Foutcode Diagnostiekcode
90 - 91
#
93
#
3
95
#
3 Ontstekingstransformator
4 Brandstofventiel 1
5 Brandstofventiel 2
6 Brandstofventiel 3
96
#
3 Ontstekingstransformator
4 Brandstofventiel 1
5 Brandstofventiel 2
6 Brandstofventiel 3
97
#
0
98
#
2 Veiligheidsventiel
3 Ontstekingstransformator
4 Brandstofventiel 1
5 Brandstofventiel 2
6 Brandstofventiel 3
99
#
3
100
#
105
#
0 Min. drukschakelaar
1 Max. drukschakelaar
2 Drukschakelaar
werkingstest ventiel
3 Luchtdruk
4 Controller belasting open
5 Controller belasting on/off
6 Controller belasting
gesloten
7 Veiligheidsloop /
Branderflens
8 Veiligheidsventiel
9 Ontstekingstransformator
10 Transformator 1
11 Brandstofventiel 2
12 Brandstofventiel 3
13 Reset
106 ÷ 108 #
110
#
111
0
112
0
113
#
115
#
116
0
Problemen - Oorzaken - Oplossingen
Betekenis van het systeem LMV 26...
Interne fout controle brander
Fout verwerving vlamsignaal
Kortsluiting in de sensor
Fout controle relais
Externe voeding - Contact actief
Fout controle relais
De contacten van het relais werden gelast
Fout controle relais
De contacten van het veiligheidsrelais zijn gelast of het
veiligheidsrelais werd gevoed met een externe voeding
Fout controle relais
Het relais wordt niet geactiveerd
Interne fout controle relais
Interne fout controle relais
Interne fout controle relais
Interne fout proefneming contact
Vergrendeld-onregelmatigheid
Interne fout vraag contact
Interne fout test spanningscontrole
Stroomtoevoer laag
Reset toevoerspanning
Interne fout netspanningscontrole
Interne fout van de meter van de controledoos
Bedrijfscyclus van de controledoos binnen het kritisch
interval (250.000 start ups)
Aanbevolen metingen
Kortsluiting in de sensor QRB...
1. Controleer de bekabeling.
2. Vlamdetector waarschijnlijk defect.
Controleer de bedrading
Controleer de contacten:
1. Controledoos aangesloten op de voeding: de uitgang van de
ventilator moet spanningsloos zijn.
2. Koppel de voeding los. Koppel de ventilator los. De
weerstandsaansluiting tussen de uitgang van de ventilator en
de neutraalgeleider wordt niet toegestaan.
Als een van de 2 tests mislukt, moet de controledoos
vervangen worden omdat de contacten definitief gelast zijn en
dus de veiligheid niet meer wordt gegarandeerd.
Controleer de contacten:
1. Controledoos aangesloten op de voeding: De uitgang van de
ventilator moet spanningsloos zijn.
2. Koppel de voeding los. Koppel de ventilator los. De
weerstandsaansluiting tussen de uitgang van de ventilator en
de neutraalgeleider wordt niet toegestaan.
Als een van de 2 tests mislukt, moet de controledoos
vervangen worden omdat de contacten definitief gelast zijn en
dus de veiligheid niet meer wordt gegarandeerd.
Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk voorkomt, moet de
unit vervangen worden
Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk voorkomt, moet de
controledoos vervangen worden
Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk voorkomt, moet de
controledoos vervangen worden
Softwareversie V03.10: Als de fout C:99 D:3 gebeurt tijdens de
standaardisering van de VSD moet de functie Alarm bij de start
van de fase van de voorventilatie tijdelijk gedeactiveerd worden
(parameter 210 = 0) of moet het signaal controller-ON
onderbroken worden
Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk voorkomt, moet de
controledoos vervangen worden
Kan veroorzaakt worden door capacitieve ladingen of
aanwezigheid van spanning DC op de hoofdzakelijke
stroomtoevoer van de controledoos. De diagnostiekcode duidt
de ingang aan waar zich het probleem voordeed
Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk voorkomt, moet de
controledoos vervangen worden
Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk voorkomt, moet de
controledoos vervangen worden
Netspanning onvoldoende.
Omzetting van de diagnostiekcode
Spanningswaarde (230 V AC : 1,683)
Foutcode voor uitvoering van een reset in geval van het herstel
van de stroomtoevoer (afwezigheid fout)
Voer een reset uit; als de fout herhaaldelijk voorkomt, moet de
controledoos vervangen worden
De voorziene bedrijfscyclus van de controledoos werd
overschreden. Vervang ze.
63
NL
20081829