Probleemoplossing
Warme weersomstandigheden
Het berijden van de motorfiets bij hoge temperaturen moet
in principe geen merkbare veranderingen in het rendement
veroorzaken. Het AMS laat echter geen gebruik van de
motorfiets en de gerelateerde ontlading van het
accupakket toe bij temperaturen boven de 60 °C (140 °F),
zoals door het accupakket gemeten.
Bij warme temperaturen boven 43 °C (109 °F) reduceert
de lader zijn laadstroom het accupakket, waardoor de
laadtijd dienovereenkomstig toeneemt. Hoe warmer de
omgevingstemperatuur, hoe groter het effect. Het AMS
laat geen laden toe als de temperatuur van het accupakket
boven de 50 °C (122 °F) komt te liggen.
Let op: Het opslaan van de motorfiets of de accu in direct
zonlicht bij een omgevingstemperatuur van meer dan
35 °C (95 °F) kan leiden tot een versnelde, permanente
achteruitgang van de prestaties van het accupakket,
en wordt daarom niet aanbevolen.
7.16
Veiligheidsblokkeringen
Als het AMS een ernstige interne fout detecteert, kan het
een van de volgende of beide handelingen verrichten om
schade aan het accupakket te voorkomen:
• Gashendel uitschakelen. Het AMS schakelt de
gashendel uit als het accupakket leeg is of als het AMS
ernstige interne problemen detecteert. U kunt de
motorfiets niet berijden totdat het probleem is opgelost.
• Lader uitschakelen. Het AMS voorkomt het laden als
het bepaalde ernstige interne problemen detecteert,
zelfs als het accupakket op een lader is aangesloten en
op het lichtnet is aangesloten. Het accupakket kan niet
worden geladen totdat het probleem is verholpen.