9 - NOMINALE DEBIETREGELING VAN HET WATERSYSTEEM
Raadpleeg het schema in de paragraaf "Wateraansluitingen"
voor alle referentiepunten die in dit hoofdstuk worden
genoemd.
De waterpompen van de unitserie zijn zo gedimensioneerd dat
de hydromodule met alle mogelijke configuraties kan werken op
basis van de specifieke systeemcondities. D.w.z. voor
verscheidene temperatuurverschillen tussen waterintrede-
uittrede (T) bij vollast. Deze verschillen kunnen variëren tussen
3 en 10 K.
Dit vereiste temperatuurverschil tussen de waterintrede en
-uittrede is bepalend voor het nominale debiet van het systeem.
Gebruik de aangegeven specificatie bij het selecteren van de
unit voor het bepalen van de bedrijfscondities van het systeem.
Verzamel met name de gegevens die gebruikt worden voor de
regeling van het debiet van het systeem:
■ Units zonder hydromodule: het nominale drukverlies bij de
aansluitingen van de unit (platenwarmtewisselaar + interne
waterleidingen). Voer de meting uit met manometers die (ter
plekke) zijn gemonteerd bij de intrede en uittrede van de unit
(nr. 21).
■ Units met pompen met vast toerental: nominaal debiet.
De druk van de vloeistof wordt gemeten door opnemers die
zijn gemonteerd bij de ingang van de pomp en de uittrede
van de unit (nr. 7 en 10). Het systeem berekent het debiet dat
hoort bij dit drukverschil. Het debiet kan direct worden
afgelezen op het bedieningspaneel (raadpleeg de handleiding
van de regeling van de unit).
■ Units met pompen met variabel toerental - regeling op
drukverschil: drukverschil tussen de intrede en uittrede van
de hydromodule.
■ Units met pompen met variabel toerental - regeling op
temperatuurverschil: Delta T° nominaal bij de warmtewisselaar.
Als deze informatie niet beschikbaar is bij het in bedrijf stellen
van het systeem, neem dan contact met de technische
serviceafdeling die verantwoordelijk is voor het systeem om deze
informatie te krijgen.
Deze gegevens kunnen ook worden verkregen uit de technische
documentatie met gebruik van de capaciteitstabellen voor een
delta T van 5 K bij de water warmtewisselaar of met het
selectieprogramma van de Elektronische Catalogus voor alle
delta T condities anders dan 5 K, in het bereik van 3 tot 10 K.
9.1 - Units zonder hydromodule
Algemeen
Het nominale debiet van het systeem wordt ingesteld met behulp
van een handmatige inregelafsluiter die moet worden gemonteerd
in de wateruittredeleiding (nr. 22 op het schema van het
watercircuit).
Vanwege het drukverlies dat ontstaat in het waternetwerk, wordt
deze inregelafsluiter gebruikt voor het instellen van de
netwerkdruk/debietcurve volgens de pompdruk/debietcurve, om
het ontwerpdebiet te krijgen.
M e n g e b r u i k t h e t g e m e t e n d r u k v e r l i e s i n d e u n i t
(platenwarmtewisselaar + interne leidingen) als controlemiddel).
Omdat het totale drukverlies in het systeem niet exact bekend
is bij de inbedrijfstelling, moet het waterdebiet met de
inregelafsluiter bijgesteld worden om het specifieke debiet voor
het systeem te krijgen.
Reinigingsmethode watercircuit
■ Open de inregelafsluiter volledig (nr. 22).
■ Laat de pomp van het systeem draaien.
■ Bereken het drukverlies van de verdamper door het verschil
te nemen tussen de uitlezingen van de manometer op de
waterintrede en uittrede van de unit (nr. 21).
■ Laat de pomp continu draaien gedurende 2 uur om het
watercircuit van het systeem te reinigen (aanwezigheid van
vaste ongerechtigheden).
■ Herhaal de aflezing.
■ Vergelijk deze waarde met de oorspronkelijke waarde.
■ Als de waarde is veranderd, dan betekent dit dat het gaasfilter
moet worden verwijderd en gereinigd. Sluit in dit geval de
afsluiters bij de waterintrede en -uittrede (nr. 19), tap de
watersectie van de unit (nr. 6) af en verwijder en reinig daarna
de filters (nr. 1 en 20).
■ Ontlucht het circuit (nr. 5 en 17).
■ Herhaal deze handelingen tot alle aanslag uit het filter is
verwijderd.
Procedure voor het inregelen van het waterdebiet
Lees, nadat het circuit is gereinigd, de uitlezingen van de
manometer af (drukken waterintrede en wateruittrede) voor
informatie over het drukverlies over de unit (platenwarmtewisselaar
+ inwendig leidingwerk).
Vergelijk de verkregen waarde met de theoretische selectiewaarde
Houd rekening met het drukverlies van het filter als
dit zich tussen de manometers bevindt
Als het afgelezen drukverlies hoger is dan de gespecificeerde
waarde, dan is het debiet van de unit (en dus in het systeem) te
groot. Draai in dit geval de inregelafsluiter een slag dicht en lees
de drukverschillen opnieuw af.
De inregelafsluiter (nr 22) herhaaldelijk afsluiten tot het nominaal
debiet van de unit wordt bereikt op het werkingspunt
OPMERKING:
Als het watersysteem een te groot drukverlies heeft in
verhouding tot de beschikbare statische druk van de pomp
van het systeem, kan het nominale waterdebiet niet worden
b e r e i k t ( l a g e r r e s u l t e r e n d d e b i e t ) e n w o r d t h e t
temperatuurverschil tussen de waterintrede en -uittrede van
de waterwarmtewisselaar groter.
Om het drukverlies in het waternetwerk van het systeem te
verkleinen:
■ Verminder zoveel mogelijk het drukverlies in de verschillende
componenten (bochten, hoogteverschillen, opties, enz.);
■ Gebruik de correcte leidingdiameter;
■ Maak de watersystemen niet te groot.
9.2 - Units met hydromodule en pomp met
vast toerental
Algemene beschrijving
Zie paragraaf "Units zonder hydromodule"
Reinigingsmethode watercircuit
■ Open de inregelafsluiter volledig (nr. 22).
■ Start de pomp van de unit op.
■ Lees het debiet af op het bedieningspaneel.
■ Laat de pomp continu draaien gedurende 2 uur om het
watercircuit van het systeem te reinigen (aanwezigheid van
vaste ongerechtigheden).
■ Herhaal de aflezing.
NL-53
AQUACIAT
POWER
™ LD/ILD