Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Begeleidingsdraad Leggen En Aansluiten - Husqvarna AUTOMOWER 420 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor AUTOMOWER 420:
Inhoudsopgave

Advertenties

De begeleidingsdraad leggen en aansluiten

1. Het is belangrijk om na te denken over de lengte
van de begeleidingslus voordat u begint met het
leggen en aansluiten van de begeleidingsdraad.
Dit geldt met name bij grote of complexe
installaties. Als de begeleidingslus langer dan
400 meter is, kan het voor de robotmaaier lastig
zijn om de begeleidingsdraad te volgen.
De begeleidingsdraad wordt samen met het deel
van de begrenzingslus dat de retour naar het
laadstation vormt, de begeleidingslus genoemd.
Het signaal in de begeleidingslus gaat altijd naar
links op het punt waar de begeleidingsdraad
op de begrenzingsdraad is aangesloten. De
twee afbeeldingen laten zien wat onder een
begeleidingslus wordt verstaan. De afbeeldingen
laten ook goed zien dat de lengte van een
begeleidingslus in een werkgebied kan variëren
op basis van de locatie van het laadstation.
2. Kantel de bovenklep op het laadstation naar
voren en steek de begeleidingsdraad door
het kanaal dat naar de aansluiting voor de
begeleidingsdraad gaat.
3. Bevestig een connector op de begeleidingsdraad,
op dezelfde wijze als bij de begrenzingsdraad
in 3.5 De begrenzingsdraad aansluiten. Sluit
deze aan op de aansluitpen, gemarkeerd met
G1, op het laadstation. Gebruik bij een installatie
waarbij meerdere begeleidingsdraden worden
aangesloten G2 en G3 (Automower® 430X en
Automower® 450X).
4. Markeer de draden met draadmarkeringen.
Dat maakt het eenvoudiger om de draden later
opnieuw aan te sluiten, bijvoorbeeld nadat
het laadstation tijdens de winter binnen is
opgeslagen.
5. Leid de draad recht onder de laadplaat door en
vervolgens minstens 2 meter in een rechte lijn
vanaf de voorste rand van de plaat.
Zorg er bij het leggen van de begeleidingsdraad
voor dat er zo veel mogelijk vrije ruimte links van
de begeleidingsdraad (gezien in de richting van
het laadstation) beschikbaar is. De afstand tussen
de begrenzingsdraad en de begeleidingsdraad
dient altijd minimaal 30 cm te zijn.
1157866-36,420,430X,450X,NL_160315.indd 29
INSTALLATIE
G3
G1
G2
3023-009
3023-010
3012-1123
Maximale
afstand
Min. 30 cm/12"
Min. 2 m/7 ft
3023-011
Dutch - 29
2016-03-15 08:30:04

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Automower 430xAutomower 450x

Inhoudsopgave