6.7
Regeling servomotor
De servomotor (Afb. 30) regelt de luchtklep.
De vier nokken zijn voorafgesteld in de fabriek met de vier hen-
dels, wijzig deze afstelling (voorlopig) niet. Ee gegradueerde
plaat met 4 gekleurde sectoren duidt het punt aan voor de in-
greep van de hendels.
Er zijn vier hendels:
Regelt de positie van de luchtklep met de
AZUURBLAUWE
HENDEL:
brander in pauze gesteld: luchtklep gesloten.
Regelt de positie van de luchtklep met de
ORANJE
HENDEL:
brander in werking in de 1° vlamgang:
Regelt de positie van de luchtklep met de
RODE HENDEL:
brander in werking in de 2° vlamgang:
Bepaalt het ogenblik van de opening van de
gasklep 2° vlamgang.
Moet (iets) vóór de rode hendel en na de oran-
je hendel ingrijpen.
Mag niet ingrijpen met de rode hendel om ge-
vaar te vermijden dat de gasklep helemaal
niet wordt geopend.
ZWARTE
Mag niet onmiddellijk na de oranje hendel in-
HENDEL:
grijpen, om verbranding te voorkomen in af-
wezigheid van lucht.
Om het ogenblik van de opening van de gas-
klep te benaderen met de positie van de lucht-
klep in de 2° vlamgang moet de zwarte hendel
naar links gedraaid worden; om het ogenblik
van de opening te verwijderen, moet de hen-
del naar rechts gedraaid worden.
20144613
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
Samengevat, moet de ingreep van de hendels dus als volgt ge-
beuren:
1° Azuurblauwe hendel
2° Oranje hendel
3° Zwarte hendel
4° Rode hendel
ZWART
ROOD
ORANJE
AZUURBLAUW
28
NL
D728
Afb. 30