REMKO-serie WFK
Condensaataansluiting
Door de dauwpuntonderschrijding bij de lamellen-
condensor, ontstaat er tijdens verwarmingsbedrijf
condens.
Onder het apparaat moet een condensopvangbak
worden gemonteerd die het condenswater kan
afvoeren.
n
De in het gebouw gemonteerde condensleiding
moet gelegd worden met een verval van min. 2
%. Monteer eventueel dampdiffusiedichte iso-
latie.
Bij bedrijf van het apparaat bij een buitentem-
n
peratuur van minder dan 4 °C, moet worden
gezorgd voor een vorstvrije plaatsing van de
condensleiding. Daarnaast moeten de onder-
zijde van de bekleding van de behuizing en de
condensopvangbak vorstvrij worden gehouden,
om een doorlopende afvoer van condens te
waarborgen. Monteer eventueel een lintverwar-
ming langs de leiding.
n
Na het leggen controleren op een vrije afvoer
van het condens en zorgen voor een perma-
nente lekdichtheid.
62
Gewaarborgde afvoer bij lekkages
Met de REMKO olieafscheider OA 2.2 wordt vol-
daan aan de hieronder opgegeven eisen van de
lokale voorschriften en wetgeving.
AANWIJZING!
Bij aansluiting van een externe afvoer op de
olieseparator moet deze vorstvrij worden
gehouden.