E. Motorstopschakelaar
Wanneer de bovenkant van de schakelaar (A)
wordt ingedrukt, wordt de stroomtoevoer naar de
motorregelaar onderbroken. De motorbesturing blijft in
deze staat totdat het onderste deel van de schakelaar
(B) wordt ingedrukt. De schakelaar schakelt niet alle
elektrische circuits uit, alleen de werking van de motor.
ZOM0384
F. Modusknop prestatieniveau
Zie "Modusknop prestatieniveau", op pagina 3.20.
G. Alarmlichtenschakelaar
Wanneer de bovenkant van de schakelaar wordt
ingedrukt, knipperen de richtingaanwijzers om andere
bestuurders te waarschuwen voor situaties waarin
ze moeten stoppen of parkeren in noodsituaties.
Wanneer de onderkant van de schakelaar wordt
ingedrukt, wordt het waarschuwingscircuit
uitgeschakeld.
A
B
Bediening en onderdelen
H. Richtingaanwijzerschakelaar
Wanneer de richtingaanwijzerschakelaar in
de linker of rechter positie wordt gedrukt,
knipperen de bijbehorende richtingaanwijzers
aan de voorkant en achterkant. Wanneer de
richtingaanwijzerschakelaar is ingeschakeld, brandt de
bijbehorende richtingaanwijzerindicator op het onderste
deel van het dashboard.
Geef het zoals de wet het voorschrijft altijd aan als u
afslaat of andere manoeuvres uitvoert. In tegenstelling
tot een auto moeten de richtingaanwijzers op de
motorfiets altijd handmatig worden geannuleerd.
Druk de schakelaar in en hij keert terug naar het
midden of de OFF-positie.
I. Claxonknop
Als de sleutel in de ON-positie staat, klinkt de claxon
(A) als de knop wordt ingedrukt. Elektrische
voertuigen lopen zacht; de claxon kan worden
gebruikt om voetgangers of andere motorrijders
over uw aanwezigheid te waarschuwen.
3.19