3
Klik op [Apparaatbeheer]
➠
Het scherm [Instellingen voor aanvraag certificaatuitgifte (SCEP)] verschijnt.
4
Klik in [Instellingen voor automatische aanvraag certificaatuitgifte] op [Bewerken].
➠
Het scherm [Instellingen voor automatische aanvraag certificaatuitgifte bewerken] verschijnt.
5
Activeer het selectievakje [Timer inschakelen voor automatische aanvraag
certificaatuitgifte], en voer de startdatum en -tijd in voor het uitgifteverzoek van een
certificaat.
6
Stel andere items in op het tijdstip voor automatische uitgifteverzoeken, naar
behoefte.
[Aanvraagtijd voor uitgifte automatisch aanpassen]
Activeer dit selectievakje om het aanvraagtijdstip voor certificaatuitgifte te kiezen.
De starttijd voor een certificaatuitgifte kan willekeurig worden aangepast met maximaal 10 minuten om de
belasting op de SCEP-server te verminderen.
[Polling uitvoeren als er een communicatiefout optreedt of een uitgifteverzoek wordt uitgesteld]
Controleer de status van de SCEP-server, bijvoorbeeld wanneer certificaatuitgifte is verschoven. Selecteer het
selectievakje, en voer het aantal polling-herhalingen en het polling-interval in.
* In de volgende gevallen vindt geen polling plaats en treedt een fout op:
●
Als het apparaat het maximale aantal sleutels en certificaten dat kan worden geregistreerd, heeft
overschreden
●
Als er een fout optreedt in de ontvangen antwoordgegevens
●
Als er een fout optreedt in de SCEP-server
[Periodieke uitgifteverzoeken verzenden]
Het verzoek voor certificaatuitgifte vindt automatisch en regelmatig plaats. Activeer het selectievakje, en
selecteer het uitgifte-aanvraaginterval uit het rolmenu.
Het activeren van deze instelling stelt de startdatum en -tijd voor de uitgifte-aanvraag van een certificaat
terug.
[Apparaat automatisch opnieuw starten na ontvangst van certificaat]
Als u na het ontvangen van een certificaat het apparaat opnieuw wilt opstarten, activeert u het selectievakje.
[Oude sleutel en certificaat verwijderen]
Selecteer het selectievakje als u sleutel en certificaat met dezelfde locatie waar de sleutel wordt gebruikt, wilt
overschrijven.
7
In [Instellingen voor uit te geven sleutel en certificaat] stelt u de items voor sleutel
en certificaat in.
[Sleutelnaam]
Voer de sleutelnaam in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
[Handtekeningalgoritme]
Selecteer het algoritme voor de handtekening in het rolmenu.
[Sleutellengte (bit)]
Beveiliging
[Instellingen voor aanvraag certificaatuitgifte (SCEP)].
412