De toets
drukken, de aanduiding ―div‖ verschijnt.
De toets
drukken, de actueel ingestelde afleesbaarheid
verschijnt; om wijzigingen in te voeren,
de gewenste afleesbaarheid met de toets
Met de toets
De toets
drukken, de aanduiding ―A2t‖ verschijnt.
Automatische nulpuntcorrectie (functie Auto-Zero) bij wijziging
van de aanduiding, mogelijke cijferkeuze (0,5d, 1d, 2d, 4d)
De toets
drukken, de actueel ingestelde waarde
verschijnt.
Met de toets
kiezen en met de toets
De toets
drukken, de aanduiding ―0 mAnL‖ verschijnt.
Bereik van op nul zetten: Het belastingbereik, waarbij de
aanduiding na drukken van de toets
De toets
drukken, het actueel ingestelde automatische
nulbereik verschijnt.
Met de toets
20%) kiezen en met de toets
De toets
drukken, de aanduiding ―Pin‖ verschijnt.
Het wachtwoord voor de menublok ―
De toets
drukken, de aanduiding
De gewenste code met de cijfertoetsen invoeren en met de
toets
bevestigen.
De aanduiding
wachtwoord opnieuw in te voeren.
De code opnieuw invoeren en met de toets
Na succesvolle invoer verschijnt de aanduiding
foutieve invoer — de aanduiding
geval de code opnieuw invoeren.
CFS/CCS-BA-nl-1220
bevestigen.
de gewenste instelling (0,5d, 1d, 2d, 4d)
bevestigen.
de gewenste instelling (0%, 2%, 5%, 10%,
bevestigen.
verschijnt, d.w.z. de vraag om het
kiezen.
op nul wordt gezet.
‖ invoeren
verschijnt.
bevestigen.
, bij
. In een dergelijk
(voorbeeld)
81