Veiligheid bij defibrillatie
LET OP!
• Meldingen en waarschuwingen van andere toepassingen van derden op het mobiele apparatuur
kunnen het onderzoek verstoren.
Aanduiding
klasse
CISPR 11 Group
1 Class A
CISPR 11 Group
1 Class B
Veiligheid bij defibrillatie
WAARSCHUWINGEN!
• Voordat een hoogspanningspuls voor defibrillatie wordt toegepast op de patiënt, moeten alle in
contact met de patiënt komende apparaten die niet als defibrillatiebestendig zijn aangemerkt
worden verwijderd.
• Sondehoezen bieden geen bescherming tegen defibrillatie.
Bescherming van de apparatuur
LET OP!
• Buig en verdraai de sondekabel niet overmatig. Onderzoek de sonde altijd vóór en na reiniging,
desinfectie of gebruik. Controleer het lensvlak, de kabel, de behuizing, de naden en de
verbindingskabel op tekenen van schade, zoals barsten, deuken, schuurplekken en lekken.
Om elektrische risico's te voorkomen mag de sonde niet worden gebruikt als er maar het
minste teken van schade is. Dompel de sonde niet onder in water of vloeistof tot voorbij het
gespecificeerde niveau.
• Om de kans op inwendige condensvorming en mogelijke schade te vermijden mag
het apparaat niet worden opgeslagen buiten de voor het gebruik gespecificeerde
omgevingsomstandigheden.
• Onjuist onderhoud kan ertoe leiden dat Butterfly iQ/ iQ+ niet meer werkt. Onderhoud de
apparatuur uitsluitend volgens de instructies in het hoofdstuk over onderhoud.
• De Butterfly iQ/ iQ+ en de bijbehorende accessoires mogen niet worden gesteriliseerd of in een
autoclaaf worden verwerkt.
Veiligheidsinformatie
Butterfly
Butterfly
iQ
iQ+
Apparaten in deze klasse zijn geschikt voor gebruik in
industriële zones en ziekenhuizen. Als deze apparatuur in een
woonomgeving wordt gebruikt (waarvoor normaliter CISPR 11
klasse B vereist is), biedt deze apparatuur mogelijk geen
✓
✓
afdoende bescherming voor op radiofrequenties opererende
communicatiediensten. Mogelijk moet de gebruiker corrigerende
maatregelen treffen, zoals het verplaatsen of draaien van de
apparatuur.
Apparaten in deze klasse zijn geschikt voor gebruik
in een woonomgeving. Als het apparaat niet aan deze
classificatie voldoet, biedt de apparatuur mogelijk geen
✓
-
afdoende bescherming voor op radiofrequenties opererende
communicatiediensten en moet de gebruiker mogelijk
corrigerende maatregelen treffen, zoals het verplaatsen of draaien
van de apparatuur.
Notities
14