Elektrische veiligheid
Elektrische veiligheid
WAARSCHUWINGEN!
• Onderzoek de sonde nauwlettend vóór het gebruik. Onderzoek de sonde altijd voor en na
reiniging, desinfectie of gebruik. Controleer het lensvlak, de kabel, de behuizing, de naden en
de verbindingskabel op tekenen van schade, zoals barsten, deuken, schuurplekken en lekken.
Om elektrische risico's te voorkomen mag de sonde niet worden gebruikt als er maar het minste
teken van schade is. Controleer voor Butterfly iQ+-sondes of de kabel volledig geïnstalleerd is.
• Door vallen kan de sonde worden beschadigd. Onderzoek de sonde altijd vóór en na reiniging,
desinfectie of gebruik. Controleer het lensvlak, de kabel, de behuizing, de naden en de
verbindingskabel op tekenen van schade, zoals barsten, deuken, schuurplekken en lekken. Om
elektrische risico's te voorkomen mag de sonde niet worden gebruikt als er maar het minste
teken van schade is.
• Voldoe aan IEC 60601-1 wanneer u naast het echografieapparaat andere apparatuur gebruikt.
• Het gebruik van andere dan de door de fabrikant van deze apparatuur gespecificeerde
of geleverde accessoires, sondes en kabels kan leiden tot verhoogde elektromagnetische
emissies en verlaagde elektromagnetische immuniteit van deze apparatuur en tot een onjuiste
werking.
• Gebruik van deze apparatuur direct naast, op of onder andere apparatuur moet worden
vermeden, want dit kan leiden tot een onjuiste werking. Als een dergelijk gebruik onvermijdelijk
is, moet deze apparatuur en de andere apparatuur worden geobserveerd om te controleren of
ze normaal werken.
• De patiënt of gebruiker kan een elektrische schok oplopen als de spanningswaarden van IEC
60601-1 voor met de patiënt in aanraking komende onderdelen worden overschreden.
• De sonde is ontworpen om afgedicht te blijven. Probeer de sonde niet te openen en probeer
niet in te grijpen in de inwendige onderdelen van het apparaat, met inbegrip van de batterij. Dit
kan leiden tot letsel bij de patiënt of gebruiker.
• De kabel van de Butterfly iQ is niet ontworpen om verwijderd te worden door de gebruiker. De
kabel van de Butterfly iQ+ is ontworpen om verwijderd te worden door de gebruiker, maar de
gebruiker dient te controleren of de kabel volledig geïnstalleerd is om er zeker van te zijn dat de
sonde beschermd is tegen de externe omgeving.
• Dompel de sonde niet onder tot voorbij het gespecificeerde niveau. Onderdompeling tot voorbij
het gespecificeerde niveau kan leiden tot een elektrische schok.
WAARSCHUWINGEN!
• Draagbare RF-communicatieapparatuur (waaronder randapparatuur zoals antennekabels en
externe antennes) mag niet worden gebruikt op een afstand kleiner dan 30 cm vanaf welk
onderdeel van Butterfly iQ/ iQ+ dan ook, met inbegrip van door de fabrikant gespecificeerde
kabels. Anders kunnen de prestaties van deze apparatuur worden aangetast.
Veiligheidsinformatie
13