Selecteer de lengte van de sleutel uit het rolmenu. Een grotere waarde geeft meer veiligheid, maar vertraagt
het verwerken van de communicatie.
[Organisatie]
Voer de naam van de organisatie in, naar behoefte. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
[Standaardnaam]
Voer de naam van het certificaatonderwerp in. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
Dit heet ook wel de Common Name (CN).
[Wachtwoordvraag]
Als de SCEP-server een wachtwoord heeft, voer dan het wachtwoord in voor de aanvraaggegevens die
worden gebruikt voor het uitgifte-verzoek. Gebruik single-byte alfanumerieke tekens.
[Sleutelgebruik]
Selecteer het gebruik van de gemaakte sleutel. Als niet wordt beslist over het gebruik, selecteer dan [Geen].
8
Klik op [OK].
➠
De instellingen worden toegepast.
9
Uitloggen van Externe UI.
Uitgifteverzoekstatus en foutinformatie bekijken
●
U kunt gedetailleerde informatie bekijken op het scherm [Instellingen voor aanvraag certificaatuitgifte
(SCEP)].
Als er geen certificaat wordt afgegeven, verschijnt er een fout in de certificaatuitgifte-verzoekstatus. Voor
details over het bericht en hoe het probleem op te lossen, raadpleegt u het volgende:
Als er een foutmelding verschijnt in de certificaatuitgifte-verzoekstatus(P. 414)
Gedetailleerde informatie van een geregistreerd certificaat bekijken en verifiëren
●
In [Instellingen/registratie]
sleutel en certificaat] klikt u op de sleutelnaam (of op het certificaat-pictogram) om de certificaatdetails weer
te geven.
●
Op het scherm voor certificaatdetails klikt u op [Certificaat verifiëren] om te verifiëren dat het certificaat
geldig is.
Als u sleutel en certificaat niet kunt verwijderen
●
U kunt een sleutel en certificaat die worden gebruikt, niet verwijderen. Schakel de gebruikte functie uit, of
verwijder deze nadat u bent overgestapt op een andere sleutel en certificaat.
Beveiliging
[Apparaatbeheer]
[Instellingen sleutel en certificaat]
413
[Geregistreerde