Advertenties
* Als u deze verificatiemethode selecteert, verschijnt een verificatiefout als u verbinding maakt met een
draadloos LAN-router die een gedeelde sleutel gebruikt. Het apparaat stelt op dit moment veranderingen
in voor [Gedeelde sleutel], en er wordt een poging gedaan opnieuw verbinding te maken met de router.
[Gedeelde sleutel]
Gebruik een versleutelingssleutel als wachtwoord.
3
Selecteer een versleutelingssleutel die niet is geregistreerd, en druk op [Registreren].
➠
Het scherm om de versleutelingssleutel in te voeren, verschijnt.
4
Voer de netwerksleutel in, en druk op [Toepassen].
➠
De versleutelingssleutel wordt geregistreerd op het scherm [Selecteer encryptiesleutel].
5
Selecteer een geregistreerde versleutelingssleutel, en druk op Verbinden.
WPA-PSK of WPA2-PSK gebruiken
1
Druk op [WPA/WPA2-PSK].
➠
Het scherm [WPA/WPA2-encryptiemethode] verschijnt.
2
Selecteer de versleutelingsmethode.
➠
Het scherm om de versleutelingssleutel in te voeren, verschijnt.
Als u [Automatisch] selecteert, wordt AES-CCMP of TKIP automatisch ingesteld overeenkomstig de
draadloos LAN-router waarmee u verbinding wilt maken.
3
Voer de netwerksleutel in, en druk op [Toepassen].
WPA-EAP of WPA2-EAP gebruiken
Druk op [WPA/WPA2-EAP]
Geen beveiligingsstandaard gebruiken
Druk op [Geen].
6
Als [Verbonden.] op het bedieningspaneel verschijnt, drukt u op [Sluiten].
➠
Als het apparaat wordt aangesloten op het draadloos LAN, verschijnt [
scherm van iedere functie.
7
Wacht een paar minuten.
➠
Standaard wordt een IP-adres automatisch ingesteld.
Als u een speciaal IP-adres wilt gebruiken, moet u het handmatig instellen.
IPv4-adressen instellen(P. 71)
Instellen
[OK].
69
] op het scherm [Start] en
Advertenties
