6.15
Geen ontsteking
Als de brander niet ontstoken wordt, wordt hij vergrendeld binnen
3 s na de elektrische voeding van het brandstofventiel.
Het kan gebeuren dat de brandstof de branderkop niet bereikt
binnen de veiligheidstijd van 3 s.
Verhoog dan het brandstofdebiet bij de ontsteking.
Indien de brander uitvalt, mag deze niet meer dan
twee maal achtereenvolgens ontgrendeld worden
om schade aan de installatie te vermijden.
OPGELET
Als de brander de derde maal vergrendeld wordt,
moet de assistentiedienst gecontacteerd worden.
6.16
Uitschakeling van de brander tijdens de werking
Indien de vlam uitgaat tijdens de werking, wordt de controledoos
binnen 1 seconde vergrendeld.
6.17
Stilleggen van de brander
Het brander kan op de volgende wijzen stilgelegd worden:
met de scheidingsschakelaar van de stroomtoevoerlijn op
het schakelpaneel van de ketel;
door de transparante bescherming 30) Afb. 4 op pag. 13 te
verwijderen, nadat de relatieve schroef werd losgedraaid.
Er zijn twee mogelijkheden:
6.18
Eindcontroles
Met brander in werking
Open de thermostaat/drukschakelaar TL
Open de thermostaat/drukschakelaar TS
Draai de knop van de maximumgasdrukschakelaar in de
stand minimumschaaleinde
Draai de knop van de luchtdrukschakelaar tot in de stand
maximumschaaleinde
Verduister de vlamsensor
Met de brander uit
Stroom uitschakelen
Koppel de connector van de minimum gasdrukschakelaar
los
Stroom uitschakelen
Koppel de connector van de maximum oliedrukschake-
laar los
Stroom uitschakelen
Koppel de connector van de minimum oliedrukschakelaar
los
Stroom uitschakelen
Koppel de connector van de maximum gasdrukschake-
laar los
Verduister de vlamsensor
6.19
Vergrendeling motor ventilator en motor pomp
Indien de motor niet wordt gestart, kan dit te wijten zijn aan een
ingreep van het thermische relais als gevolg van een foute ijking
van dit relais of van problemen met de motor of de hoofdzakelijke
20081829
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
Indien de brander nog wordt vergrendeld of ande-
re defecten vertoont, mogen de ingrepen uitslui-
tend uitgevoerd worden door bevoegd verklaard
en gespecialiseerd personeel, volgens de aandui-
GEVAAR
dingen in deze aanwijzingen en in overeenstem-
ming met de normen en de wetsbepalingen.
–
door te handelen op het bedieningspaneel volgens de proce-
dure van de handmatige vergrendeling op pag. 40;
–
door te handelen op de schakelaar ON-OFF van Afb. 33.
Controleer of de mechanische blokkeringen van
de afstellingsmechanismen goed zijn aange-
draaid.
OPGELET
de brander moet stoppen met werken
de brander moet vergrendelen.
de brander moet vergrendelen door vlamverlies
Bij de volgende herstart
"Minimumgasdrukschakelaar" op pag. 39
de brander start niet en blijft in fase 12 gesteld, de display
geeft het volgende weer: "OFF S".
"Minimumoliedrukschakelaar" op pag. 39
de brander start niet en blijft in fase 12 gesteld, de display
geeft het volgende weer: "OFF S".
de brander moet vergrendelen omdat hij niet ontstoken
wordt
voeding. Druk op de knop van het thermische relais om te ont-
grendelen, zie "IJking van het thermisch relais" op pag. 21.
56
NL
Tab. T