9 Basismodus
9.1 Aan- en uitzetten
Om de weegschaal aan te zetten de schakelaar ―Aan/Uit‖ onderaan de
weegschaal naar voren schuiven. De weegschaal wordt zelfgediagnosticeerd.
De weegschaal is paraat direct nadat de gewichtsaanduiding verschijnt.
Om de weegschaal uit te zetten de schakelaar ―Aan/Uit‖ rechts onderaan de
weegschaal naar achteren schuiven of in modellen CFS 50K-3 opnieuw naar
voren.
9.2 Op nul zetten
Door op nul te zetten wordt de invloed van kleine verontreinigingen op het
weegschaalplateau gecorrigeerd. De fabriekinstelling van het nulbereik van de
weegschaal is ±2% Max.
Verdere instellingen zijn in het menu mogelijk (zie hoofdstuk 13).
Bij toepassing als het telsysteem kan in het menu het nulbereik van beide
weegschalen worden ingesteld (zie hoofdstuk 13).
Manueel
De weegschaal ontlasten.
De toets NULL drukken, de weegschaal wordt op nul gezet.
Het symbool [] verschijnt boven het symbool
Automatisch
In het menu bestaat er de mogelijkheid om de automatische correctie van het
nulpunt uit te zetten of de waarde ervan te wijzigen (zie hoofdstuk 13).
9.3 De weegschaal / weegschaalplatform omschakelen
Om op te tellen kan het weegschaalplatform worden aangesloten met de interface
van de tweede weegschaal. In het telsysteem KERN CCS worden de stuks op de
kwantiteitsweegschaal KERN KFP opgeteld. Dankzij de hoge resolutie maakt de
referentieweegschaal KERN CFS het mogelijk om het gemiddelde stukgewicht zeer
precies te bepalen.
De tweede weegschaal wordt precies op dezelfde manier bediend als de eerste.
36
.
CFS/CCS-BA-nl-1220