14
Tijdelijke
buitenbedrijfstelling
Indien de verwarmingsinstallatie gedurende een
langere periode niet wordt gebruikt (bij. door
vakantie), mag deze toch niet geheel worden uit-
geschakeld!
n
Gedurende de tijdelijke buitenbedrijfstelling
moet de installatie in de modus „Start-
klaar" worden gezet.
n
Voor de duur van de afwezigheid kunnen ver-
warmingstijden worden ingeprogrammeerd.
n
Als de buitenbedrijfstelling weer beëindigd
wordt, moet de vorige bedrijfsmodus weer
worden hersteld.
n
Het wijzigen van de bedrijfsmodus wordt in het
warmtepompmanager-handboek in het betref-
fende hoofdstuk beschreven.
AANWIJZING!
In de bedrijfsmodus „Startklaar" staat de warm-
tepomp standby. Alleen de antivriesfunctie van
de hele installatie wordt geactiveerd.
77