5.
Bediening
5.1
Bedieningselementen van het apparaat
5 =
POWER LED
Brandt wanneer het apparaat met de
hoofdschakelaar is ingeschakeld.
6 =
SET
Geeft de ingestelde gewenste tempe-
ratuur aan.
7 =
Toets temperatuur verlagen.
8 =
Toets temperatuur verhogen.
9 =
RUN/STOP
Apparaat in- of uitschakelen.
10 =
Display
5.2
Apparaat inschakelen
• Het apparaat met de hoofdschakelaar, links aan de achterzijde van het apparaat
inschakelen.
• De groene LED POWER op het voorpaneel gaat branden.
12
5
6
7
8
Gebruiksaanwijzing V 3.4 RevI – 09/2018
10
9
Afb. 7
(afb.
6, 3),