REMKO-serie WFK
Koeling via een parallell bufferreservoir als
systeemgrens
Als het systeem wordt gebruikt met een parallel
bufferreservoir, dat als systeemgrens tot het ver-
bruikerscircuit fungeert, hoeft er geen afstandsbe-
diening in de woonruimte te worden gemonteerd
als de regeling van het verbruikte koelcircuit mid-
dels een externe regelaar wordt gebruikt.
AANWIJZING!
Minimaal watervolume
Mocht het bij de klant aanwezige installatie-/
watervolume in het koelcircuit kleiner dan een
koelvermogen van 5L/kW zijn, dan wordt een
extra bufferreservoir als volumevergroting aan-
bevolen. Dit kan als seriebuffer in de terugloop
of als hydraulische wissel geïntegreerd worden.
Hiervoor kan het bufferreservoir uit de serie
KPS van REMKO geleverd worden.
De watertemperatuur in de pijpleidingen wordt
door de regelaar boven de berekende dauw-
punttemperatuur gehouden om condensatie op
de vrij gelegen alsook de onder het pleisterwerk
verborgen gelegen pijpleidingen te vermijden.
Totale koelvermogen in
kW
tot 50 kW
De volgende tabel toont het toegestane zuurstofgehalte in relatie tot het zoutgehalte.
Richtwaarden voor het verwarmingswater volgens VDI 2035 blad 2
Elektrische
geleidbaarheid bij 25°C
Zuurstofgehalte
pH-waarde bij 25°C
*) Bij aluminium en aluminiumlegeringen is het pH-waarde bereik beperkt: de pH-waarde bij 25 °C is 8,2-8,5
(max. 9,0 voor aluminium-legeringen)
68
Totale hardheid [°dH] afhankelijk van het specifieke installatievolume
< 20 l/kW
£ 16,8 °dH
μS/cm
mg/l
8
Corrosiebescherming
Als zich op de metalen materialen van een verwar-
mingsinstallatie corrosie vormt, speelt zuurstof een
rol. Ook de pH-waarde en het zoutgehalte zijn
hierbij van belang. Wie als installateur zijn klanten
een warmwater-verwarmingsinstallatie wil bieden
die niet aan zuurstofcorrosie blootstaat - zonder
hiervoor chemicaliën te gebruiken - moet op de
volgende punten letten:
n
Correcte systeemconfiguratie door de verwar-
mingsbouwer / ontwerper en
n
Al naar gelang de geïnstalleerde materialen:
Vul de verwarmingsinstallatie met onthard
zacht water of volledig ontzilt gedeminerali-
seerd water, controleer de pH-waarde na
8 tot 12 weken.
De VDI 2035 geldt voor de hieronder weergegeven
installatietypes. Als de richtwaarden betreffende
het vulwater, suppletiewater en het watersysteem
worden overschreden, moet een waterbehandeling
worden uitgevoerd.
Toepassingsbereik van de VDI 2035:
n
Drinkwaterverwarmingsinstallaties volgens
DIN 4753 (alleen blad 1)
n
Warmwaterverwarmingsinstallaties volgens
DIN EN 12828 binnen een gebouw tot een
aanvoertemperatuur van 100 °C
n
Installaties die gebouwen voorzien en waarvan
het suppletiewatervolume tijdens de levens-
duur ten hoogste het tweevoudige van het vul-
watervolume bedraagt
De vereisten van de VDI 2035 blad 1 ten aanzien
van de totale hardheid vindt u in de volgende tabel.
³ 20 l/kW en <50 l/kW
£ 11,2 °dH
zoutarm
< 100
< 0,1
8,2 - 10,0 *)
³ 50 l/kW
£ 0,11 °dH
zouthoudend
100-1500
< 0,02