Parkeerrem
Als uw motorfiets is uitgerust met een parkeerrem, moet
deze voorkomen dat het achterwiel gaat rollen wanneer de
hendel (die zich op het stuur bevindt) in de ON-positie
staat. Als het achterwiel kan rollen wanneer de parkeerrem
is ingeschakeld, moet deze als volgt worden afgesteld.
Parkeerrem afstellen
1. Zet uw motorvoertuig op een verhoging met het
achterwiel op de grond.
2. Zet de parkeerremhendel in de OFF-positie.
Algemeen onderhoud
3. Steek een schroevendraaier in de gleuf aan het uiteinde
van de kabel (A) om te voorkomen dat deze gaat draaien.
4. Draai de stelmoer (B) tijdens het draaien van het wiel
geleidelijk aan totdat u de rem voelt slepen.
LET OP: Trek de parkeerremkabel niet te strak aan omdat
dit kan leiden tot voortijdige remslijtage.
5. Zet de parkeerremhendel in de ON-positie en OFF-positie
om de afstelling te controleren. Met de hendel
ingeschakeld moet u het achterwiel niet kunnen draaien.
6. Stel de parkeerrem indien nodig opnieuw af.
7. Haal uw motorfiets van de standaard.
6.13