Met de knoppen "INC." resp. "DEC." kan een ander accuprogramma geselecteerd worden; met de knop
"BATT./STOP" komt u terug in het hoofdmenu.
• Als de waarde voor de laadstroom moet worden veranderd, drukt u op de knop "ENTER/START". De laadstroom
knippert. Verander de laadstroom met de knoppen "INC." en "DEC.". Voor het snel instellen houd u de desbetref-
fende knop langer ingedrukt.
• Bevestig de ingestelde laadstroom met de knop "ENTER/START".
De maximaal mogelijke laadstroom is afhankelijk van het accutype, het aantal cellen alsook het max.
laadvermogen van de lader.
• Om het laadproces te starten, houdt u de knop "ENTER/START" langer
ingedrukt (ca. 3 seconden).
De lader controleert nu de aangesloten accu.
Indien de instellingen verkeerd zijn resp. de lader een fout vaststelt, dan klinkt een waarschuwingssignaal
en wordt de betreffende informatie op het display weergegeven. Met de knop "BATT./STOP" beëindigt u
het waarschuwingssignaal waarna de lader terugkeert naar het voorafgaande instelmenu.
• Het display geeft tijdens het laadproces bijvoorbeeld de volgende gegevens weer:
Linksboven wordt het accutype weergegeven ("NiMH" = NiMH-accu), boven
in het midden de laadstroom en rechtsboven de actuele accuspanning.
Links beneden staat het actuele accuprogramma ("CHG" = "CHARGE"), in
het midden de verstreken laadtijd en rechts daarnaast de geladen capaciteit
in mAh.
• Als het laadproces is voltooid, klinkt een geluidssignaal (mits deze optie niet is uitgeschakeld).
Indien u het laadproces wilt onderbreken, drukt u op de knop "BATT./STOP".
c) Automatische laadmodus ("Auto CHARGE")
Bij de automatische modus controleert de lader de toestand van de accu (bijv.
de binnenweerstand) en berekent daaruit de laadstroom. U moet een boven-
grens voor de laadstroom instellen, zodat de accu niet beschadigd raakt door
een te hoge laadstroom.
Afhankelijk van de accu en de interne weerstand kunnen in het accuprogramma "Auto CHARGE" eventueel kortere
laadtijden worden bereikt dan bij het accuprogramma "CHARGE" (hoofdstuk 12. b).
Ga voor de instelling resp. bediening te werk zoals bij het accuprogramma "CHARGE" (hoofdstuk 12. b).
Het enige verschil is dat niet de daadwerkelijke laadstroom wordt ingesteld, maar de grenswaarde voor de
maximale laadstroom, die de lader niet mag overschrijden.
26
BATTERY CHECK
................
NiMH 2,0A
CHG 022:45 00690
NIMH Auto CHARGE
CURRENT
7,42V
5,0A