustig
met minimale rek. Houd stof, vet, olie en vuil van de riem
en tandriemwielen. De spanning van de aandrijfriem moet
volgens de in het Onderhoudsschema aangegeven
intervallen worden gecontroleerd en aangepast. Ga voor
informatie over onderhoud naar het onderhoudsschema
op pagina 6.2.
Reinig de riem met milde zeep en water wanneer u uw
motorfiets wast. Droog met een handdoek en controleer op
het volgende:
• Sneetjes of ongewone slijtagepatronen.
• Beschadiging in het midden van de riem.
• Afschuining van de buitenrand. Een beetje afschuining
is normaal maar duidt op slecht uitgelijnde
tandriemwielen.
• Geribbelde buitenoppervlak op tekenen van steenslag.
• Binnenzijde (tandgedeelte) van de riem op
blootgelegde getrokken draden, die normaal gesproken
door een nylonlaag en polyethyleenlaag zijn bedekt.
Hierdoor zal de riem het begeven en dit duidt op
versleten tanden van de tandwielriem.
• Tekenen van perforatie of barsten aan de basis van
de riemtanden.
In alle bovenstaande gevallen moet de riem worden
vervangen.
6.16
Spanning aandrijfriem controleren
De juiste riemspanning is essentieel voor de optimale
werking van het aandrijfsysteem.
Te weinig riemspanning kan "overspringen" tot gevolg
hebben. De tanden van de riem schuiven over de tanden
van de achterste tandwielriem. Dit veroorzaakt een
onaangenaam geluid; het overspringen kan ook schade
veroorzaken aan de trekvaste koolstof strengen. Als er
sprake van overspringen is, moet u de riem vervangen
voordat u weer gaat rijden.
Te veel spanning kan de slijtage van uw aandrijfsysteem
vergroten en het systeem kan slepen.
De spanning van de aandrijfriem kan worden gecontroleerd
aan de hand van een spanningstester of via de Gates®
Carbon Drive™ smartphoneapplicatie.