Markering
Gebruik een vaste spotmarkering om een temperatuur weer te geven voordat u een beeld
opslaat.
Om een markering in te stellen, selecteert u
wordt op het display weergegeven.
De positie van de markering wijzigen:
1. Sleep de markering of druk op
verplaatsen.
s
2. Druk op
Spotkader
Gebruik de functie Spotkader om een temperatuurmetingszone (kader) in te stellen die op het
object is gericht en om de afmetingen of positie van het kader aan te passen. Het kader wordt
vergroot of verkleind naar verschillende niveaus binnen het infraroodbeeld. Het kader laat een
geschat maximum (MAX.), gemiddelde (GEM.) en minimum (MIN.) zien voor de
temperatuurmeting in dat gebied.
Bij gebruik van Spotkader worden het niveau en meetbereik van de Imager aangepast
aan de thermische scène binnen het spotkader.
Om een spotkader in te stellen, selecteert u
Er wordt een wit vak op het display weergegeven.
De afmeting en positie van een kader wijzigen:
1. Druk indien nodig op
;
wordt op het display weergegeven.
2. Sleep
om de afmetingen van het spotkader te vergroten of verkleinen.
Of,
Druk op:
W
•
om de verticale grootte te verkleinen.
X
•
om de verticale grootte te vergroten.
Y
•
om de horizontale grootte te verkleinen.
Z
•
om de horizontale grootte te vergroten.
W
om de wijziging te bevestigen en het menu af te sluiten.
a
om Afmeting te selecteren.
m
> Markeringen > Aan. De markering (
X
Y
Z
/
/
/
Opmerking
m
> Spotkader > Aan.
a
schakelt tussen Afmeting en Positie.
Thermal Imager
om de markering op het beeld te
Menu Palet
+)
15