9 Opsporen van storingen
In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van meldingen die op het display kunnen worden weergegeven als er een defect
optreedt. Bij elke melding staan de mogelijke oorzaak en de te uit te voeren stappen vermeld.
Dit hoofdstuk bespreekt ook een aantal symptomen die u op weg kunnen helpen als de robotmaaier niet werkt zoals
verwacht.
Meer suggesties voor uit te voeren stappen bij storingen of symptomen zijn te vinden op www.automower.com.
9.1 Foutmeldingen
Hieronder vindt u een aantal foutmeldingen die op het display van de robotmaaier kunnen worden weergegeven.
Neem contact op met uw plaatselijke dealer als dezelfde melding vaak verschijnt.
Melding
Wielmotor geblokkeerd,
links
Wielmotor geblokkeerd,
rechts
Maaimotor geblokkeerd
Maaihoogte geblokkeerd
Geen lussignaal
Dutch - 80
1157866-36,420,430X,450X,NL_160315.indd 80
OPSPOREN VAN STORINGEN
Oorzaak
Er zit gras of iets anders rond het
aandrijfwiel.
Er zit gras of iets anders rond het
aandrijfwiel.
Er zit gras of ander materiaal rond de
maaischijf gewikkeld.
De maaischijf ligt in een plas water.
Er zit gras of ander materiaal rond de
maaihoogteafstelling gewikkeld of tussen
de maaischijf en het chassis.
Voeding niet aangesloten.
De laagspanningskabel is beschadigd of
niet aangesloten.
De begrenzingsdraad is niet aangesloten
op het laadstation
Begrenzingsdraad gebroken.
De ECO-modus is geactiveerd en de
robotmaaier heeft geprobeerd om buiten
het laadstation te starten.
De begrenzingsdraad is in de verkeerde
richting om een eiland heen gelegd.
Er is geen verbinding tussen de
robotmaaier en het laadstation.
Storingen door metalen voorwerpen
(hekwerk, wapeningsstaal) of
ondergrondse kabels in de nabijheid.
Actie
Controleer het aandrijfwiel en verwijder het gras of
ander materiaal.
Controleer de maaischijf en verwijder het gras of ander
materiaal.
Verplaats de robotmaaier en neem maatregelen, indien
mogelijk, om het ophopen van water in het werkgebied
te voorkomen.
Controleer de maaischijf en de balg rond de
maaihoogteafstelling en verwijder al het gras of andere
materiaal dat vast is komen te zitten.
Controleer de aansluiting op het stopcontact en
controleer tevens of er een aardlekschakelaar is
geactiveerd.
Controleer of de laagspanningskabel niet is
beschadigd. Controleer tevens of hij correct is
aangesloten op het laadstation en de voeding.
Controleer of de connector van de begrenzingsdraad
correct is aangesloten op het laadstation. Zie 3.5 De
begrenzingsdraad aansluiten pagina 27.
Zoek de breuk zie 9.5 Breuken in de lusdraad
opsporen op pagina 87. Vervang het beschadigde
deel van de lus met een nieuwe zoekdraad en splits
met behulp van een originele koppeling.
Parkeer de robotmaaier in het laadstation, druk op
START en sluit de klep, zie 6.9 Instellingen op
pagina 61.
Controleer of de begrenzingsdraad is gelegd volgens
de instructies, zie 3 Installatie op pagina 16.
Plaats de robotmaaier in het laadstation en genereer
een nieuw lussignaal, zie 6.5 Veiligheid op
pagina 47.
Probeer de begrenzingsdraad te verleggen.
2016-03-15 08:30:52