12.1
Reinigen
Reinigen met hogedrukreiniger/stoomstraal
ZA-M BAG0057.5 12.13
•
Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangen bijzonder zorg-
vuldig!
•
Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangen nooit met benzi-
ne, benzeen, petroleum of minerale oliën.
•
Smeer de machine na het reinigen, vooral na het reinigen met
een hogedrukreiniger/stoomstraal of vetoplosbare middelen.
•
Neem de wettelijke voorschriften voor het gebruiken en oprui-
men van reinigingsmiddelen in acht.
•
U dient de volgende aanwijzingen bij het reinigen met een ho-
gedrukreiniger/stoomstraal beslist op te volgen:
ο
Reinig geen elektrische onderdelen.
ο
Reinig geen verchroomde onderdelen.
ο
Richt de straal van de hogedrukreiniger of de stoomstraal
nooit rechtstreeks op smeerpunten en lagers.
ο
Houd altijd een afstand van minimaal 300 mm tussen ho-
gedrukreiniger/stoomstraal en machine aan.
ο
Neem de veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van ho-
gedrukreinigers in acht.
•
Maak de machine na gebruik schoon met een normale water-
straal (geoliede apparaten alleen op wasplaatsen met olieaf-
scheiders).
•
Uitstroomopeningen en schuiven zorgvuldig reinigen.
•
Verwijder vastgekoekte kunstmest van de strooischijven en de
strooiplaten.
•
Behandel de droge machine met een corrosiewerend middel.
(Gebruik alleen biologisch afbreekbare middelen.)
•
Zet de machine met geopende schuiven weg.
Reinigen, service en onderhoud
113