4
De taak afdrukken of doorsturen naar een andere bestemming, en de inhoud
bekijken.
●
Als u wilt afdrukken met het apparaat, drukt u op [Afdrukken]
●
Om de fax op te slaan naar een andere bestemming dan de ingestelde doorstuurbestemming, drukt u op
[Doorzenden], selecteert u het selectievakje van een in het adresboek geregistreerde bestemming, en drukt
u op [Toepassen].
Faxen
[Ja].
319