Veervoorspanning afstellen
De veervoorspanning wordt afgesteld door de 19 mm
geanodiseerde zeskantmoer (B), die zich boven op de
voorvork bevindt, te draaien.
Let op: Bij het afstellen van de veervoorspanning moet
altijd worden uitgegaan van de minimale afstelling en moet
elke vorkpoot gelijkmatig worden afgesteld.
• Door de stelmoer rechtsom te draaien wordt de
veervoorspanning verhoogd en wordt de doorzakking
van de voorvering verlaagd.
• Door de stelmoer linksom te draaien wordt de
veervoorspanning verlaagd en wordt de doorzakking
van de voorvering verhoogd.
Rebounddemping
De rebounddemping wordt afgesteld door de stelschroef
(A) aan de bovenzijde van beide vorkpoten te draaien.
Naast de stelschroef staan de letters "H" voor Hard (MAX,
hetgeen is voor langzamere rebound) en "S" voor Soft
(MIN, hetgeen is voor snellere rebound). Dit bepaalt hoe
snel de voorvork na het comprimeren terugkeert naar zijn
verlengde positie.
• Door de stelschroef rechtsom te draaien, wordt de
reboundsnelheid verlaagd, waardoor deze beter
geschikt is voor heuvelachtig terrein of voor hobbels.
• Door de stelschroef linksom te draaien, wordt de
reboundsnelheid verhoogd, waardoor deze beter
geschikt is voor kleinere, meer frequente hobbels.
Pas elke vorkpoot gelijk aan.
LET OP: De stelschroeven mogen nooit helemaal volledig
op "Soft" of "Hard" worden afgesteld, zorg ervoor dat er
altijd één klik in beide richtingen mogelijk is.
Algemene bediening
4.11