Blokkering gashendel uitschakelen
Het AMS communiceert met de hoofdmodule voor regeling
van de motorfiets. Het AMS kan een signaal naar de
hoofdcontroller van de motorfiets zenden met het verzoek
dat de regeling van de gashendel op de motorfiets wordt
uitgeschakeld. Wanneer de regeling voor de gashendel is
uitgeschakeld, voorziet de motor het achterwiel niet van
vermogen en kan de motorfiets niet worden bereden.
Als de gashendel tijdens het rijden wordt uitgeschakeld,
stopt de motorfiets met het voorzien in vermogen en moet
de motorrijder op een veilige locatie stoppen.
Alle omstandigheden die ertoe zouden leiden dat het AMS
de gashendel zou uitschakelen, worden ook gesignaleerd
door een flitscodepatroon bij de zelftest. Als u vermoedt
dat het AMS de gashendel op uw motorfiets heeft
uitgeschakeld, zet u het contactslot in de OFF-stand,
wacht u 5 seconden en zet het contactslot in de ON-positie
om de zelftestmodus in te schakelen. Het flitscodepatroon
van het AMS meldt een van de storingscondities die ervoor
zorgen dat het AMS de gashendel uitschakelt.
Elk van deze voorwaarden, het bijbehorende patroon van
de zelftestflitscode en de voorgestelde oplossingen
worden besproken in "Flitscodepatronen van het AMS
begrijpen (laadmodus)", op pagina 7.11.
• Accupakket leeg
• Te warm
• Accupakket ongebalanceerd
Blokkering lader uitschakelen
Wanneer de lader op de AC-stroomvoorziening is
aangesloten, communiceert het AMS met de lader. Het
AMS kan een signaal naar de lader zenden met het
verzoek dat het laden onmiddellijk wordt beëindigd.
Wanneer de lader is uitgeschakeld, geven de
indicatielampjes op de lader aan dat het laden is gestopt.
Er zijn twee voorwaarden die ervoor zorgen dat het AMS
het laden uitschakelt:
1. Te warm
Het AMS detecteert een interne temperatuur van het
accupakket boven de 50 °C (122 °F).
2. Te koud
Het AMS detecteert een temperatuur van het interne
accupakket onder 0 °C (32 °F).
Probleemoplossing
7.17