Bediening en onderdelen
A. Schakelaar grootlicht/dimlicht
Wanneer de schakelaar wordt ingedrukt,
verandert de verlichting van dimlicht in
grootlicht. Hij blijft in de geselecteerde
positie totdat de schakelaar weer wordt
teruggezet. In de grootlichtpositie brandt de
grootlichtindicator op het onderste deel
van dashboard.
B. Flash-to-pass
Druk wanneer de koplamp in de dimlichtpositie staat
op de flash-to-pass schakelaar zodat groot licht wordt
ontstoken. Dit blijft branden totdat u de schakelaar
weer los laat. Als u hem los laat, gaat deze schakelaar
automatisch terug naar de dimlichtpositie. De
grootlichtindicator brandt ook.
C. Voorremhendel
De voorremhendel bedient de voorrem wanneer de
hendel wordt ingedrukt. Wanneer u remt, moet de
gashendel in gesloten positie staan. Ook het remlicht
gaat branden.
3.18
D. Gasbediening
Draai de gashendel rechtsom (A) om de motor in te
schakelen en start de motorfiets in voorwaartse richting.
Laat de gashendel los en deze klikt terug naar de
gesloten positie (B), waardoor de motor spanningsloos
wordt en het regeneratief remmen begint.
Wanneer de motorfiets beweegt en de gashendel zich
in volledig gesloten positie bevindt, wordt de functie
regeneratief remmen geactiveerd. Regeneratief
remmen neemt een deel van de energie van de
bewegende motorfiets en zet deze om in elektrische
energie. Deze energie wordt vervolgens in het
accupakket opgeslagen en draagt zo bij aan een
betere energie-efficiëntie. Er wordt een lichte trek
gevoeld wanneer het regeneratief remmen wordt
geactiveerd. Als u wilt uitrollen zonder regeneratief
remmen, houdt u de gashendel net iets open zodat
deze niet in de volledig gesloten positie bevindt.