Inhoudsopgave
Advertenties
6 - ELEKTRISCHE AANSLUITING
6.5 - Doorvoer voedingskabel
De voedingskabels worden via de onderkant in de elektriciteitskast
van de unit geleid.
Er is een uitneembare aluminium plaat beschikbaar aan de
onderkant van de elektriciteitskast voor de invoer van
stroomkabels.
Controleer altijd of de buigstraal van de kabel geschikt is voor
de beschikbare aansluitruimte in de schakelkast.
Zie de officiële maatschets van de unit.
6.6 - Op het werk aan te leggen
stuurstroombedrading
De aansluiting op het werk van verbindingscircuits
brengt veiligheidsrisico's met zich mee: Bij
veranderingen van de schakelkast moet de
apparatuur altijd conform de lokale voorschriften
blijven. Met name moeten voorzorgen worden
getroffen om elektrische schokken te voorkomen
die het gevolg zijn van elektrisch contact tussen
circuits die vanuit verschillende bronnen worden
gevoed:
■ De keuze van de ligging en/of de kenmerken van
de isolatie van de geleiders zorgen voor een
dubbele elektrische isolatie.
■ De geleiders moeten worden vastgemaakt in de
schakelkast om contact tussen het einde van de
geleider en een onder spanning staand onderdeel
te voorkomen in geval van een onverwacht
losraken.
Zie de bedieningshandleiding en de met de unit meegeleverde
officiële elektrische schema's voor aansluiting van de
volgende componenten:
■ Externe AAN/UIT-schakelaar
■ Omschakeling setpoint 1 / setpoint 2,
■ Externe schakelaar verwarmen/koelen
■ Schakelaar voor capaciteitsbegrenzing
■ Vergrendelingsschakelaar (veiligheidsketen),
■ Activeringsschakelaar gedeeltelijke warmteterugwinning
(optie Desuperheater)
■ Setpoint instelbaar met 4-20 mA-signaal,
■ Bedrijfsindicator
■ Waarschuwing- en foutmeldingindicator
■ Commando relais externe pomp (aan/uit),
■ Aansturing pomp met variabel toerental (0-10V)
■ Afwijking uurprogramma, (optie Energie Management
Module)
■ Signalering storing gebruiker, (optie Energie Management
Module)
■ Schakelaar 2e niveau van de vermogensbegrenzing,
(optie Energie Management Module)
■ Signaal einde opslagcyclus (optie Energie Management
Module)
■ Bediening vermogensbegrenzing instelbaar door een 4-20
mA-signaal, (optie Energie Management Module)
■ Algemeen storingssignaal uitschakeling van het apparaat,
(CO/HP) (optie Energie Management Module)
■ Signaal kleine storing, (optie Energie Management
Module)
■ Aan/Uit bediening pomp gedeeltelijke warmteterugwinning
(optie Energie Management Module & Desuperheater)
■ Bediening van verwarmingsketel (optie Energie
Management Module)
■ Indicatie vermogen op analoge uitgang (0-10V), (optie
Energie Management Module)
■ Specifiek voor AQUACIAT
verwarmingselementen (optie Energie Management
Module)
6.7 - Beschikbare stroom en vermogen voor
de gebruiker
Beschikbare stuurstroom:
Als alle mogelijke opties zijn aangesloten, verzorgt de
stroomtransformator de voeding van 1 A met 24 V, 50 Hz voor
de op het werk aan te leggen bekabeling van het besturingscircuit.
Met optie stopcontact, levert deze stroomtransformator een 230
V 50 Hz voeding voor acculaders van laptops, maximum stroom
0,8 A bij 230 V.
Sluit alleen apparatuur van klasse I en II aan op dit
stopcontact.
NL-37
ILD: Bediening van
POWER
AQUACIAT
POWER
™ LD/ILD
Advertenties
Inhoudsopgave
