Gladde oppervlakken in de binnenruimte afnemen
2.
met een zachte, vochtige doek.
Schakel het apparaat in met
3.
De watertank vullen.
4.
→ "Watertank vullen", Pagina 16
Volgende instellingen uitvoeren:
5.
Verwarmingsmethode
Temperatuur
Toevoer van stoom
Tijdsduur
→ "De Bediening in essentie", Pagina 13
8 De Bediening in essentie
8.1 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in met
▶
a Op het display verschijnt het menu.
8.2 Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet nodig
heeft. Wanneer u het apparaat langere tijd niet bedient,
gaat het automatisch uit.
Schakel het apparaat uit met
▶
a Het apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
a Op het display verschijnt de tijd of de restwarmte-in-
dicatie.
8.3 In werking stellen
Elke functie moet u starten.
LET OP!
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
Geen programma starten wanneer zich water op de
▶
bodem van de binnenruimte bevindt.
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
▶
nenruimte opnemen.
Start de werking met
▶
a Op het display verschijnen de instellingen.
8.4 Werking onderbreken
U kunt de werking onderbreken en weer hervatten.
1.
Druk op
om de werking te onderbreken.
Druk opnieuw op
2.
8.5 Functie instellen
Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, verschijnt het
menu op het display.
Veeg op het display naar links of rechts om door de
1.
verschillende keuzemogelijkheden te bladeren.
Druk op de betreffende tegel om een functie te kie-
2.
zen.
a Al naar gelang de functie verschijnen mogelijke in-
stelwaarden of verdere tegels waaruit gekozen kan
worden.
Druk indien gewenst op een andere tegel.
3.
.
4D hetelucht
maximaal
03
1 uur
.
.
.
om de werking te hervatten.
In werking stellen.
6.
Zorg ervoor dat de keuken geventileerd is zolang
‒
het apparaat opwarmt.
a Wanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing, dat de werking is beëindigd.
Schakel het apparaat uit met
7.
Als het apparaat is afgekoeld, gladde oppervlakken
8.
in de binnenruimte met zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
De accessoires met zeepsop en een schoonmaak-
9.
doekje of een zachte borstel grondig reinigen.
Leeg de watertank en droog de binnenruimte.
10.
→ "Na elk gebruik met stoom", Pagina 18
Om instelwaarden te wijzigen:
4.
Over de blauwe instellijn vegen of op de instellijn
‒
op de betreffende plek drukken.
Of druk op
en voer de waarde direct in via het
‒
numerieke veld dat verschijnt.
Start de werking met
5.
Wanneer de werking is beëindigd:
6.
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken
‒
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met
‒
recht klaar is.
Tip: Uw instellingen kunt u als "Favorieten"
en opnieuw gebruiken.
→ "Favorieten", Pagina 23
8.6 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
1.
Druk op "Verwarmingsmethoden".
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
2.
Stel de temperatuur in met
3.
balk. Of voer de temperatuur direct in via het nume-
rieke veld
.
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken:
– → "Snel voorverwarmen", Pagina 14
– → "Tijdfuncties", Pagina 15
– → "Stomen", Pagina 16
– → "Kerntemperatuurmeter", Pagina 19
Start de werking met
4.
a Het apparaat begint op te warmen.
a Op het display staan de instelwaarde en de tijd hoe-
lang het programma al loopt.
Schakel het apparaat uit met
5.
klaar is.
Opmerking: De meest geschikte verwarmingsmethode
voor uw gerechten vindt u in de beschrijving van de
verwarmingsmethoden.
→ "Verwarmingsmethoden", Pagina 9
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
Druk op
.
1.
Druk op
.
2.
Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
3.
Stel de werking opnieuw in en start met
4.
De Bediening in essentie nl
.
.
wanneer het ge-
opslaan
of
of via de instel-
.
wanneer het gerecht
.
13