Gebruikershandleiding voor 5330/5340 IP-telefoons
U belt als volgt een alarmnummer via de LIM-lijn:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op de toets voor de Analoge lijn die u hebt geprogrammeerd.
Op het toestel verschijnt de melding ANALOG CALL (ANALOGE OPROEP)
3. Kies het lokale alarmnummer.
Wanneer er geen IP-verbinding kan worden gemaakt, belt u als volgt een alarmnummer
via de LIM-lijn:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Druk op de toets voor de Analoge lijn die u hebt geprogrammeerd.
Op het toestel verschijnt de melding IP FAIL: ANALOG CALL (IP-FOUT: ANALOGE
OPROEP).
3. Kies het lokale alarmnummer.
ALARMNUMMER BELLEN WANNEER ROUTING VAN NOODOPROEPEN WEL IS
GEPROGRAMMEERD
Opmerking: Deze procedure geldt als aanvulling op de methoden die hiervoor zijn
beschreven.
U belt als volgt een alarmnummer als routing van noodoproepen wel is
geprogrammeerd:
1. Neem de hoorn van de haak.
2. Kies het lokale alarmnummer (112 of vergelijkbaar nummer).
Raadpleeg de
De lijninterfacemodule gebruiken
LIM-lijn..
voor meer informatie over het gebruik van de
- 44 -