8 - WATERAANSLUITINGEN
8.4 - Detectie waterstroming
Standaardunit
Alle units zijn voorzien van een in de fabriek ingestelde elektronische
stromingscontroleur. Deze kan op locatie niet worden aangepast.
De pomp van het warmteoverdrachtmedium moet bekrachtigd
worden met het aggregaat: er zijn speciale klemmen bestemd
voor het aansluiten van de beveiliging van de waterpomp (te
bekabelen op het werk).
Unit met optionele hydromodule
De detectie van de waterstroming wordt verzorgd door de
drukopnemers in de optionele hydromodule.
8.5 - Bescherming tegen cavitatie (met
optionele hydromodule)
Voor een optimale levensduur van de pompen in de geïntegreerde
hydromodules, bevat het regelingsalgoritme van deze serie units
een beveiliging tegen cavitatie.
Hiervoor is een minimum druk van 60 kPa (0,6 bar) vereist bij
de pompingang, zowel stilstaand als tijdens de werking.
Als de druk lager is dan 60 kPa kan de unit niet opstarten, of er
gaat een alarm af en stopt de unit.
Bij een druk van minder dan 100 kPa wordt een waarschuwing
op het bedieningspaneel gegeven.
Om een voldoende druk te verkrijgen, wordt aanbevolen:
■ Een druk in het watercircuit te handhaven tussen 100 kPa
(1 bar) en maximaal 400 kPa (4 bar) bij de pompingang;
■ Het watercircuit schoon te maken tijdens het vullen met water
of na het uitvoeren van werkzaamheden;
■ Het gaasfilter regelmatig te reinigen.
8.6 - Extra verwarmingselementen
Specifiek voor AQUACIAT
Als compensatie voor de afname van de warmtepompopbrengst
bij lage omgevingstemperaturen, die aanzienlijk verandert zoals
aangegeven in de grafiek hieronder, kunnen er extra
verwarmingselementen gemonteerd worden op de wateruittrede
van de unit.
Deze (niet meegeleverde) verwarmingselementen kunnen
worden geregeld via de optie Energie Management Module.
Er zijn vier uitgangen beschikbaar om de magneetschakelaars
(niet meegeleverd) van de extra elektrische verwarmingselementen
te regelen, waardoor een geleidelijke compensatie van de
afnemende opbrengst van de warmtepomp mogelijk is.
Deze uitgangen zijn indien nodig te configureren voor twee, drie
of vier trappen. De laatste trap wordt pas geactiveerd als de
warmtepomp door een storing is uitgevallen (noodsituatie).
ILD
POWER
Voorbeeld van extra elektrische verwarmingselementen
In de grafiek is het vermogen van de vier verwarmingselementen
gelijk aan de capaciteit van de warmtepomp bij een temperatuur
van de buitenlucht van 7°C.
120
100
B
80
B
C
60
C
D
E
40
20
0
-15
-10
Bedrijfsbereik waarbinnen de warmtepompopbrengst kleiner is dan de thermische
belasting van het gebouw
Bedrijfsbereik waarbinnen de warmtepompopbrengst groter is dan de thermische
belasting van het gebouw
B Trap 1
C Trap 2
D Trap 3
E Trap 4 (veiligheid)
A
Variatie van de warmtepompopbrengst met de luchttemperatuur
B
Thermische belasting van het gebouw
C
Punt van evenwicht tussen de warmtepompopbrengst en de thermische belasting
van het gebouw
8.7 - Vorstbeveiliging
Vorstschade valt niet onder de garantie.
De platenwarmtewisselaar, de leidingen en de pomp (en) van de
hydromodule kunnen worden beschadigd door vorst.
De componenten van de unit (warmtewisselaar, leidingen,
hydromodule) zullen worden beschermd door het opvolgen van
onderstaande aanbevelingen. Bescherming van de rest van het
systeem is de verantwoordelijkheid van de installateur.
Deze vorstbeveiliging van de platenwarmtewisselaar en alle
onderdelen van het hydraulische circuit kan gebeuren door het
volledig aftappen van de gehele machine, waarbij u zich ervan
moet vergewissen dat er nergens water is achtergebleven.
Zonder deze maatregel is de vorstbeveiliging van platenwarmte-
wisselaar en alle onderdelen van het hydraulische circuit mogelijk:
■ Tot -20°C door verwarmingselementen en verwarmingslinten
(gemonteerd als optie op warmtewisselaar en intern
leidingsysteem) met automatische voeding (units zonder
hydromodule)
■ Tot -20°C door verwarmingselementen en verwarmingslinten
(gemonteerd als optie op: water warmtewisselaar en intern
leidingsysteem) met automatische voeding en een cyclus van
de pomp (units met hydromodule)
Schakel de elektrische voeding verwarmingselementen van de
water warmtewisselaar en van het hydraulische circuit of de pomp
nooit uit, omdat anders de vorstbeveiliging niet is gegarandeerd.
Om de beveiliging te garanderen, moeten de hoofdschakelaar
van de unit of van het externe circuit, het circuit van de elektrische
verwarming en het circuit van de regeling ingeschakeld zijn (zie
het elektrische schema voor de plaats van deze componenten).
Voor de vorstbeveiliging van units met hydromodules moet het
water circuleren in het watercircuit. De pomp zal periodiek
automatische starten.
NL-51
A
B
C
B
-5
0
5
Buitenlucht (°C)
AQUACIAT
POWER
10
15
™ LD/ILD