Download Print deze pagina

Advertenties

MG6600 series
Online handleiding
Lees dit eerst
Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat
Overzicht van het apparaat
Afdrukken
Kopiëren
Scannen
Problemen oplossen
Nederlands (Dutch)

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon MG6600 Series

  • Pagina 1 MG6600 series Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Overzicht van het apparaat Afdrukken Kopiëren Scannen Problemen oplossen Nederlands (Dutch)
  • Pagina 2 Voordat u Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruikt........
  • Pagina 3 Afdrukken met Google Cloud Print......... . 101 Afdrukken met Google Cloud Print voorbereiden.
  • Pagina 4 Afdrukgebied............. 170 Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen.
  • Pagina 5 De apparaatinstellingen wijzigen......... . . 229 Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen.
  • Pagina 6 Scherm Canon IJ Network Tool........
  • Pagina 7 Controleer de papierinstellingen voordat u gaat afdrukken........351 Stel de papiergegevens voor de cassette in nadat u het papier hebt geplaatst.
  • Pagina 8 Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld........
  • Pagina 9 Handige weergavefuncties gebruiken..........529 De functie Diashow gebruiken.
  • Pagina 10 Meerdere items tegelijk scannen..........595 Opslaan na controle van de scanresultaten.
  • Pagina 11 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)....... . . 744 Bijsnijdkaders aanpassen (ScanGear).
  • Pagina 12 Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 2..812 Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 3..813 Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 4..814 Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 5.
  • Pagina 13 De scanner werkt niet............862 ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet.
  • Pagina 14 Informatie over weergegeven fouten/berichten....... . Als er een fout optreedt............. 902 Een bericht verschijnt op het scherm.
  • Pagina 15 1713..............950 1714.
  • Pagina 16 6931..............986 6932.
  • Pagina 17 ´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten. Daarnaast kan Canon de publicatie van deze handleiding worden uitgesteld of gestopt vanwege dwingende redenen.
  • Pagina 18 3. Schakel het selectievakje Achtergrond afdrukken (kleuren en afbeeldingen) (Print Background (colors & images)) bij Opmaak en opties (Format & Options) in. • In Google Chrome 1. Selecteer (Chrome-menu) > Afdrukken... (Print...). 2. Schakel het selectievakje Achtergrondkleuren en afbeeldingen (Background colors & images) bij Opties (Options) in.
  • Pagina 19 Gebruik van de online handleiding Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden.
  • Pagina 20 • Photo Rag is een handelsmerk van Hahnemühle FineArt GmbH. • Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc., V.S. en gebruiksrecht van dit product is verleend aan Canon Inc.. Opmerking • De officiële naam van Windows Vista is Microsoft Windows Vista-besturingssysteem.
  • Pagina 21 http://www.apache.org/licenses/ TERMS AND CONDITIONS FOR USE, REPRODUCTION, AND DISTRIBUTION 1. Definitions. "License" shall mean the terms and conditions for use, reproduction, and distribution as defined by Sections 1 through 9 of this document. "Licensor" shall mean the copyright owner or entity authorized by the copyright owner that is granting the License.
  • Pagina 22 otherwise transfer the Work, where such license applies only to those patent claims licensable by such Contributor that are necessarily infringed by their Contribution(s) alone or by combination of their Contribution(s) with the Work to which such Contribution(s) was submitted. If You institute patent litigation against any entity (including a cross-claim or counterclaim in a lawsuit) alleging that the Work or a Contribution incorporated within the Work constitutes direct or contributory patent infringement, then any patent licenses granted to You under this License for that Work shall terminate...
  • Pagina 23 License or out of the use or inability to use the Work (including but not limited to damages for loss of goodwill, work stoppage, computer failure or malfunction, or any and all other commercial damages or losses), even if such Contributor has been advised of the possibility of such damages. 9.
  • Pagina 24 Typ trefwoorden in het zoekvenster en klik op (Zoeken). U kunt zoeken naar doelpagina's in deze handleiding. Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Opmerking • Het weergegeven scherm kan verschillen. • Als u vanaf deze pagina of vanaf de Startpagina zoekt zonder de modelnaam van uw product of de naam van uw toepassing in te voeren, worden alle producten doorzocht die door deze handleiding worden ondersteund.
  • Pagina 25 Opmerking • Het weergegeven scherm hangt af van uw product. • Zoeken naar toepassingsfuncties Voer de naam van uw toepassing in plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt Voorbeeld: als u wilt weten hoe u collages kunt afdrukken met My Image Garden Voer in het zoekvenster "My Image Garden collage"...
  • Pagina 26 Opmerkingen bij toelichtingen van bewerkingen In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer het Windows 8.1 operating system (hierna Windows 8.1 genoemd) of het Windows 8 operating system (hierna Windows 8 genoemd) wordt gebruikt.
  • Pagina 27 Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Met gemak draadloos verbinden in de 'toegangspuntmodus' Eenvoudig foto's afdrukken met My Image Garden Allerlei inhoudmateriaal downloaden Items afdrukken met Easy-PhotoPrint+ (webtoepassing) Eenvoudig afdrukken door een smartphone boven het apparaat te plaatsen Verbindingsmethoden die beschikbaar zijn op het apparaat Kennisgeving over het afdrukken met een webservice PIXMA Cloud Link gebruiken...
  • Pagina 28 Met gemak draadloos verbinden in de 'toegangspuntmodus' Op het apparaat wordt de 'toegangspuntmodus' ondersteund. Hierin kunt u draadloos verbinden met het apparaat vanaf een computer of smartphone, zelfs in een omgeving zonder toegangspunt of draadloze LAN-router. Schakel via eenvoudige stappen naar de 'toegangspuntmodus' om draadloos te kunnen scannen en afdrukken.
  • Pagina 29 Eenvoudig foto's afdrukken met My Image Garden Eenvoudig afbeeldingen ordenen In My Image Garden kunt u de namen van personen en gebeurtenissen bij foto's opslaan. U kunt foto's eenvoudig ordenen, omdat u deze niet alleen per map kunt weergeven, maar ook per agenda, gebeurtenis en persoon.
  • Pagina 30 Automatisch foto's plaatsen U kunt eenvoudig schitterende items maken, omdat de geselecteerde foto's automatisch op thema worden geplaatst. Diverse andere functies My Image Garden biedt een groot aantal andere nuttige functies. Raadpleeg 'De mogelijkheden van My Image Garden' voor meer informatie.
  • Pagina 31 U kunt premium inhoud eenvoudig downloaden via My Image Garden. Premium inhoud die u hebt gedownload, kunt u rechtstreeks afdrukken met My Image Garden. Als u premium inhoud wilt downloaden, zorg dat voor alle kleuren originele Canon-inkttanks/-inktpatronen zijn geïnstalleerd in een ondersteunde printer.
  • Pagina 32 Items afdrukken met Easy-PhotoPrint+ (webtoepassing) U kunt altijd en overal eenvoudig persoonlijke items, zoals agenda's en collages, maken en afdrukken door vanaf een computer of tablet Easy-PhotoPrint+ op internet te openen. Met Easy-PhotoPrint+ kunt u in de allernieuwste omgeving en zonder iets te moeten installeren items maken.
  • Pagina 33 Eenvoudig afdrukken door een smartphone boven het apparaat te plaatsen Het apparaat ondersteunt NFC (Near Field Communication), een draadloze communicatietechnologie voor korte afstanden. Door een voor NFC geschikte Android smartphone boven het apparaat te plaatsen, kunt u eenvoudig printers registreren of foto's en documenten die op de smartphone opgeslagen zijn, afdrukken.
  • Pagina 34 Verbindingsmethoden die beschikbaar zijn op het apparaat De volgende verbindingsmethoden zijn beschikbaar op het apparaat. Draadloze verbinding Met toegangspunt Zonder toegangspunt USB-verbinding Draadloze verbinding Er zijn twee methoden om de printer met uw apparaat (zoals een smartphone) te verbinden. Met de ene methode verbindt u uw apparaat via een toegangspunt, met de andere methode verbindt u uw apparaat zonder een toegangspunt.
  • Pagina 35 Verbinding zonder toegangspunt • Verbind de printer en een apparaat zonder een toegangspunt. Verbind een apparaat en de printer rechtstreeks via de toegangspuntmodusfunctie van de printer. • Als u in de toegangspuntmodus een verbinding tot stand brengt, is het mogelijk dat de internetverbinding niet beschikbaar is.
  • Pagina 36 Verbinding zonder toegangspunt (Windows XP) Beperkingen (Wordt weergegeven in een nieuw venster) 1. Druk op de knop HOME (A) op de printer. 2. Veeg op het scherm naar links of rechts en tik op Instellen (Setup). 3. Veeg op het scherm omhoog of omlaag en tik op Apparaatinstellingen (Device settings).
  • Pagina 37 6. Tik op Toegangspuntmod. actief (Access point mode active). 7. Controleer de SSID die op het printerscherm wordt weergegeven. 8. Tik op Details, controleer het Wachtwoord (Password) (netwerksleutel) en tik daarna op U gebruikt de SSID en het Wachtwoord (Password) (netwerksleutel) in de volgende stappen. 9.
  • Pagina 38 vervolgens Beschikbare draadloze netwerken weergeven (View Available Wireless Networks). 11. Selecteer de netwerknaam (SSID) die u wilt gebruiken, en klik vervolgens op Verbinden (Connect). 12. Voer het Wachtwoord (Password) (Netwerksleutel (Network key)) in en klik vervolgens op Verbinden (Connect). 13. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, klikt u op Terug (Back) tot onderstaand scherm verschijnt.
  • Pagina 40 Beperkingen Als u een ander apparaat verbindt terwijl een apparaat (zoals een smartphone) al met de printer verbonden is, sluit het apparaat dan met dezelfde verbindingsmethode aan als waarmee u het verbonden apparaat hebt verbonden. Als u een andere verbindingsmethode gebruikt, wordt de verbinding met het in gebruik zijnde apparaat uitgeschakeld.
  • Pagina 41 • U kunt niet een verbinding met een toegangspunt hebben terwijl de printer tegelijkertijd in de toegangspuntmodus staat. Als u een toegangspunt hebt, wordt aanbevolen het toegangspunt te gebruiken om een verbinding met de printer tot stand te brengen. • Om te voorkomen dat uw apparaat automatisch met de printer, die in de toegangspuntmodus staat, verbonden wordt, wijzigt u de verbindingsmodus nadat u de printer gebruikt hebt, of configureert u de Wi-Fi-instellingen van uw apparaat zodanig in dat het apparaat niet automatisch een verbinding met de printer maakt.
  • Pagina 42 Canon is niet verantwoordelijk voor eventuele schade die uit dergelijke acties voortvloeit. • In geen enkel geval is Canon aansprakelijk voor schade die het gevolg is van het gebruik van de webservices, in welke vorm dan ook.
  • Pagina 43 • Het is onwettig om auteursrechtelijk beschermd werk van anderen te reproduceren of te bewerken zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, behalve voor persoonlijk gebruik, gebruik binnenshuis of ander gebruik binnen het beperkte bereik dat wordt gespecificeerd in het auteursrecht. Bovenden kan het reproduceren of bewerken van foto's van mensen inbreuk maken op openbaarmakingsrechten.
  • Pagina 44 PIXMA Cloud Link gebruiken Als u PIXMA Cloud Link gebruikt, kunt u uw printer verbinden met een cloudservice, zoals CANON iMAGE GATEWAY, Evernote of Twitter, en de volgende functies gebruiken zonder dat u een computer nodig heeft: • Afbeeldingen afdrukken vanaf een fotodeelservice •...
  • Pagina 45 PIXMA Cloud Link gebruiken vanaf uw printer Voordat u PIXMA Cloud Link gebruikt vanaf uw printer Voorbereidingen voor het gebruik van PIXMA Cloud Link vanaf uw printer PIXMA Cloud Link gebruiken Problemen met de Cloud oplossen...
  • Pagina 46 Voordat u PIXMA Cloud Link gebruikt vanaf uw printer Controleer eerst het volgende: • Voorzorgsmaatregelen Als u de webservice wilt gebruiken om documenten af te drukken, moet u eerst deze voorzorgsmaatregelen controleren. • Netwerkomgeving De printer moet zijn verbonden met een LAN en met internet. Als de printer niet is verbonden met een LAN, klikt u hier en stelt u de verbinding in.
  • Pagina 47 NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
  • Pagina 48 Voorbereidingen voor het gebruik van PIXMA Cloud Link vanaf uw printer Volg de onderstaande stappen om de printergegevens te registreren bij de server van de cloudservice. 1. Controleer of de printer is verbonden met internet 2. Selecteer Cloud in het startscherm van de printer 3.
  • Pagina 49 Opmerking • Als u Niet akk. (Disagree) selecteert, wordt een bevestigingsscherm over het annuleren van de registratie van de gebruikersgegevens weergegeven. Als u Ja (Yes) selecteert, wordt de registratie van de gebruikersgegevens geannuleerd en keert u terug naar het startscherm. Zelfs als u Niet akk.
  • Pagina 50 De registratie van de printergegevens is voltooid en een lijst met apps wordt weergegeven. Klik hier voor een beschrijving van het scherm met de lijst met apps. Nadat u de registratie hebt voltooid, kunt u foto's en documenten afdrukken die zijn geüpload naar apps in de gekoppelde cloudservice en apps toevoegen/verwijderen/sorteren.
  • Pagina 51 Toepassingen beheren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u apps toevoegt, verwijdert en sorteert. Apps toevoegen U kunt uw favoriete apps toevoegen aan de printer. Voer de onderstaande stappen uit om apps toe te voegen. 1. Selecteer Cloud in het startscherm van de printer 2.
  • Pagina 52 Opmerking • Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. 6. Selecteer Registreer (Register) De registratie is voltooid en de app wordt toegevoegt aan de lijst met apps. Herhaal de procedure vanaf stap 5 als u nog een app wilt registreren.
  • Pagina 53 : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht, niet beschikbaar is in uw regio of uw model niet ondersteunt. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. 5. Selecteer Verwijder. (Delete) Nadat het verwijderen is voltooid, is de app verwijderd uit de lijst met apps in het hoofdscherm.
  • Pagina 54 : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht, niet beschikbaar is in uw regio of uw model niet ondersteunt. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. 5. Gebruik de knoppen om de app te verplaatsen...
  • Pagina 55 Het sorteren is voltooid. Als u wilt doorgaan met sorteren, herhaalt u de procedure vanaf stap 4. Als u het sorteren van apps wilt beëindigen, selecteert u Terug (Back) en keert u terug naar het hoofdscherm van de cloud.
  • Pagina 56 PIXMA Cloud Link gebruiken In dit gedeelte de beschreven hoe u foto's afdrukt, waarbij CANON iMAGE GATEWAY als voorbeeld wordt gebruik. Belangrijk • De beschikbare functies hangen af van de app. • De afdrukprocedure hangt af van de app. • U moet van tevoren een account aanmaken en foto- en andere gegevens registreren.
  • Pagina 57 4. Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken in de weergegeven lijst met afbeeldingen en selecteer daarna Volgende (Next) 5. Selecteer de benodigde afdrukinstellingen en selecteer daarna Kleur (Color) Er wordt een bericht weergegeven met de melding dat de afdruktaak is verzonden en het afdrukken begint.
  • Pagina 58 Opmerking • Als u een gebruiksgeschiedenis voor deze service wilt instellen, gaat u naar het startvenster van het bedieningspaneel en selecteert u Setup -> Web service setup -> Web service connection setup -> IJ Cloud Printing Center setup -> History setting for this service -> Save. Problemen met de Cloud oplossen...
  • Pagina 59 Cloudvensters In dit gedeelte worden het hoofdscherm van de Cloud en de beschikbare services in het hoofdscherm beschreven. Over het hoofdscherm Wanneer u de Cloud-functie gebruikt, volgt u eerst de onderstaande stappen om het hoofdscherm weer te geven. Wanneer u Cloud selecteert in het startscherm van de printer, wordt het hoofdscherm van de cloud weergegeven.
  • Pagina 60 : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht, niet beschikbaar is in uw regio of uw model niet ondersteunt. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. (2) Knop Toev/verw (Add/delete) U gebruikt deze knop om apps toe te voegen, te verwijderen en te sorteren.
  • Pagina 61 Taken beheren (Manage jobs) In het venster Statuslijst (Status list) kunt u de status van een taak controleren. Instellingen (Settings) Hiermee stelt u de Tijdzone (Time zone) in. Selecteer uw regio in de lijst. Voor sommige regio's kunt u instellen of u de zomertijd wilt toepassen. Belangrijk •...
  • Pagina 62 Problemen met de Cloud oplossen Als u niet kunt afdrukken Controleer het volgende als u niet kunt afdrukken. • Controleer of de printer is verbonden met internet. • Controleer of de printer is verbonden met een LAN en of het LAN verbinding heeft met internet. •...
  • Pagina 63 PIXMA Cloud Link gebruiken vanaf uw smartphone, tablet of computer Voordat u Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruikt Voorbereidingen voor het gebruik van Canon Inkjet Cloud Printing Center Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken Een printer toevoegen Problemen met Canon Inkjet Cloud Printing Center oplossen...
  • Pagina 64 Voordat u Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruikt Canon Inkjet Cloud Printing Center is een service die is gekoppeld aan de cloudfunctie van de printer en die u de mogelijkheid biedt bewerkingen uit te voeren zoals apps registreren en beheren vanaf uw smartphone of tablet en de afdrukstatus, afdrukfouten en inktstatus van de printer controleren.
  • Pagina 65 Mac OS X v10.6-OS X Mavericks v10.9 Safari 5.1, 6, 7 * Als u Internet Explorer 8 gebruikt, worden de webpagina's mogelijk niet correct weergegeven. Canon beveelt aan een upgrade uit te voeren naar Internet Explorer 9 of hoger of een andere browser te gebruiken.
  • Pagina 66 • In een interne netwerkomgeving moet poort 5222 worden vrijgegeven. Neem voor instructies contact op met de netwerkbeheerder.
  • Pagina 67 Voorbereidingen voor het gebruik van Canon Inkjet Cloud Printing Center Als u Canon Inkjet Cloud Printing Center wilt gebruiken, moet u de onderstaande stappen opvolgen en de gebruikersgegevens registreren. Registratiegegevens afdrukken vanaf de printer 1. Selecteer Instellen (Setup) -> Webservice instellen (Web service setup) ->...
  • Pagina 68 Opmerking • U gebruikt deze afgedrukte pagina in de volgende stap. Belangrijk • U moet de registratie binnen 60 minuten voltooien. Naar de URL op de afgedrukte pagina gaan en het e-mailadres en andere benodigde gegevens invoeren Belangrijk • Gebruik de knop Terug van de webbrowser niet terwijl een bewerking wordt uitgevoerd. Het scherm wordt dan mogelijk niet correct bijgewerkt.
  • Pagina 69 2. Selecteer Nieuw account maken (Create new account) in het aanmeldingsscherm 3. Geef het E-mailadres (E-mail address) en de Printerregistratie-ID (Printer registration ID) van de printereigenaar op en selecteer daarna OK De URL van de registratiepagina wordt verzonden naar het opgegeven e-mailadres.
  • Pagina 70 Naar de URL in de e-mail gaan, de gegevens registreren en de gebruikersregistratie voltooien 1. Wanneer een e-mail met het onderwerp 'Informatie over Canon Inkjet Cloud Printing Center' naar het opgegeven e-mailadres is verzonden, selecteert u de URL 2. Lees de meldingen in de vensters Licentieovereenkomst (License agreement) en...
  • Pagina 71 3. Geef uw Wachtwoord (Password) op in het invoerscherm voor gebruikersgegevens en selecteer Volgende (Next) Voer het wachtwoord voor aanmelding bij Canon Inkjet Cloud Printing Center in.
  • Pagina 72 Belangrijk • De onderstaande beperkingen gelden voor het Wachtwoord (Password). • Het wachtwoord moet tussen 8 en 32 tekens lang zijn en bestaan uit enkel-byte tekens en symbolen (!"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_`{|}~). (Letters zijn hoofdlettergevoelig.) 4. Geef de Gebruikersnaam (User name) op Voer de naam in die de gebruiker identificeert. Belangrijk •...
  • Pagina 73 5. Stel de Time zone in en selecteer Next Selecteer uw regio in de lijst. Als uw regio niet in de lijst staat, selecteert u de regio die het dichtst bij uw regio ligt. Zomertijd toepassen (Apply daylight saving time) Dit wordt alleen weergegeven als de zomertijd wordt gebruikt in de geselecteerde Tijdzone (Time zone).
  • Pagina 74 De registratie is voltooid. Er wordt een bericht weergegeven dat de registratie is voltooid. Wanneer u de knop OK selecteert in het bericht, wordt het aanmeldingsscherm weergegeven. Voer het geregistreerde e-mailadres en wachtwoord in en meld u aan bij Canon Inkjet Cloud Printing Center. Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken...
  • Pagina 75 Uw Printerregistratie-ID afdrukken Als u een printer wilt toevoegen met behulp van Canon Inkjet Cloud Printing Center, hebt u een Printerregistratie-ID (Printer registration ID) nodig. Druk de URL van de verificatiesite en uw Printerregistratie-ID (Printer registration ID) af via het bedieningspaneel van de printer.
  • Pagina 76 Het venster Canon Inkjet Cloud Printing Center In dit gedeelte worden de schermen van Canon Inkjet Cloud Printing Center beschreven die worden weergegeven op een smartphone, tablet of computer. Beschrijving van het aanmeldingsscherm Beschrijving van het hoofdscherm Beschrijving van het aanmeldingsscherm In dit gedeelte wordt het aanmeldingsscherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center beschreven.
  • Pagina 77 Hier wordt een beschrijving van deze service weergegeven. Beschrijving van het hoofdscherm Wanneer u zich aanmeldt bij Canon Inkjet Cloud Printing Center, wordt het hoofdscherm weergegeven. Bij deze service verschillen de functies die beschikbaar zijn voor een Standaardgebr. (Standard user) van de printer van de functies die beschikbaar zijn voor de Beheerder (Administrator) van de printer.
  • Pagina 78 Voor algemene gebruikers verschijnt het scherm Printer selecteren (Select printer). Scherm Printer beh. (Mng. printer) (scherm Printer selecteren (Select printer)) Vanuit het scherm Printer beh. (Mng. printer) (scherm Printer selecteren (Select printer)) kunt u de printergegevens die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center controleren* en bijwerken*,...
  • Pagina 79 • Printers verwijderen Als u selecteert, wordt de printer verwijderd uit Canon Inkjet Cloud Printing Center. Wanneer u het eigendom van de printer overgeeft, selecteert u De gegevens wissen die op de printer zijn opgeslagen (Clear the information saved on the printer).
  • Pagina 80 • Printers toevoegen Selecteer deze knop om printers toe te voegen die worden gebruikt in Canon Inkjet Cloud Printing Center. U hebt een printerregistratie-ID nodig om een printer te kunnen toevoegen. Opmerking • Voor elk e-mailadres kunnen maximaal 16 printers worden gebruikt.
  • Pagina 81 (2) Gebied met printernaam De geregistreerde naam van de geselecteerde printer wordt weergegeven. De Beheerder (Administrator) kan de printernaam wijzigen. (3) Rechtercontextmenu Wanneer u selecteert, wordt het contextmenu weergegeven. De weergegeven informatie hangt af van het menu dat is geselecteerd in het menugedeelte. Het symbool geeft aan dat er een nieuwe ongelezen melding is.
  • Pagina 82 U kunt het geregistreerde e-mailadres en wachtwoord, de taal, de tijdzone en andere instellingen wijzigen. • Help/jurid. kennis. (Help/legal notices)* De beschrijving van het scherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center en verschillende herinneringen worden weergegeven. • Afmelden (Log out)* Hiermee opent u het afmeldingsscherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center.
  • Pagina 83 (5) Menugebied De volgende 4 menuknoppen worden weergegeven: • Apps* Hiermee geeft u de lijst met geregistreerde apps weer in het Weergavegebied. • Configuratie (Config) Hiermee geeft u het scherm Geregistreerde apps weer in het Weergavegebied. U kunt de weergave wisselen tussen Geregistreerd (Registered) en Apps zoeken (Search apps).
  • Pagina 84 In het scherm Apps zoeken (Search apps) worden de apps die u kunt registreren met Canon Inkjet Cloud Printing Center weergegeven op categorie. ◦ Wanneer u selecteert, worden de gegevens van de app weergegeven. kunt u aangeven of u de app wilt registreren of de registratie ongedaan wilt maken.
  • Pagina 85 : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. • Eigenschapp. (Properties)* In dit scherm wordt de status van de momenteel geselecteerde printer weergegeven. U kunt controleren hoeveel inkt resteert of informatie bekijken over een opgetreden fout. U hebt ook toegang tot een site waar u inkt kunt kopen en tot de Online handleiding.
  • Pagina 86 Wanneer u de knop Printer beh. (Mng. printer) (Printer selecteren (Select printer)) selecteert, verschijnt het scherm Printer beh. (Mng. printer) (Printer selecteren (Select printer)). Vanuit het scherm Printer beh. (Mng. printer) (scherm Printer selecteren (Select printer)) kunt u de printergegevens die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center controleren* en bijwerken*,...
  • Pagina 87 Wanneer u het eigendom van de printer overgeeft, selecteert u De gegevens wissen die op de printer zijn opgeslagen (Clear the information saved on the printer). • Printers toevoegen Selecteer deze knop om printers toe te voegen die worden gebruikt in Canon Inkjet Cloud Printing Center. U hebt een Printer registration ID nodig als u een printer wilt toevoegen.
  • Pagina 88 (2) Knop Gebruikers beheren (Manage users) Wanneer u de knop Gebruikers beheren (Manage users) selecteert, verschijnt het scherm Gebruikers beheren. Vanuit het scherm Gebruikers beheren (Manage users) kunt u de gebruikersgegevens controleren die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center, gebruikers verwijderen, gebruikers toevoegen de instellingen voor Beheerder (Administrator) en Standaardgebr.
  • Pagina 89 (3) Gebied met printernaam De geregistreerde naam van de geselecteerde printer wordt weergegeven. De Beheerder (Administrator) kan de functies van Printer beh. (Mng. printer) gebruiken om printernaam te wijzigen. (4) Menugebied De volgende 4 menuknoppen worden weergegeven: • Sorteren (Sort) (Apps) Hiermee geeft u de lijst met geregistreerde apps weer in het Linkercontextmenu.
  • Pagina 90 In het scherm Apps zoeken (Search apps) worden de apps die u kunt registreren met Canon Inkjet Cloud Printing Center weergegeven op categorie. ◦ Wanneer u selecteert, worden de gegevens van de app weergegeven. kunt u aangeven of u de app wilt registreren of de registratie ongedaan wilt maken.
  • Pagina 91 • Eigenschapp. (Properties)* In dit scherm wordt de status van de momenteel geselecteerde printer weergegeven. U kunt controleren hoeveel inkt resteert of informatie bekijken over een opgetreden fout. U hebt ook toegang tot een site waar u inkt kunt kopen en tot de Online handleiding. Belangrijk •...
  • Pagina 92 (8) Weergavegebied De weergave verandert op basis van het geselecteerde menu.
  • Pagina 93 Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken Nadat de gebruikersregistratie is voltooid, kunt u zich aanmelden bij Canon Inkjet Cloud Printing Center en de service gebruiken. 1. Ga vanaf uw pc, smartphone of tablet naar de aanmeldings-URL van de service (http://cs.c- ij.com/)
  • Pagina 94 Afdrukprocedure In dit gedeelte de beschreven hoe u foto's afdrukt, waarbij CANON iMAGE GATEWAY als voorbeeld wordt gebruik. Belangrijk • De beschikbare functies hangen af van de app. • De afdrukprocedure hangt af van de app. • U moet van tevoren een account aanmaken en foto- en andere gegevens registreren.
  • Pagina 95 4. Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken in de weergegeven lijst met afbeeldingen en selecteer daarna Volgende (Next) 5. Selecteer de benodigde afdrukinstellingen en selecteer daarna Afdrukken (Print)
  • Pagina 96 6. Er wordt een bericht over het voltooien van de afdruktaak weergegeven en het afdrukken begint Als u het afdrukken wilt vervolgen, selecteert u Doorgaan (Continue) en herhaalt u de procedure vanaf stap 3. Als u het afdrukken wilt beëindigen, selecteert u Apps en keert u terug naar het scherm met de lijst met apps.
  • Pagina 97 Een printer toevoegen Met één account kunt u de services van Canon Inkjet Cloud Printing Center op meerdere printers gebruiken. De procedure voor het toevoegen van een printer is als volgt: 1. Druk de registratiegegevens af met de printer die u wilt toevoegen 2.
  • Pagina 98 6. Voer het Wachtwoord (Password) voor het account in dat u van tevoren hebt ontvangen en selecteer OK De printer is toegevoegd. Als het bericht dat de printer is toegevoegd niet wordt weergegeven, volgt u de aanwijzingen in het weergegeven scherm. Problemen met Canon Inkjet Cloud Printing Center oplossen...
  • Pagina 99 (IJ Cloud Printing Center setup) -> Verwijderen van deze service (Delete from this service) in het startscherm van de printer om de serviceregistratie te verwijderen. Nadat u de printer opnieuw hebt ingesteld, voert u de registratie van Canon Inkjet Cloud Printing Center uit vanaf het begin.
  • Pagina 100 (IJ Cloud Printing Center setup) -> Verwijderen van deze service (Delete from this service) in het startscherm van de printer om de serviceregistratie te verwijderen. Nadat u de printer opnieuw hebt ingesteld, voert u de registratie van Canon Inkjet Cloud Printing Center uit vanaf het begin.
  • Pagina 101 Afdrukken met Google Cloud Print De printer is compatibel met Google Cloud Print™ (Google Cloud Print is een service die wordt aangeboden door Google Inc.). Met Google Cloud Print kunt u vanaf elke locatie afdrukken met toepassingen of services die Google Cloud Print ondersteunen.
  • Pagina 102 Afdrukken met Google Cloud Print voorbereiden Als u wilt afdrukken met Google Cloud Print, hebt u een Google-account nodig en moet u de printer eerst registreren bij Google Cloud Print. Een Google-account maken Als u al een Google-account hebt, moet u de printer registreren. De printer registreren bij Google Cloud Print Een Google-account maken Zorg eerst dat u een Google-account hebt, zodat u de printer kunt registreren bij Google Cloud Print.
  • Pagina 103 2. Selecteer Instellen (Setup) in het startscherm 3. Selecteer Webservice instellen (Web service setup) -> Verbinding instellen (Connection setup) -> Google Cloud Print instellen (Google Cloud Print setup) -> Registreren bij Google Cloud Print (Register with Google Cloud Print) Opmerking •...
  • Pagina 104 3. Selecteer Webservice instellen (Web service setup) -> Verbinding instellen (Connection setup) -> Google Cloud Print instellen (Google Cloud Print setup) -> Verwijder uit Google Cloud Print (Delete from Google Cloud Print) 4. Wanneer het bevestigingsbericht over het verwijderen van de printer wordt weergegeven, selecteert u Ja (Yes)
  • Pagina 105 Afdrukken vanaf een computer of smartphone met Google Cloud Print Wanneer u afdrukgegevens verzendt met Google Cloud Print, ontvangt de printer deze gegevens en worden ze automatisch afgedrukt als de printer is ingeschakeld. Wanneer u afdrukt vanaf een smartphone, tablet, computer of ander apparaat met behulp van Google Cloud Print, moet u van tevoren papier plaatsen in de printer.
  • Pagina 106 • Als u een ander mediumtype dan normaal papier selecteert of als u een ander papierformaat dan A4/Letter/B5/A5 selecteert, worden de afdrukgegevens enkelzijdig afgedrukt, ook al hebt u dubbelzijdig afdrukken geselecteerd. (* Het papierformaat hangt af van het model van uw printer. Voor informatie over ondersteunde papierformaten gaat u naar de startpagina van de Online handleiding en raadpleegt u 'Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt' voor uw model.) •...
  • Pagina 107 Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat In dit document wordt uitgelegd hoe u met AirPrint draadloos afdrukt vanaf uw iPad, iPhone of iPod touch op een Canon-printer. Met AirPrint kunt u direct vanaf uw Apple-apparaat foto's, e-mails, webpagina's en documenten met uw printer afdrukken, zonder een stuurprogramma te hoeven installeren.
  • Pagina 108 3. Raak in het optiemenu Afdrukken (Print) aan. 4. Selecteer in de Printeropties (Printer Options) het model dat u gebruikt. Belangrijk • Niet alle apps ondersteunen AirPrint. Hierdoor wordt Printeropties (Printer Options) mogelijk niet weergegeven. Kunt u vanuit een bepaalde app de printeropties niet gebruiken, dan kunt u vanuit die app niet afdrukken.
  • Pagina 109 5. Wanneer u een bestandsindeling met meerdere pagina's afdrukt, zoals een PDF- bestand, klikt u op Bereik (Range) en vervolgens op Alle pagina's (All Pages) of selecteert u het af te drukken paginabereik. 6. Klik voor 1 kopie (1 Copy) op + of - om het aantal vereiste kopieën in te stellen. 7.
  • Pagina 110 Een afdruktaak verwijderen Afdruktaken kunnen met AirPrint op de volgende twee manieren worden verwijderd: • Vanaf de printer: als uw printer een LCD-monitor heeft, gebruikt u het bedieningspaneel om de afdruktaak te annuleren. Als uw printer geen LCD-monitor heeft, drukt u op de knop Stop op de printer om de afdruktaak te annuleren.
  • Pagina 111 Kan het document niet worden afgedrukt, raadpleeg dan de Online handleiding voor uw model. Opmerking • Nadat u de printer hebt aangezet, kan het enkele minuten duren voordat de printer via een draadloze LAN-verbinding kan communiceren. Controleer of de printer met het draadloze LAN is verbonden en probeer vervolgens af te drukken.
  • Pagina 112 U kunt uw smartphone, tablet of computer gebruiken om de Prtrstatus (Printer Status) te controleren en nuttige functies uit te voeren vanuit apps zoals Canon Inkjet Print Utility en PIXMA Printing Solutions. U kunt ook de handige webservices van Canon gebruiken.
  • Pagina 113 Prtrstatus (Printer Status) Deze functie geeft printergegevens weer, zoals de resterende hoeveelheid inkt, de status en gedetailleerde foutgegevens. U kunt ook naar een site gaan waar u inkt kunt kopen, naar een ondersteuningspagina gaan en webservices gebruiken. Hulpprogramma's (Utilities) Met deze functie kunt u de handige functies van de printer, zoals reiniging, instellen en uitvoeren. AirPrint-inst.
  • Pagina 114 Handleiding (online) (Manual (Online)) Deze functie geeft de Online handleidingweer.
  • Pagina 115 Integratiefunctie voor online opslag De printer kan worden geïntegreerd met online opslagservices zoals Evernote. Integratie met het online notitieprogramma 'Evernote' Als een Evernote-clienttoepassing op uw computer is geïnstalleerd, kunt u gescande afbeeldingen importeren in de toepassing en uploaden naar de server van Evernote. Vanaf bijvoorbeeld andere computers of smartphones kan door de geüploade afbeeldingen worden gebladerd.
  • Pagina 116 U kunt gemakkelijk afdrukken vanaf een andere locatie, zoals uw vakantiebestemming. Ook uw familie en vrienden kunnen afdrukken wanneer ze zich van tevoren registreren. U kunt Print from E-mail gebruiken op elke Canon-printer die de service ondersteunt. Controleer uw omgeving Controleer eerst uw omgeving.
  • Pagina 117 3. Controleer of een e-mail is verzonden naar het opgegeven e-mailadres 4. Ga naar de URL in de e-mail en voltooi de printerregistratie Opmerking • Het e-mailadres dat op het scherm wordt weergegeven wanneer u de registratie hebt voltooid, wordt alleen gebruikt voor de functie Afdrukken vanuit e-mail (Print from E-mail).
  • Pagina 118 instellen (Print from E-mail setup) -> Adres voor afdrukk. controleren (Check address for printing) te selecteren. Belangrijk • U kunt de service niet gebruiken wanneer onderhoud wordt uitgevoerd aan de service. De service gebruiken met meer dan één persoon Als u wilt dat meerdere gebruikers deze functie kunnen gebruiken, moet u die gebruikers (anderen dan de printereigenaar) registreren als leden.
  • Pagina 119 • Controleer of het e-mailadres waarnaar de e-mail is verzonden correct is. U controleert het afdrukadres door het startvenster weer te geven via het bedieningspaneel van de printer en Instellen (Setup) -> Webservice instellen (Web service setup) -> Webserviceverbinding instellen (Web service connection setup) -> Afdrukken vanuit e-mail instellen (Print from E-mail setup) ->...
  • Pagina 120 weer op het bedieningspaneel van de printer, selecteert u Setup -> Web service setup -> Web service connection setup -> Print from E-mail setup -> Delete registered printer en verwijdert u de registratiegegevens. Als u niet kunt afdrukken nadat de printer is gerepareerd Registreer de printer en de printereigenaar opnieuw •...
  • Pagina 121 Voorbereidingen voor het gebruik van Afdrukken vanuit e-mail Als u deze service wilt gebruiken om een foto of document af te drukken, moet u de onderstaande stappen uitvoeren en de printer registreren. De URL van de pagina voor printerregistratie en de pincode afdrukken Eerst moet u de URL van de pagina voor printerregistratie en de pincode afdrukken.
  • Pagina 122 Belangrijk • Een e-mail met de vereiste informatie om de registratie te voltooien worden verzonden naar het opgegeven e-mailadres van de printereigenaar. • Als domeinspecifieke ontvangst is ingesteld, wijzigt u de instelling zodat e-mail van 'info@mp.c- ij.com' kan worden ontvangen. Opmerking •...
  • Pagina 123 Belangrijk • U kunt maximaal 30 tekens invoeren. 6. Controleer de registratiegegevens in het venster Registratie eigenaar bevestigen (Confirm Owner Registration) en selecteer daarna Registreren (Register) Er wordt een tijdelijk wachtwoord weergegeven. Belangrijk • Het tijdelijke wachtwoord dat wordt weergegeven, staat niet in de verzonden e-mail. Noteer het tijdelijke wachtwoord daarom voordat u het scherm sluit.
  • Pagina 124 Lijst met tijdzones (UTC-12:00) Internationale datumgrens west (UTC-11:00) Midway-eilanden (UTC-10:00) Hawaï (UTC-09:00) Alaska (UTC-08:00) Tijuana, Baja California, Pacific Time (VS & Canada) (UTC-07:00) Arizona, Chihuahua, La Paz, Mazatlán, Mountain Time (VS & Canada) (UTC-06:00) Guadalajara, Mexico-stad, Monterrey, Saskatchewan, Centraal-Amerika, Central Time (VS & Canada) (UTC-05:00) Indiana (oostelijk), Bogota, Lima, Quito, Eastern Time (VS &...
  • Pagina 125 Eenvoudig afdrukken vanaf een smartphone of tablet met PIXMA Printing Solutions Gebruik PIXMA Printing Solutions om foto's die u op een smartphone of tablet hebt opgeslagen eenvoudig draadloos af te drukken. U kunt ook gescande gegevens (PDF of JPEG) rechtstreeks op een smartphone of tablet ontvangen zonder een computer te gebruiken.
  • Pagina 126 Voor informatie over verbinding met het netwerk raadpleegt u de configuratie-URL (http://www.canon.com/ ijsetup) voor gebruik van dit product vanaf uw computer, smartphone of tablet. Nadat de verbinding is voltooid, wordt de Canon Inkjet Print Utility-software waarmee u gedetailleerde afdrukinstellingen kunt selecteren, automatisch gedownload.
  • Pagina 127 Overzicht van het apparaat Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Het bedieningspaneel gebruiken Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Geheugenkaarten plaatsen Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren vanaf uw computer De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren...
  • Pagina 128 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid...
  • Pagina 129 Veiligheidsvoorschriften Een locatie kiezen • Installeer het apparaat op een stabiele plaats die vrij van trillingen is. • Installeer het apparaat niet op een plaats die zeer vochtig of stoffig is en niet in direct zonlicht, buitenshuis of dicht bij een warmtebron. U kunt het risico van brand of elektrische schokken beperken door het apparaat te gebruiken volgens de werkingsomgeving die staat aangegeven in de Online handleiding.
  • Pagina 130 • Gooi inkttanks en FINE-cartridges nooit in het vuur. • Probeer de printkop, inkttanks en FINE-cartridges niet uit elkaar te halen of te wijzigen.
  • Pagina 131 Canon does not recommend extending the Activation Times from the optimum ones set as default. ®...
  • Pagina 132 Paper types This product can be used to print on both recycled and virgin paper (certified to an environmental stewardship scheme), which complies with EN12281 or a similar quality standard. In addition it can support printing on media down to a weight of 64g/m , lighter paper means less resources used and a lower environmental footprint for your printing needs.
  • Pagina 133 Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Het bedieningspaneel gebruiken...
  • Pagina 134 Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Binnenaanzicht Bedieningspaneel...
  • Pagina 135 Vooraanzicht (1) bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de apparaatinstellingen te wijzigen of het apparaat te bedienen. Open het bedieningspaneel als u een inkttank wilt vervangen, een inktlampje wilt controleren of vastgelopen papier uit het apparaat wilt verwijderen. Bedieningspaneel (2) documentklep Open deze klep als u een origineel op de glasplaat wilt plaatsen.
  • Pagina 136 (10) kaartsleuf Hier kunt u een geheugenkaart plaatsen. Voordat u de geheugenkaart plaatst (11) Toegang (Access)-lampje Dit lampje brandt of knippert om de status van de geheugenkaart aan te geven. Geheugenkaarten plaatsen (12) glasplaat Plaats hier een origineel.
  • Pagina 137 Achteraanzicht (1) transporteenheid Open de achterklep wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen. (2) netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. (3) USB-poort Sluit hier de USB-kabel aan om het apparaat op een computer aan te sluiten. Belangrijk • Raak het metalen omhulsel niet aan. •...
  • Pagina 138 Binnenaanzicht (1) inktlampjes Deze lampjes branden of knipperen om de status van de inkttank aan te geven. De inktstatus controleren met de inktlampjes (2) printkophouder De printkop is vooraf geïnstalleerd. Opmerking • Zie Een inkttank vervangen voor informatie over het vervangen van een inkttank.
  • Pagina 139 (7) NFC-markering (Near Field Communication) Haal een smartphone of ander apparaat met NFC-functie en met een geïnstalleerde NFC-compatibele toepassing van Canon over deze markering om af te drukken en andere bewerkingen uit te voeren. (8) Alarm-lampje Wanneer er een fout optreedt, knippert of brandt dit lampje.
  • Pagina 140 Knippert: Bezig met afdrukken of scannen via een draadloos LAN. Dit lampje knippert ook tijdens de configuratie van een draadloze LAN-verbinding.
  • Pagina 141 Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Controleer of de printer is ingeschakeld Het apparaat in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer...
  • Pagina 142 Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt wanneer het apparaat is ingeschakeld. Als het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt, is het apparaat ingeschakeld, zelfs als het aanraakscherm uit is. Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
  • Pagina 143 Het apparaat in- en uitschakelen Het apparaat inschakelen 1. Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert en blijft branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
  • Pagina 144 Belangrijk • Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, controleert u of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is. Opmerking • U kunt het apparaat automatisch laten uitschakelen wanneer gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd of geen afdruktaken naar het apparaat zijn gestuurd. Dit is de standaardinstelling.
  • Pagina 145 Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Koppel het netsnoer eenmaal per maand los om te controleren of geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet bij de stekker of het netsnoer. • De stekker/het netsnoer is heet. • De stekker/het netsnoer is roestig. •...
  • Pagina 146 Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk • Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN (ON) en controleert u daarna of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is. Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt terwijl het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt of knippert, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden.
  • Pagina 147 Het bedieningspaneel gebruiken Het bedieningspaneel bestaat uit het aanraakscherm (A) en knoppen (B). Raak het HOME-scherm op het aanraakscherm aan met uw vingertop om menu's te selecteren voor kopiëren, scannen en andere functies. Het HOME-scherm bestaat uit drie afzonderlijke schermen. (A) aanraakscherm (B) Knoppen op het bedieningspaneel Basishandelingen op het aanraakscherm...
  • Pagina 148 Hiermee selecteert u een onderdeel of foto op het scherm. Aanraken Licht aanraken met uw vingertop. Als u menu´s of foto´s continu wilt doorlopen (voor- en achterwaarts), laat u het teken voor vooruit of terug niet los. Vegen Veeg uw vinger omhoog, omlaag, naar links of naar rechts over het scherm. Hiermee schakelt u over naar een ander menu of bladert u voor- of achterwaarts door foto´s.
  • Pagina 149 Een praktijkvoorbeeld van het aanraakscherm Voorbeeld: Bediening van het aanraakscherm in het fotoselectiescherm van Foto afdrukken Veeg uw vinger naar links of naar rechts op een foto om de volgende of vorige foto weer te geven. U kunt dit ook doen door op de tekens (C) te tikken. Als u continu voor- of achterwaarts door foto's wilt bladeren, laat u uw vinger op een van de tekens (C) staan.
  • Pagina 150 Veeg naar links of rechts en tik op de datum van foto´s om deze weer te geven. Tik op (F) om de foto te vergroten/verkleinen. Tik op (K) om de foto te vergroten en op (L) om de foto te verkleinen. Sleep uw vinger over de foto om het deel dat u wilt zien, weer te geven.
  • Pagina 151 Sleep het scherm omhoog of omlaag en tik op een onderdeel om het te selecteren. Hiermee wordt nog een lijst geopend. Sleep deze op dezelfde manier en tik op een instelling.
  • Pagina 152 Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Geheugenkaarten plaatsen...
  • Pagina 153 Papier plaatsen Normaal papier/fotopapier plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Afdrukgebied...
  • Pagina 154 • Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking • Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier.
  • Pagina 155 2. Houd de rechterkant van de voorklep vast en trek de cassette eruit totdat deze stopt. 3. Gebruik de rechter papiergeleider (A) om beide papiergeleiders helemaal open te schuiven. 4. Plaats het papier in het midden van de cassette MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN. Duw de papierstapel helemaal tegen de achterzijde van de cassette.
  • Pagina 156 5. Verschuif de rechter papiergeleider (A) om de papiergeleiders tegen beide zijden van de papierstapel te schuiven. Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen het papier. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd. Opmerking • Plaats het papier niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (D). •...
  • Pagina 157 6. Houd de rechterkant van de voorklep vast en duw de cassette terug totdat de pijl ( ) op de voorklep samenvalt met de pijl ( ) op het apparaat. Nadat u de cassette hebt teruggeduwd, wordt het registratiescherm voor papiergegevens weergegeven op het aanraakscherm.
  • Pagina 158 Belangrijk • Zorg dat u de papieruitvoerlade opent tijdens het afdrukken. Als u de lade niet opent, kan het apparaat niet beginnen met afdrukken. Opmerking • Wanneer u afdrukt, selecteert u het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen op het bedieningspaneel of van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 159 Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen en COM10-enveloppen plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk • Afdrukken van enveloppen vanuit het bedieningspaneel of vanuit een digitale camera wordt niet ondersteund.
  • Pagina 160 2. Houd de rechterkant van de voorklep vast en trek de cassette eruit totdat deze stopt. 3. Gebruik de rechter papiergeleider (A) om beide papiergeleiders helemaal open te schuiven. 4. Plaats de enveloppen in het midden van de cassette MET DE ADRESZIJDE NAAR BENEDEN.
  • Pagina 161 5. Verschuif de rechter papiergeleider (A) om de papiergeleiders tegen beide zijden van de enveloppen te schuiven. Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen de enveloppen. De enveloppen worden dan misschien niet goed ingevoerd. Opmerking • Plaats de enveloppen niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (D). •...
  • Pagina 162 7. Selecteer het formaat en type van de geplaatste enveloppen in de cassette bij Pg.form. (Page size) en Type en tik daarna op OK. Papierinstelling voor afdrukken 3. Open de papieruitvoerlade. 1. Trek de papiersteun (F) uit en open vervolgens het verlengstuk van de uitvoerlade (G). 2.
  • Pagina 163 Belangrijk • Zorg dat u de papieruitvoerlade opent tijdens het afdrukken. Als u de lade niet opent, kan het apparaat niet beginnen met afdrukken. Opmerking • Wanneer u afdrukt, selecteert u het formaat en type van de geplaatste enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 164 Mediumtypen die u kunt gebruiken Kies voor het beste afdrukresultaat papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse papiersoorten waarmee u het plezier van afdrukken kunt vergroten, zoals stickers, en papiersoorten voor foto's of documenten. Het verdient aanbeveling belangrijke foto's af te drukken op origineel Canon-papier.
  • Pagina 165 • 64 tot 105 g /m (17 tot 28 lb) (gewoon papier, uitgezonderd papier van het merk Canon) Gebruik geen zwaarder of lichter papier (met uitzondering van papier van het merk Canon), anders kan het papier in het apparaat vast komen te zitten.
  • Pagina 166 (10 vellen: Legal) (10 vellen: Legal) Enveloppen 5 enveloppen Origineel Canon-papier Opmerking • Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen (behalve voor High Resolution Paper <HR-101N>).
  • Pagina 167 Fotostickers <PS-101> 1 vel *1 Het correct invoeren van papier verloopt wellicht niet goed bij de maximumcapaciteit, afhankelijk van de papiersoort of de omgevingsomstandigheden (zeer hoge of lage temperaturen of luchtvochtigheid). Plaats in dergelijke gevallen per keer niet meer vellen dan de helft van de maximumcapaciteit. *2 Wij adviseren u de vorige afgedrukte envelop uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen.
  • Pagina 168 • Papier dat te dun is (dat minder weegt dan 64 g /m (17 lb)) • Papier dat te dik is (gewoon papier, behalve papier van het merk Canon, dat meer weegt dan 105 g /m (28 lb)) • Papier dat dunner is dan een briefkaart, inclusief gewoon papier of papier van een notitieblok dat kleiner is gemaakt (wanneer u afdrukt op papier dat kleiner is dan A5) •...
  • Pagina 169 Afdrukgebied Afdrukgebied Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Letter, Legal Enveloppen...
  • Pagina 170 Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het papier vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk. Als u hier afdrukt, kan de afdrukkwaliteit of de precisie van de papierinvoer echter afnemen.
  • Pagina 171 Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) 141,2 x 202,0 mm (5,56 x 7,95 inch) 203,2 x 289,0 mm (8,00 x 11,38 inch) 175,2 x 249,0 mm (6,90 x 9,80 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch) 94,8 x 144,4 mm (3,73 x 5,69 inch) 13 x 18 cm (5 x 7 inch) 120,2 x 169,8 mm (4,73 x 6,69 inch)
  • Pagina 172 Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 271,4 mm (8,00 x 10,69 inch) Legal 203,2 x 347,6 mm (8,00 x 13,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 43,3 mm (1,70 inch) (B) 37,4 mm (1,47 inch) Afdrukgebied (C) 3,0 mm (0,12 inch) (D) 5,0 mm (0,20 inch) (E) 6,4 mm (0,25 inch) (F) 6,3 mm (0,25 inch)
  • Pagina 173 Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) DL-envelop 98,8 x 179,5 mm (3,88 x 7,06 inch) COM10-envelop 93,5 x 200,8 mm (3,68 x 7,90 inch) Aanbevolen afdrukgebied (A) 8,0 mm (0,31 inch) (B) 32,5 mm (1,28 inch) (C) 5,6 mm (0,22 inch) (D) 5,6 mm (0,22 inch)
  • Pagina 174 Originelen plaatsen Originelen op de glasplaat plaatsen Originelen plaatsen voor elke functie Originelen die u kunt plaatsen De documentklep loskoppelen/bevestigen...
  • Pagina 175 Originelen op de glasplaat plaatsen 1. Plaats een origineel op de glasplaat. 1. Open de documentklep. 2. Plaats het origineel MET DE TE SCANNEN ZIJDE NAAR BENEDEN op de glasplaat. Originelen die u kunt plaatsen Originelen plaatsen voor elke functie Belangrijk •...
  • Pagina 176 Originelen plaatsen voor elke functie Plaats het origineel op de juiste positie op basis van de functie die u wilt gebruiken. Als u het origineel niet correct plaatst, wordt het mogelijk niet juist gescand. Het origineel uitgelijnd met de positiemarkering plaatsen •...
  • Pagina 177 Slechts één origineel in het midden van de glasplaat plaatsen • Slechts één afgedrukte foto scannen met Foto kopiëren (Photo copy) • In Scannen (Scan): ◦ selecteer Automatische scan (Auto scan) voor Doc.type om een afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of disc te scannen ◦...
  • Pagina 178 Opmerking • De functie voor het corrigeren van scheve originelen corrigeert automatisch originelen die onder een hoek van maximaal 10 graden zijn geplaatst. Scheve foto's met een lange zijde van 180 mm (7,1 inch) of meer kunnen niet worden gecorrigeerd. •...
  • Pagina 179 Originelen die u kunt plaatsen Item Details Typen originelen - Tekstdocumenten, tijdschriften of kranten - Afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of schijf (bd/dvd/cd, enzovoort) Grootte (breedte x hoogte) Maximaal 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inch) Opmerking • Wanneer u een dik origineel zoals een boek op de glasplaat plaatst, kunt u de documentklep van het apparaat verwijderen.
  • Pagina 180 De documentklep loskoppelen/bevestigen De documentklep loskoppelen: Houd de documentklep verticaal en duw deze naar achteren. De documentklep bevestigen: Plaats beide scharnieren (A) van de documentklep op de houder (B) en schuif de scharnieren verticaal in de documentklep, zoals hieronder wordt aangegeven.
  • Pagina 181 Geheugenkaarten plaatsen Voordat u de geheugenkaart plaatst Geheugenkaarten plaatsen De geheugenkaart uit de sleuf halen...
  • Pagina 182 Voordat u de geheugenkaart plaatst De volgende soorten geheugenkaarten en afbeeldingsgegevens zijn compatibel met het apparaat. Belangrijk • Als u foto's hebt gemaakt en opgeslagen op een type geheugenkaart waarvan niet wordt gegarandeerd dat deze kan worden gebruikt in uw digitale camera, kunnen de afbeeldingsgegevens mogelijk niet door dit apparaat worden gelezen of kunnen ze beschadigd raken.
  • Pagina 183 Afdrukbare afbeeldingsgegevens • Dit apparaat accepteert en afbeeldingen die zijn gemaakt met een digitale camera die voldoet aan het Design rule for Camera File system (compatibel met Exif 2.2/2.21/2.3), TIFF (compatibel met Exif 2.2/2.21/2.3). Andere typen afbeeldingen of films, zoals RAW-afbeeldingen, kunnen niet worden afgedrukt.
  • Pagina 184 Geheugenkaarten plaatsen Belangrijk • Als u een geheugenkaart in de kaartsleuf plaatst, gaat het Toegang (Access)-lampje branden. Als het Toegang (Access)-lampje knippert, heeft het apparaat toegang tot de geheugenkaart. Raak het gebied rondom de kaartsleuf dan niet aan. Opmerking • Als Lees-/schrijfkenmerk (Read/write attribute) is ingesteld op Beschrijfbaar van USB-pc (Writable from USB PC) of Beschrijfbaar van LAN-pc (Writable from LAN PC), kunt u geen afbeeldingsgegevens vanaf de geheugenkaart afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat.
  • Pagina 185 Plaats de volgende typen geheugenkaarten in de onderste kaartsleuf: • SD Secure Digital-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart • miniSD-kaart , miniSDHC-kaart • microSD-kaart , microSDHC-kaart Belangrijk • Een deel van de geheugenkaart steekt uit de kaartsleuf. Dit hoort zo. Probeer de kaart niet met kracht verder in de sleuf te duwen.
  • Pagina 186 De geheugenkaart uit de sleuf halen Belangrijk • Als u de kaartsleuf hebt gebruikt als het geheugenkaartstation van een computer, moet u de kaartsleuf 'veilig verwijderen' uit de computer voordat u de geheugenkaart uit het apparaat verwijdert. De kaartsleuf instellen als het geheugenkaartstation van de computer 1.
  • Pagina 187 Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren...
  • Pagina 188 Een inkttank vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, wordt het bericht op het aanraakscherm weergegeven om u op de hoogte te brengen van het probleem. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Een bericht verschijnt op het scherm Opmerking •...
  • Pagina 189 3. Open het bedieningspaneel (A) en open de papieruitvoerlade (B). Open het bedieningspaneel (A) totdat het stopt. De printkophouder schuift naar de vervangingspositie. Let op • Houd de printkophouder niet vast om deze te stoppen of te verplaatsen. Raak de printkophouder niet aan voordat deze helemaal stilstaat.
  • Pagina 190 Opmerking • Verwijder niet twee of meer inkttanks tegelijk. Vervang inkttanks één voor één als u twee of meer inkttanks vervangt. • Raadpleeg De inktstatus controleren met de inktlampjes voor meer informatie over de knippersnelheid van de inktlampjes. 5. Bereid een nieuwe Inkttank voor. 1.
  • Pagina 191 Belangrijk • Druk de zijkanten van de inkttank niet in. Als u de zijkanten van de inkttank indrukt en het Y- vormige luchtgat (D) wordt geblokkeerd, kan er inkt spatten. • Raak de binnenkant van het oranje beschermkapje (E) of de geopende inktopening (F) niet aan. Als u deze aanraakt, kunt u inktvlekken op uw handen krijgen.
  • Pagina 192 Belangrijk • U kunt niet afdrukken als de inkttank onjuist is geplaatst. U moet de inkttank correct plaatsen, zoals is aangegeven op het label van de printkophouder. • U kunt pas afdrukken als alle inkttanks zijn geïnstalleerd. Zorg dat alle inkttanks zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 193 De Canon IJ-statusmonitor wordt geopend en een afbeelding van de inktstatus wordt weergegeven. Opmerking • De informatie die in de Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven, kan afwijken naargelang het land of de regio waarin u de printer gebruikt. 3. Klik zo nodig op Inktdetails (Ink Details) U kunt de informatie over inkt bekijken.
  • Pagina 194 De inktstatus controleren De inktstatus controleren met het aanraakscherm op het apparaat De inktstatus controleren met de inktlampjes U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm. De inktstatus controleren vanaf uw computer...
  • Pagina 195 De inktstatus controleren met het aanraakscherm op het apparaat 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld en geef het HOME-scherm weer. Als het HOME-scherm niet wordt weergegeven, drukt u op de knop HOME om het scherm weer te geven. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op Instellen (Setup).
  • Pagina 196 De inktstatus controleren met de inktlampjes 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2. Open de voorklep en open vervolgens de papieruitvoerlade. 3. Til het bedieningspaneel omhoog en open dit totdat het stopt. Vervangingsprocedure 4. Controleer het inktlampje. Sluit het bedieningspaneel nadat u de status van de inktlampjes hebt gecontroleerd. Vervangingsprocedure •...
  • Pagina 197 beschermkapje van de onderzijde van de inkttank is verwijderd en drukt u daarna op de bovenkant van de inkttank totdat de inkttank op zijn plaats klikt. Als het inktlampje nog steeds niet brandt nadat de inkttank opnieuw is geplaatst, is er een fout opgetreden en kan er niet met het apparaat worden afgedrukt.
  • Pagina 198 Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen...
  • Pagina 199 Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren De printkop uitlijnen...
  • Pagina 200 Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten vaag zijn, kleuren niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten (bijvoorbeeld omdat lijnen niet evenwijdig worden afgedrukt), voert u de onderstaande onderhoudsprocedure uit. Belangrijk • Spoel de printkop en inkttank niet af en veeg ze niet schoon. Dit kan allerlei problemen met de printkop en inkttank veroorzaken.
  • Pagina 201 Vanaf de computer De printkoppen reinigen vanaf de computer Druk na het reinigen van de printkop het controleraster voor spuitopeningen af en controleer dit: Stap 1 Als het probleem niet is opgelost nadat u stap 1 tot en met stap 3 tweemaal hebt uitgevoerd: Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
  • Pagina 202 Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Opmerking • Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna leeg U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat...
  • Pagina 203 Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 4. Tik op Ja (Yes). Het controleraster voor de spuitopeningen wordt afgedrukt en er worden twee bevestigingsschermen op het aanraakscherm weergegeven. Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen.
  • Pagina 204 Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. 1. Controleer of er lijnen ontbreken in raster (C) en controleer of raster (D) horizontale witte strepen bevat. (A) Geen ontbrekende lijnen/geen horizontale witte strepen (B) Lijnen ontbreken/er zijn horizontale witte strepen aanwezig (E) Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt 2.
  • Pagina 205 Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw weergegeven. Voor (B) (lijnen ontbreken of er zijn horizontale witte strepen aanwezig) in raster (C) of raster (D) of in beide rasters: 1. De reiniging is vereist. Tik op Ook B (Also B). Het bevestigingsscherm met reinigingsinformatie wordt weergegeven. 2.
  • Pagina 206 De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt.
  • Pagina 207 Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 4. Tik op Ja (Yes). Het apparaat start de reiniging van de printkop. Voer geen andere handelingen uit totdat het apparaat klaar is met het reinigen van de printkop. Dit duurt ongeveer 1 minuut. Het bevestigingsscherm voor het afdrukraster wordt weergegeven. 5.
  • Pagina 208 Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte- reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop.
  • Pagina 209 Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 4. Tik op Ja (Yes). Het apparaat start de diepte-reiniging van de printkop. Voer geen andere handelingen uit totdat het apparaat klaar is met de diepte-reiniging van de printkop. Dit duurt 1 tot 2 minuten. Het bevestigingsscherm voor het afdrukraster wordt weergegeven. 5.
  • Pagina 210 De printkop uitlijnen Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen. Opmerking • Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna leeg is.
  • Pagina 211 Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 4. Tik op Ja (Yes). Het uitlijningsblad wordt afgedrukt. Belangrijk • Raak de afdruk op het uitlijningsblad niet aan. Als het blad vlekken vertoont of gekreukt is, wordt het mogelijk niet juist gescand. 5. Wanneer het bericht 'Zijn de controlerasters correct afgedrukt? (Did the patterns print correctly?)' wordt weergegeven, bevestigt u dat het raster goed is afgedrukt en tikt u op Ja (Yes).
  • Pagina 212 2. Sluit de documentklep voorzichtig en tik daarna op OK. Het apparaat scant het uitlijningsblad en de printkoppositie wordt automatisch aangepast. Belangrijk • Open de documentklep niet en verwijder het uitlijningsblad niet van de glasplaat voordat het aanpassen van de printkoppositie is voltooid. •...
  • Pagina 213 Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De Printkoppen reinigen vanaf de computer De Printkop uitlijnen De positie van de Printkop uitlijnen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken...
  • Pagina 214 De Printkoppen reinigen vanaf de computer Met de functie voor het reinigen van de printkop kunt u verstopte spuitopeningen van de printkop weer vrijmaken. Reinig de printkoppen wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al is er genoeg inkt.
  • Pagina 215 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Klik op Diepte-reiniging (Deep Cleaning) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) Nadat u het dialoogvenster Diepte-reiniging (Deep Cleaning) hebt geopend, selecteert u de inktgroep die een diepte-reiniging moet ondergaan. Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet controleren voordat deze een diepte-reiniging ondergaan.
  • Pagina 216 De Printkop uitlijnen Wanneer u de positie van de printkop aanpast, worden fouten in de printkoppositie gecorrigeerd en foutieve kleuren en streepvorming verbeterd. Als het afdrukresultaat ongelijkmatig is vanwege verschoven lijnen of andere fouten, past u de positie van de printkop aan. Op deze printer kunt u de printkop automatisch handmatig...
  • Pagina 217 De positie van de Printkop uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Op deze printer worden twee methoden voor het uitlijnen van de printkop ondersteund: automatische uitlijning en handmatige uitlijning.
  • Pagina 218 Belangrijk • Open het bedieningspaneel niet terwijl een afdruktaak wordt uitgevoerd. 8. Controleer het afgedrukte patroon Voer de nummers van de patronen met de minst zichtbare strepen in de bijbehorende vakken in. Als u klikt op de patronen met de minst zichtbare strepen in het voorbeeldvenster, worden de nummers automatisch in de bijbehorende vakken geplaatst.
  • Pagina 219 Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen •...
  • Pagina 220 De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Met de functie voor controle van de spuitopeningen kunt u controleren of de printkop goed functioneert door een controleraster af te drukken. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt.
  • Pagina 221 Verwant onderwerp De Printkoppen reinigen vanaf de computer...
  • Pagina 222 Het apparaat reinigen De buitenkant van het apparaat reinigen De glasplaat en de documentklep reinigen De papierinvoerrol reinigen Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat)
  • Pagina 223 De buitenkant van het apparaat reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
  • Pagina 224 De glasplaat en de documentklep reinigen Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. • Gebruik voor het reinigen geen tissues, papieren handdoekjes, doeken met een grove structuur of soortgelijk materiaal omdat deze krassen kunnen veroorzaken.
  • Pagina 225 De papierinvoerrol reinigen Als de papierinvoerrol vuil is of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrol. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is. U moet het volgende voorbereiden: drie vellen gewoon papier van A4- of Letter-formaat 1.
  • Pagina 226 2. Open voorzichtig de papieruitvoerlade. 3. Tik op OK. Het apparaat begint met de reiniging. Het reinigen is voltooid als het papier wordt uitgeworpen. 4. Tik op OK in het voltooiingsbericht. Als het probleem nog steeds niet is verholpen na het reinigen van de papierinvoerrol, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 227 Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van het apparaat. Als het binnenste van het apparaat vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen.
  • Pagina 228 8. Plaats alleen dit vel papier met de rug van de vouwen naar boven gericht in de cassette, waarbij de rand van de helft zonder vouw van u af is gericht. 9. Open voorzichtig de papieruitvoerlade en tik daarna op OK. Het papier reinigt de binnenkant van het apparaat terwijl het wordt doorgevoerd door het apparaat.
  • Pagina 229 De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De Apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De kaartsleuf instellen als het geheugenkaartstation van de computer...
  • Pagina 230 Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren De stroomvoorziening van de printer beheren Het geluid van de printer reduceren De bedieningsmodus van de printer aanpassen...
  • Pagina 231 Afdrukopties wijzigen U kunt de gedetailleerde instellingen van het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die worden verzonden vanuit een toepassing. Geef deze optie aan als u te maken hebt met afdrukproblemen, zoals een deel van beeldgegevens dat wordt afgesneden. De procedure voor het wijzigen van de afdrukopties is als volgt: 1.
  • Pagina 232 Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren 1.
  • Pagina 233 Geef een naam op in het veld Naam (Name). Klik zo nodig op Opties... (Options...) om opties in te stellen en klik vervolgens op OK. Klik in het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) op OK om de afdrukinstellingen op te slaan en terug te keren naar het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 234 De stroomvoorziening van de Printer beheren Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van de printer vanuit het printerstuurprogramma beheren. De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening van de printer is als volgt: Printer uit (Power Off) Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u de printer uit. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u de printer niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma.
  • Pagina 235 (Disable) op dezelfde manier in de lijst. Opmerking • Als de printer wordt uitgeschakeld, hangt het bericht van de Canon IJ-statusmonitor af van de instelling voor Printer automatisch aan (Auto Power On). Wanneer Inschakelen (Enable) is geselecteerd, wordt een bericht weergegeven dat de printer stand-by staat.
  • Pagina 236 Het geluid van de Printer reduceren Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat de printer minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt. Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: Stille instellingen (Quiet Settings) 1.
  • Pagina 237 Opmerking • De stille modus kan minder effect hebben, afhankelijk van de instellingen voor afdrukkwaliteit.
  • Pagina 238 De bedieningsmodus van de Printer aanpassen Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van de printer. De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt: Aangepaste instellingen (Custom Settings) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
  • Pagina 239 Belangrijk • Wijzig deze instelling niet terwijl de afdruktaak wordt weergegeven in de afdrukwachtlijst. Als u dat wel doet, kunnen tekens wegvallen of kan de indeling beschadigd raken. Niet-overeenkomende pap.instel. niet detect. bij afdr. vanaf comp. (Don't detect mismatch of paper settings when printing from computer) Als u documenten afdrukt vanaf uw computer en de papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer niet overeenkomen, schakelt deze instelling de...
  • Pagina 240 De Apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat PictBridge-afdrukinstellingen Taal kiezen Achtergrondkleur hoofdscherm Firmware bijwerken Cassette-instellingen Instelling herstellen Informatie over ECO-instellingen Informatie over Stille instelling Het Apparaat met de toegangspuntmodus gebruiken...
  • Pagina 241 De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel In dit gedeelte wordt de procedure voor het wijzigen van de instellingen in het scherm Apparaatinstellingen (Device settings) beschreven. Daarbij worden de stappen voor het opgeven van de optie Uitbreiding kopiehoeveelheid (Extended copy amount) als voorbeeld genomen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 242 U kunt de menu´s voor instellingen hieronder selecteren. Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat PictBridge-afdrukinstellingen Taal kiezen Achtergrondkleur hoofdscherm Firmware bijwerken Cassette-instellingen Instelling herstellen Opmerking • U kunt bij het instellen van het apparaat rekening houden met het milieu, door bijvoorbeeld standaard dubbelzijdig afdrukken in te stellen of door automatisch in-/uitschakelen op het apparaat in te schakelen.
  • Pagina 243 Afdrukinstell. • Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion) Gebruik deze instelling alleen als er vlekken op het afdrukoppervlak ontstaan. Belangrijk • Stel dit item na het afdrukken weer in op UIT (OFF), omdat dit tot een lagere afdruksnelheid of - kwaliteit kan leiden. •...
  • Pagina 244 • Horiz. afdrukpositie aanpassen (Adjust horizontal print position) Hiermee wordt de afdrukstand aangepast wanneer de linker- en rechtermarge niet uitgelijnd zijn. U kunt de linker-/rechtermarges in stappen van 0,003 inch/0,1 mm tussen -0,1 inch/-3 mm en +0,1 inch/3 mm gecentreerd op het horizontale midden van het papier aanpassen. Belangrijk •...
  • Pagina 245 LAN-instellingen • LAN wijzigen (Change LAN) Hiermee schakelt u draadloos LAN of de toegangspuntmodus in. U kunt draadloos LAN of de toegangspuntmodus ook uitschakelen. • Instellingen draadloos LAN (Wireless LAN setup) Hiermee selecteert u de instelmethode voor de draadloze LAN-verbinding. Opmerking •...
  • Pagina 246 Items Instelling Verbinding (Connection) Actief/Inactief SSID XXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXX Communicatiemodus (Communication mode) Infrastructuur Kanaal (Channel) Beveiliging draadloos LAN (Wireless LAN Inactief/WEP(64bit)/WEP(128bit)/WPA-PSK(TKIP)/ security) WPA-PSK(AES)/WPA2-PSK(TKIP)/WPA2-PSK(AES) IPv4-adres (IPv4 address) XXX. XXX. XXX. XXX IPv4-subnetmasker (IPv4 subnet mask) XXX. XXX. XXX. XXX IPv4-standaardgateway (IPv4 default gateway) XXX.
  • Pagina 247 Communicatiemodus (Communication mode) Toegangspuntmodus Kanaal (Channel) Beveiliging draadloos LAN (Wireless LAN security) Inactief/WPA2-PSK(AES) IPv4-adres (IPv4 address) XXX. XXX. XXX. XXX IPv4-subnetmasker (IPv4 subnet mask) XXX. XXX. XXX. XXX IPv4-standaardgateway (IPv4 default gateway) XXX. XXX. XXX. XXX IPv6-adres (IPv6 address) XXXX: XXXX: XXXX: XXXX: XXXX: XXXX: XXXX: XXXX Lengte IPv6-subnetprefix (IPv6 subnet prefix length) XXX IPv6-standaardgateway (IPv6 default gateway)
  • Pagina 248 • U kunt niet dezelfde printernaam gebruiken als een naam die in gebruik is voor andere op het LAN aangesloten apparaten. • Het eerste en laatste teken van de printernaam mag geen liggend streepje zijn. ◦ TCP/IP-instellingen (TCP/IP settings) Hiermee voert u een IPv4- of IPv6-instelling uit. ◦...
  • Pagina 249 Communicatie in-/uitschakelen (Enable/disable communication) Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN). Time-outinstelling (Timeout setting) Hiermee geeft u de duur van de time-out op. ◦ DRX-instelling voor draadl. LAN (Wireless LAN DRX setting) Als u Inschakelen (Enable) selecteert, kunt u niet-continue ontvangst activeren wanneer u een draadloos LAN gebruikt.
  • Pagina 250 Hiermee selecteert u het alarmvolume. • Instelling verz. apparaatinfo (Device info sending setting) Hiermee selecteert u of de gebruiksgegevens van de printer naar de Canon-server worden verzonden. De informatie die naar Canon is verzonden, wordt gebruikt om betere producten te ontwikkelen.
  • Pagina 251 PictBridge-afdrukinstellingen U kunt de afdrukinstellingen wijzigen wanneer u afdrukt vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN). Stel de afdrukinstellingen op het PictBridge-compatibele apparaat (draadloos LAN) in op Standaard (Default) als u wilt afdrukken met de instellingen op het apparaat. Afdrukinstellingen wijzigen vanaf het PictBridge-compatibele apparaat (draadloos LAN): Instellingen op een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) 1.
  • Pagina 252 Selecteer de indeling met/zonder randen. Als u PictBridge-instellingen (draadloos LAN) vanaf het apparaat opgeeft, stelt u Indeling (Layout) in op Standaard (Default) op het PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN). 5. Fotocorr. (Photo fix) Als Automat. fotocorr. (Auto photo fix) is geselecteerd, wordt het onderwerp of het gezicht van een persoon op een foto geanalyseerd en wordt de meest geschikte correctie voor elke foto automatisch toegepast.
  • Pagina 253 Taal kiezen Hiermee wijzigt u de taal voor berichten en menu's op het aanraakscherm.
  • Pagina 254 Achtergrondkleur hoofdscherm Hiermee selecteert u de achtergrondkleur van het HOME-scherm. U kunt zwart of wit selecteren.
  • Pagina 255 Firmware bijwerken U kunt de firmware van het apparaat bijwerken, de firmwareversie controleren of instellingen selecteren voor een systeemvak, een DNS-server en een proxyserver. Opmerking • Als LAN uitschakelen (Disable LAN) is geselecteerd voor LAN wijzigen (Change LAN) bij LAN- instellingen (LAN settings), is alleen Huidige versie controleren (Check current version) beschikbaar.
  • Pagina 256 Cassette-instellingen Door het aangepaste papierformaat en het in de cassette geplaatste mediumtype te registreren, kunt u voorkomen dat het apparaat onjuiste afdrukken produceert. Hiertoe wordt voor het afdrukken begint, een bericht weergegeven als het papierformaat of het mediumtype van het geplaatste papier afwijkt van de afdrukinstellingen.
  • Pagina 257 Instelling herstellen U kunt de instellingen terugzetten naar de standaardwaarden. • Alleen webservice instellen (Web service setup only) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van de instellingen voor de webservice. • Alleen LAN-instellingen (LAN settings only) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van de LAN-instellingen, met uitzondering van het beheerderswachtwoord dat is opgegeven in IJ Network Tool.
  • Pagina 258 Informatie over ECO-instellingen Met deze instelling kunt u automatisch dubbelzijdig afdrukken als standaard gebruiken om papier te besparen en om het apparaat automatisch in/uit te schakelen om elektriciteit te besparen. Dubbelzijdig afdrukken gebruiken Functie voor energie besparen gebruiken Dubbelzijdig afdrukken gebruiken Volg de onderstaande procedure om dubbelzijdig afdrukken te gebruiken.
  • Pagina 259 Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op ECO-instellingen (ECO settings). Het bedieningspaneel gebruiken 3. Tik op Energiebesparingsinstellingen (Energy saving settings). 4. Geef de gewenste instellingen op. A. Tik hierop om op te geven na hoeveel tijd het apparaat automatisch moet worden uitgeschakeld wanneer gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd of geen afdrukgegevens naar het apparaat zijn gestuurd.
  • Pagina 260 Informatie over Stille instelling Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Volg de onderstaande procedure om de instellingen op te geven. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. 2.
  • Pagina 261 Het Apparaat met de toegangspuntmodus gebruiken Door het apparaat als toegangspunt in een omgeving zonder draadloze LAN-router of toegangspunt te gebruiken, of door het apparaat tijdelijk als toegangspunt in een omgeving met draadloze LAN-router of toegangspunt te gebruiken, kunt u het apparaat met een extern apparaat, zoals een computer of smartphone, verbinden en vanaf dit externe apparaat afdrukken/scannen.
  • Pagina 262 Opmerking • Wanneer u op Details tikt, wordt de beveiligingsinstelling weergegeven. Het vereiste wachtwoord voor het verbinden van het externe apparaat wordt ook weergegeven. • U kunt de naam van het toegangspunt (SSID) en de beveiligingsinstelling naar keuze opgeven. De toegangspuntmodus instellen 7.
  • Pagina 263 2. Tik op Apparaatinstellingen (Device settings). 3. Tik op LAN-instellingen (LAN settings). 4. Tik op LAN wijzigen (Change LAN). 5. Tik op Draadloos LAN actief (Wireless LAN active). Als u het apparaat niet via draadloos LAN gebruikt, selecteert u LAN uitschakelen (Disable LAN). De toegangspuntmodus instellen Geef de instellingen voor de toegangspuntmodus op volgens de onderstaande procedure.
  • Pagina 264 WPA2-PSK (AES) Hiermee geeft u de beveiligingsinstelling op waarmee WPA2-PSK (AES) wordt toegepast. Ga door naar de volgende stap als het scherm voor het opgeven van het wachtwoord wordt weergegeven. 12. Tik op het aanraakscherm. 13. Voer het wachtwoord in (8 tot 10 tekens). 14.
  • Pagina 265 De kaartsleuf instellen als het geheugenkaartstation van de computer De kaartsleuf instellen als het geheugenkaartstation van de computer...
  • Pagina 266 De kaartsleuf instellen als het geheugenkaartstation van de computer De kaartsleuf van het apparaat kan ook worden gebruikt als het geheugenkaartstation van de computer. Opmerking • Wanneer u het apparaat via LAN wilt gebruiken, kunt u de kaartsleuf van het apparaat als netwerkstation gebruiken.
  • Pagina 267 Beschrijfbaar van USB-pc (Writable from USB PC) De kaartsleuf wordt gebruikt als het geheugenkaartstation van een computer die via USB met het apparaat is verbonden. Gegevens kunnen op de geheugenkaart gezet worden vanaf de computer. Beschrijfbaar van LAN-pc (Writable from LAN PC) De kaartsleuf wordt gebruikt als het geheugenkaartstation van een computer die via een netwerk met het apparaat is verbonden.
  • Pagina 268 Informatie over de netwerkverbinding Handige informatie over de netwerkverbinding...
  • Pagina 269 Handige informatie over de netwerkverbinding In de fabriek ingestelde standaardwaarden (netwerk) Het Apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Info over netwerkinstellingen afdrukken...
  • Pagina 270 Inschakelen (Enable) Time-outinstelling (Timeout setting) 1 minuut (1 minute) Bonjour inschakelen/uitschakelen (Enable/disable Bonjour) Inschakelen (Enable) Servicenaam (Service name) Canon MG6600 series LPR-protocolinstelling (LPR protocol setting) Inschakelen (Enable) PictBridge-communicatie (PictBridge communication) Inschakelen (Enable) DRX-instelling voor draadl. LAN (Wireless LAN DRX setting) Inschakelen (Enable) ('XX' staat voor alfanumerieke tekens.)
  • Pagina 271 Het Apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Sluit het apparaat en de computer aan met een USB-kabel (zie illustratie hieronder). De USB-poort bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat.
  • Pagina 272 Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie Wanneer tijdens het instellen de printer wordt gedetecteerd, ziet u mogelijk meerdere printers met dezelfde naam in het venster met detectieresultaten. Selecteer een printer en vergelijk het ingestelde MAC-adres of het serienummer voor de printer met het MAC-adres of het serienummer in het venster met detectieresultaten.
  • Pagina 273 Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Als u de computer wilt toevoegen door het apparaat te verbinden met een LAN of als u de verbindingsmethode tussen het apparaat en de computer wilt wijzigen van USB in LAN, dient u de installatie uit te voeren met behulp van de installatie-cd-rom of volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 274 Info over netwerkinstellingen afdrukken U kunt de huidige netwerkinstellingen van het apparaat afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat. Belangrijk • Deze afdruk bevat belangrijke informatie over uw computer. Bewaar deze zorgvuldig. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats een normaal papier van A4- of Letter-formaat. 3.
  • Pagina 275 Versleuteling (Encryption) Coderingsmethode geen (none)/WEP/TKIP/AES WEP-sleutellengte (WEP Key WEP-sleutellengte (WEP Key Inactief/128/64 Length) Length) Verificatie (Authentication) Verificatiemethode geen (none)/auto/open/gedeeld (shared)/ WPA-PSK/WPA2-PSK Signaalsterkte (Signal Strength) Signaalsterkte (Signal 0 tot 100 [%] Strength) TCP/IP-versie (TCP/IP Version) TCP/IP-versie (TCP/IP IPv4 en IPv6/IPv4 Version) IPv4 IP-adres (IPv4 IP Address) Geselecteerd IP-adres (IPv4) XXX.XXX.XXX.XXX...
  • Pagina 276 Bonjour-servicenaam (Bonjour Bonjour-servicenaam Bonjour-servicenaam (maximaal 52 Service Name) alfanumerieke tekens) PictBridge-commun. (PictBridge PictBridge-communicatie Inschakelen (Enable)/Uitschakelen Commun.) (Disable) DNS-server (DNS Server) DNS-server automatisch Auto/Handmatig (Manual) opvragen Primaire server (Primary Server) Adres van primaire server XXX.XXX.XXX.XXX Secundaire server (Secondary Adres van secundaire server XXX.XXX.XXX.XXX Server) Proxyserver (Proxy Server)
  • Pagina 277 Over netwerkcommunicatie Netwerkinstellingen wijzigen en controleren Schermen voor netwerkverbinding van IJ Network Tool Overige schermen van IJ Network Tool Bijlage voor netwerkcommunicatie...
  • Pagina 278 Netwerkinstellingen wijzigen en controleren IJ Network Tool De instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen De gedetailleerde WPA-/WPA2-instellingen wijzigen De instellingen wijzigen op het tabblad Bedraad LAN De instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Status draadloos netwerk controleren Netwerkinstellingen van het apparaat initialiseren Aangepaste instellingen weergeven...
  • Pagina 279 • Druk niet af terwijl IJ Network Tool actief is. • Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
  • Pagina 280 De instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 281 Scherm Zoeken Opmerking • Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is hoofdlettergevoelig. Coderingsmethode: (Encryption Method:) Hiermee kunt u de coderingsmethode selecteren die wordt gebruikt op het draadloos LAN. U kunt WEP-instellingen wijzigen door WEP gebruiken (Use WEP) te selecteren en te klikken op Configuratie...
  • Pagina 282 De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 283 Hexadecimaal (Hex) 10 tekens 26 tekens 2. Sleutellengte: (Key Length:) Selecteer 64-bits (64bit) of 128-bits (128bit). 3. Indeling sleutel: (Key Format:) Selecteer ASCII of Hex. 4. Sleutel-ID: (Key ID:) Selecteer de sleutel-id (index) die is ingesteld op het toegangspunt. 5. Verificatie: (Authentication:) Selecteer de verificatiemethode om de toegang van de printer tot het toegangspunt te verifiëren.
  • Pagina 284 De gedetailleerde WPA-/WPA2-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 285 8. Voer de wachtwoordzin in en klik vervolgens op Volgende> (Next>). Geef het wachtwoord op dat is ingesteld op het toegangspunt. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde. Raadpleeg de instructiehandleiding van het toegangspunt of neem contact op met de fabrikant als u het wachtwoord van het toegangspunt niet weet.
  • Pagina 286 Belangrijk • Als de printer niet kan communiceren met de computer nadat het coderingstype van de printer is gewijzigd, zorgt u dat het coderingstype van de computer en het toegangspunt overeenkomt met dat van de printer. Opmerking • Als u de netwerkinstellingen wijzigt terwijl de USB-kabel tijdelijk is aangesloten, kan de standaardprinter worden gewijzigd.
  • Pagina 287 De instellingen wijzigen op het tabblad Bedraad LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Activeer de instelling voor bedraad LAN van de printer als u de instellingen op het tabblad Bedraad LAN (Wired LAN) wilt wijzigen.
  • Pagina 288 De instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Opmerking • U kunt de instellingen niet wijzigen wanneer de toegangspuntmodus gebruikt wordt. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printers:. 3. Selecteer Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings). 4.
  • Pagina 289 Er wordt een venster weergegeven waarin u de instellingen moet bevestigen voordat ze naar de printer worden verzonden. Als u op Ja (Yes) klikt, worden de instellingen naar de printer verzonden en wordt het venster Verzonden instellingen (Transmitted Settings) weergegeven.
  • Pagina 290 Status draadloos netwerk controleren Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Als u het apparaat via een bedraad LAN gebruikt, kunt u netwerkstatus niet controleren. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printers:. 3.
  • Pagina 291 6. Controleer de status. Wanneer de meting is voltooid, wordt de status weergegeven. Wanneer wordt weergegeven in Verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt: (Connection Performance between the Printer and the Access Point:), kan de printer communiceren met het toegangspunt. Raadpleeg anders de weergegeven opmerkingen en het onderstaande om de status van de communicatieverbinding te verbeteren en klik op Opnieuw meten (Remeasurement).
  • Pagina 292 • Controleer of zich geen bronnen van radiostoring in de buurt van de printer en het toegangspunt bevinden. De draadloze verbinding gebruikt mogelijk dezelfde frequentieband als magnetrons of andere bronnen van radiostoring. Probeer de printer en het toegangspunt uit de buurt te houden van dergelijke bronnen.
  • Pagina 293 Opmerking • U kunt de netwerkinstellingen van de printer wijzigen met IJ Network Tool en een USB-verbinding nadat de LAN-instellingen zijn geïnitialiseerd. Als u de netwerkinstellingen wilt wijzigen met Canon IJ Network Tool, moet u eerst draadloos LAN activeren.
  • Pagina 294 Aangepaste instellingen weergeven Het venster Bevestiging (Confirmation) wordt weergegeven wanneer u de printerinstellingen in het venster Configuratie (Configuration) hebt gewijzigd. Wanneer u op Ja (Yes) klikt in het venster Bevestiging (Confirmation), wordt het volgende venster weergegeven waarin u de gewijzigde instellingen kunt controleren.
  • Pagina 295 Schermen voor netwerkverbinding van IJ Network Tool Scherm Canon IJ Network Tool Scherm Configuratie Tabblad Draadloos LAN Scherm Zoeken Scherm WEP-details Scherm WPA/WPA2-details Venster Verificatietype bevestigen Scherm Instelling PSK-wachtwoordzin en dynamische codering Scherm Bevestiging installatiegegevens Tabblad Bedraad LAN Tabblad Wachtwoord beheerder...
  • Pagina 296 Scherm Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items en menu's beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Items in het venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Items in het venster Canon IJ Network Tool Het volgende item wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool.
  • Pagina 297 • Dit item heeft dezelfde functie als Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings). Menu's van Canon IJ Network Tool Het volgende menu wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. 1. Menu Bestand (File) Afsluiten (Exit) Hiermee sluit u IJ Network Tool.
  • Pagina 298 • Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Update) in het venster Canon IJ Network Tool. Netwerkgegevens (Network Information) Hiermee geeft u het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer waarin u de netwerkinstellingen van de printer en de computer kunt controleren.
  • Pagina 299 Opmerking • Als deze functie is ingeschakeld, verschijnt een vinkje op het menu. Poort koppelen... (Associate Port...) Hiermee wordt het venster Poort associëren (Associate Port) weergegeven en kunt u een poort toewijzen aan de printer. Scherm Poort associëren Dit menu is beschikbaar als Geen stuurprogramma (No Driver) voor de geselecteerde printer wordt weergegeven.
  • Pagina 300 Scherm Configuratie U kunt de configuratie van de geselecteerde printer in het venster Canon IJ Network Tool wijzigen. Klik op een tab om het tabblad te selecteren en instellingen te wijzigen. Het volgende venster toont een voorbeeld van de instellingen die u kunt wijzigen op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN).
  • Pagina 301 Tabblad Draadloos LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u een draadloze LAN-verbinding voor de printer instellen. Om het blad Draadloos LAN (Wireless LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN) in het venster Configuratie (Configuration).
  • Pagina 302 Opmerking • Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is hoofdlettergevoelig. 3. Zoeken... (Search...) Het venster Zoeken (Search) wordt weergegeven waarin u een toegangspunt kunt selecteren waarmee u verbinding wilt maken. Scherm Zoeken Opmerking • Als IJ Network Tool wordt utgevoerd via een LAN, is de knop lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
  • Pagina 303 IP-adres automatisch verkrijgen (Get IP address automatically) Selecteer deze optie als u een IP-adres wilt gebruiken dat automatisch wordt toegewezen door een DHCP-server. DHCP-serverfunctionaliteit moet zijn ingeschakeld op uw draadloze LAN-router of toegangspunt. Volgend IP-adres gebruiken (Use next IP address) Selecteer deze optie als er geen DHCP-serverfunctionaliteit beschikbaar is in de configuratie waarin u de printer gebruikt of als u een bepaald of vast IP-adres gebruikt.
  • Pagina 304 Scherm Zoeken Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De gevonden toegangspunten worden weergegeven. 1. Gevonden toegangspunten: (Detected Access Points:) De signaalsterkte van de toegangspunten, het coderingstype, naam van het toegangspunt en het radiokanaal kunnen worden gecontroleerd.
  • Pagina 305 Opmerking • Tijdens de detectie van het toegangspunt moet het toegangspunt zijn ingeschakeld. 3. Instellen (Set) Klik hierop om het SSID van het toegangspunt in te stellen in SSID: op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN). Opmerking • Het scherm WEP-details (WEP Details) of het scherm WPA/WPA2-details (WPA/WPA2 Details) wordt weergegeven als het geselecteerde toegangspunt is gecodeerd.
  • Pagina 306 Scherm WEP-details Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WEP-instellingen opgeven. Opmerking • Als u het wachtwoord (WEP-sleutel) van de printer wijzigt, moet dezelfde wijziging worden aangebracht in het wachtwoord (WEP-sleutel) van het toegangspunt.
  • Pagina 307 Scherm WPA/WPA2-details Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de WPA-/WPA2-instellingen van de printer opgeven. De waarde die in het venster wordt weergegeven, hangt af van de vooraf verzonden instellingen. 1.
  • Pagina 308 Venster Verificatietype bevestigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Het type verificatie dat wordt gebruikt voor clientverificatie wordt weergegeven. 1. Verificatietype (Authentication Type) Het type verificatie dat wordt gebruikt voor clientverificatie wordt weergegeven. Dit apparaat ondersteunt de verificatiemethode PSK.
  • Pagina 309 Scherm Instelling PSK-wachtwoordzin en dynamische codering Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Geef de wachtwoordzin op en selecteer de methode voor dynamische codering. 1. Wachtwoordzin: (Passphrase:) Geef het wachtwoord op dat is ingesteld op het toegangspunt. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde.
  • Pagina 310 Scherm Bevestiging installatiegegevens Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier worden de gebruikte instellingen voor clientverificatie weergegeven. Bevestig de instellingen en klik op Voltooien (Finish).
  • Pagina 311 Tabblad Bedraad LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u een bedrade LAN-verbinding voor de printer instellen. Om het blad Bedraad LAN (Wired LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Bedraad LAN (Wired LAN) in het venster Configuratie (Configuration).
  • Pagina 312 Tabblad Wachtwoord beheerder Stel een wachtwoord voor de printer in als u wilt dat alleen bepaalde personen de installatie en configuratie kunnen uitvoeren. Om het blad Wachtwoord beheerder (Admin Password) weer te geven klikt u op het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password) in het venster Configuratie (Configuration). 1.
  • Pagina 313 Selecteer Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View) om het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer te geven. 1. OK Hiermee keert u terug naar het venster Canon IJ Network Tool. 2. Alle gegevens kopiëren (Copy All Information) Alle weergegeven netwerkgegevens worden naar het Klembord gekopieerd.
  • Pagina 314 Tabblad Toegangsbeheer Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. U kunt de MAC-adressen of de IP-adressen van computers of netwerkapparaten registreren om toegang toe te staan. Om het blad Toegangsbeheer (Access Control) weer te geven, klikt u op het tabblad Toegangsbeheer (Access Control) in het venster Configuratie (Configuration).
  • Pagina 315 1. Toegangsbeheer printer inschakelen (MAC-adres) (Enable printer access control(MAC address)) Selecteer deze optie om toegangsbeheer tot de printer via het MAC-adres in te schakelen. Opmerking • De twee soorten toegangsbeheer (via het MAC-adres of via het IP-adres) kunnen tegelijkertijd worden ingeschakeld. Een type toegangsbeheer is ingeschakeld als het selectievakje Toegangsbeheer printer inschakelen (Enable printer access control) is geselecteerd, ongeacht het type dat momenteel wordt weergegeven als u Type toegangsbeheer printer: (Printer Access Control...
  • Pagina 316 Belangrijk • Voeg het MAC-adres toe van alle computers of netwerkapparaten in het netwerk die u toegang wilt geven tot de printer. De printer is niet toegankelijk vanaf computers of netwerkapparaten die niet in de lijst staan. 5. Verwijderen (Delete) Hiermee verwijdert u het geselecteerde MAC-adres uit de lijst.
  • Pagina 317 Het venster Toegankelijk IP-adres bewerken (Edit Accessible IP Address) wordt weergegeven, zodat u de geselecteerde instellingen in Toegankelijke IP-adressen: (Accessible IP Addresses:) kunt bewerken. Scherm Toegankelijk IP-adres bewerken/scherm Toegankelijk IP-adres toevoegen 4. Toevoegen... (Add...) In het venster Toegankelijk IP-adres toevoegen (Add Accessible IP Address) dat wordt weergegeven kunt u het IP-adres registreren van een computer of een netwerkapparaat dat via het netwerk toegang heeft tot de printer.
  • Pagina 318 Scherm Toegankelijk MAC-adres bewerken/scherm Toegankelijk MAC-adres toevoegen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk MAC-adres toevoegen (Add Accessible MAC Address). 1. MAC-adres: (MAC Address:) Voer het MAC-adres in van een computer of netwerkapparaat om toegang toe te staan.
  • Pagina 319 Scherm Toegankelijk IP-adres bewerken/scherm Toegankelijk IP- adres toevoegen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk IP-adres toevoegen (Add Accessible IP Address). 1. Specificatiemethode: (Specification Method:) Selecteer Eén adres opgeven (Single Address Specification) of Bereik opgeven (Range Specification) om een of meer IP-adressen toe te voegen.
  • Pagina 320 Desgewenst kunt u informatie toevoegen om het apparaat te identificeren, zoals de naam van een computer. Belangrijk • Opmerkingen worden alleen weergegeven op de computer die is gebruikt om ze in te voeren.
  • Pagina 321 Overige schermen van IJ Network Tool Scherm Canon IJ Network Tool Scherm Status Scherm Verbindingskwaliteit meten Scherm Onderhoud Scherm Netwerkinstelling van de kaartsleuf Scherm Poort associëren Scherm Netwerkgegevens...
  • Pagina 322 Scherm Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items en menu's beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Items in het venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Items in het venster Canon IJ Network Tool Het volgende item wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool.
  • Pagina 323 • Dit item heeft dezelfde functie als Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings). Menu's van Canon IJ Network Tool Het volgende menu wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. 1. Menu Bestand (File) Afsluiten (Exit) Hiermee sluit u IJ Network Tool.
  • Pagina 324 • Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Update) in het venster Canon IJ Network Tool. Netwerkgegevens (Network Information) Hiermee geeft u het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer waarin u de netwerkinstellingen van de printer en de computer kunt controleren.
  • Pagina 325 Opmerking • Als deze functie is ingeschakeld, verschijnt een vinkje op het menu. Poort koppelen... (Associate Port...) Hiermee wordt het venster Poort associëren (Associate Port) weergegeven en kunt u een poort toewijzen aan de printer. Scherm Poort associëren Dit menu is beschikbaar als Geen stuurprogramma (No Driver) voor de geselecteerde printer wordt weergegeven.
  • Pagina 326 Scherm Status Hier kunt u de status van de printer en de verbindingskwaliteit controleren. Selecteer Status in het menu Beeld (View) om het venster Status weer te geven. Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. •...
  • Pagina 327 Scherm Verbindingskwaliteit meten Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Via dit venster kunt u de verbindingskwaliteit meten. Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (beginvenster) Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (voltooiingsvenster) Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (beginvenster) Klik op Volgende>...
  • Pagina 328 1. Verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt: (Connection Performance between the Printer and the Access Point:) Een symbool geeft het resultaat van de meting van de verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt aan. : Goede verbindingskwaliteit : Onstabiele verbindingskwaliteit : Kan geen verbinding maken : Meting is geannuleerd of kan niet worden uitgevoerd 2.
  • Pagina 329 Scherm Onderhoud In dit venster kunt u Initialisatie instellen (Setting Initialization) en Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) uitvoeren. Selecteer Onderhoud... (Maintenance...) in het menu Instellingen (Settings) om Onderhoud (Maintenance) weer te geven. 1. Initialisatie instellen (Setting Initialization) Hiermee herstelt u de standaardwaarden voor alle netwerkinstellingen van de printer.
  • Pagina 330 Scherm Netwerkinstelling van de kaartsleuf Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier worden de instellingen van de kaartsleuf weergegeven en kunt u een kaartsleuf in het netwerk toewijzen als netwerkstation van de computer. Dit venster wordt weergegeven wanneer u klikt op Instellingen (Setup) in het venster Onderhoud (Maintenance).
  • Pagina 331 1. Overslaan (Skip) Hiermee voltooit u de instellingen zonder een netwerkstation toe te wijzen aan de kaartsleuf. 2. Opnieuw proberen (Retry) Hiermee keert u terug naar het venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) en voert u de toewijzing van het netwerkstation opnieuw uit. 3.
  • Pagina 332 Scherm Poort associëren Hier kunt u een gemaakte poort koppelen aan een printerstuurprogramma. Selecteer de printer waarvoor u de koppeling wilt wijzigen en klik daarna op OK. Opmerking • U kunt alleen afdrukken met de printer als het printerstuurprogramma is gekoppeld aan de poort. 1.
  • Pagina 333 Selecteer Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View) om het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer te geven. 1. OK Hiermee keert u terug naar het venster Canon IJ Network Tool. 2. Alle gegevens kopiëren (Copy All Information) Alle weergegeven netwerkgegevens worden naar het Klembord gekopieerd.
  • Pagina 334 Bijlage voor netwerkcommunicatie De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Als het printerstuurprogramma niet is gekoppeld aan een poort Info over technische termen Beperkingen Informatie over de firewall...
  • Pagina 335 De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation De kaartsleuf kan alleen via een netwerk worden gebruikt als deze softwarematig is toegewezen.
  • Pagina 336 7. Controleer of de kaartsleuf is toegewezen. Als de kaartsleuf is toegewezen, wordt het volgende pictogram weergegeven bij Computer (of Deze computer (My Computer)). Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk • Als het apparaat is verbonden met een netwerk, kan de kaartsleuf door meerdere computers worden gedeeld.
  • Pagina 337 Indien Geen stuurprogramma (No Driver) als naam voor de printer wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool, is het printerstuurprogramma niet aan een poort gekoppeld. U koppelt een poort aan een printerstuurprogramma door de onderstaande procedure uit te voeren.
  • Pagina 338 Info over technische termen In dit gedeelte worden de technische termen beschreven die in de handleiding worden gebruikt. • Toegangspunt (Access Point) Een draadloze ontvanger of basisstation dat informatie ontvangt van draadloze clients/het apparaat en ze opnieuw uitzendt. Vereist in een infrastructuurnetwerk. •...
  • Pagina 339 • AES Een coderingsmethode. Deze is optioneel voor WPA/WPA2. Sterk, cryptografisch algoritme dat wordt gebruikt in overheidsinstanties in de VS voor verwerking van gegevens. • Verificatiemethode (Authentication Method) De methode die een toegangspunt gebruikt om een printer via een draadloos LAN te verifiëren. De methoden komen met elkaar overeen.
  • Pagina 340 • DNS-server Een server die apparaatnamen omzet in IP-adressen. Als u handmatig een IP-adres opgeeft, moet u het adres opgeven van zowel een primaire server als een secundaire server. • Firewall Dit is een systeem dat ongeautoriseerde toegang tot de computer in het netwerk voorkomt. Om dergelijke toegang te voorkomen, kunt u de firewallfunctie van een breedbandrouter, de beveiligingssoftware of het besturingssysteem van de computer gebruiken.
  • Pagina 341 • Sleutelindeling (Key Format) Selecteer ASCII of Hex als indeling voor de WEP-sleutel. Welke tekens voor de WEP-sleutel kunnen worden gebruikt, is afhankelijk van de geselecteerde sleutelindelingen. ◦ ASCII Hiervoor kunt u een tekenreeks van vijf of dertien tekens opgeven die alfanumerieke en onderstrepingstekens '_' kan bevatten.
  • Pagina 342 • Router Een doorschakelapparaat waarmee verbinding wordt gemaakt met een ander netwerk. • Signaalsterkte (Signal Strength) De sterkte van het signaal dat wordt ontvangen door de printer vanaf het toegangspunt wordt aangegeven met een waarde tussen 0 en 100%. • SSID Uniek label door draadloos LAN.
  • Pagina 343 • WCN (Windows Connect Now) Gebruikers van Windows Vista of later kunnen de instellingen echter ook rechtstreeks ophalen via een draadloos netwerk (WCN-NET). • WEP/WEP-sleutel Een coderingsmethode die wordt gebruikt door IEEE 802.11. Gedeelde beveiligingssleutel die wordt gebruikt om gegevens te coderen en decoderen die worden verzonden via draadloze netwerken. Deze printer ondersteunt een sleutellengte van 64 bits of 128 bits, de sleutelindelingen ASCII-code en Hexadecimaal, en een sleutelnummer van 1 tot 4.
  • Pagina 344 • WPS (Wi-Fi Protected Setup) WPS is een norm voor het eenvoudig en veilig instellen van een draadloos netwerk. Voor Wi-Fi Protected Setup worden vooral de volgende twee methoden gebruikt: PIN-code: een verplichte instelmethode voor alle gecertificeerde WPS-apparaten. PBC (Push button configuration; drukknop): een drukknop op de hardware of een virtuele drukknop in de software.
  • Pagina 345 Beperkingen Als u een printer gebruikt via het draadloze LAN, herkent de printer mogelijk draadloze systemen in de buurt. U moet daarom een netwerksleutel (WEP of WPA/WPA2) instellen voor het toegangspunt om draadloze verzending te coderen. Draadloze communicatie met een product dat niet voldoet aan de Wi-Fi- standaard kan niet worden gegarandeerd.
  • Pagina 346 Informatie over de firewall Een firewall is een functie van de beveiligingssoftware die op de computer is geïnstalleerd of van het besturingssysteem van de computer. Deze functie voorkomt toegang tot het netwerk door onbevoegden. Voorzorgsmaatregelen wanneer een firewallfunctie is ingeschakeld •...
  • Pagina 347 Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de papierinstellingen voordat u gaat afdrukken Stel de papiergegevens voor de cassette in nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat...
  • Pagina 348 Inkt wordt soms gebruikt om de optimale afdrukkwaliteit te behouden. Om de printerprestaties op peil te houden, wordt er op basis van de printerconditie door de Canon-printer een automatische reiniging uitgevoerd. Tijdens deze automatische reiniging wordt een kleine hoeveelheid inkt verbruikt.
  • Pagina 349 Wanneer de inkt in (A) opraakt, knippert het inktlampje langzaam om aan te geven dat de inkt bijna op is. Wanneer vervolgens de inkt in (B) opraakt, knippert het inktlampje snel om aan te geven dat de inkttank moet worden vervangen. De inktstatus controleren met de inktlampjes...
  • Pagina 350 Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de status van het apparaat voordat u gaat afdrukken! • Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken. Onderhoudsprocedure •...
  • Pagina 351 Controleer de papierinstellingen voordat u gaat afdrukken Selecteer de papierinstellingen op het bedieningspaneel of het computerscherm voordat u gaat afdrukken. Er zijn verschillende soorten papier, zoals papier met een speciale coating waarop foto’s met een optimale kwaliteit kunnen worden afgedrukt en papier dat geschikt is voor documenten. Voor elk mediumtype zijn er vooraf gedefinieerde instellingen (de manier waarop inkt wordt gebruikt en gespoten, de afstand vanaf de spuitopeningen enz.), waarmee u afdrukken met een optimale beeldkwaliteit op dat mediumtype kunt maken.
  • Pagina 352 Stel de papiergegevens voor de cassette in nadat u het papier hebt geplaatst Als u de cassette in het apparaat plaatst nadat u papier hebt geplaatst, wordt het scherm voor het instellen van het type en formaat van het papier weergegeven. Stel de papiergegevens voor de cassette in op basis van het type en formaat van het geplaatste papier.
  • Pagina 353 Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer afdrukken.
  • Pagina 354 Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker nooit uit het stopcontact voordat het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
  • Pagina 355 Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat Let op het volgende wanneer u het apparaat vervoert. Belangrijk • Pak het apparaat in een stevige doos in en zorg dat het apparaat rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant). Gebruik voldoende beschermend materiaal om een veilig transport te garanderen.
  • Pagina 356 7. Pak het apparaat in het beschermende materiaal in wanneer u het apparaat in de doos plaatst.
  • Pagina 357 Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het maken van kopieën en het scannen, afdrukken of het gebruiken van reproducties van de volgende documenten kan illegaal zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied. •...
  • Pagina 358 Specificaties Algemene specificaties Afdrukresolutie (dpi) 4800* (horizontaal) x 1200 (verticaal) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van minimaal 1/4800 inch. Interface USB-poort: Hi-Speed USB *1 LAN-poort: Draadloos LAN: IEEE802.11n / IEEE802.11g / IEEE802.11b *2 *1 Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist. Aangezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
  • Pagina 359 * Met geplaatste printkop en inkttanks. Printkop/inkt 4096 spuitopeningen in totaal (PgBK 1024 spuitopeningen, Y/DyeBK elk 512 spuitopeningen, C/M elk 1024 spuitopeningen) Specificaties voor kopiëren Meerdere afdrukken max. 99 pagina's Intensiteit aanpassen 9 standen, automatische intensiteit (AE-kopie) Vergroten/verkleinen 25% - 400% (eenheden van 1%) Specificaties voor scannen Scannerstuurprogramma Windows: TWAIN 1.9 specificatie, WIA...
  • Pagina 360 XGA 1024 x 768 Overige ondersteunde besturingssystemen Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij elk besturingssysteem. Raadpleeg de handleiding of de website van Canon voor meer informatie over het gebruik met iOS, Android en Windows RT. Mogelijkheid tot mobiel afdrukken Apple AirPrint...
  • Pagina 361 • Windows: de werking kan alleen worden gegarandeerd op een computer waarop Windows 8.1, Windows 8, Windows 7, Windows Vista of Windows XP is geïnstalleerd. • Windows: een cd-romspeler of internetverbinding is vereist tijdens de installatie van de software. • Windows: Internet Explorer 8, 9, 10 of 11 is vereist voor de installatie van Easy-WebPrint EX. •...
  • Pagina 362 Over het beheerderswachtwoord Bij aankoop is voor de printer standaard het beheerderswachtwoord 'canon' ingesteld. Belangrijk • Uit oogpunt van veiligheid raden we u aan het wachtwoord te wijzigen voordat u de printer gebruikt. • U kunt het wachtwoord wijzigen met behulp van een van onderstaande tools. (Afhankelijk van de printer die u gebruikt, zijn mogelijk niet alle tools beschikbaar.)
  • Pagina 363 Afdrukken Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Afdrukken via een webservice Afdrukken vanaf een digitale camera Papierinstelling voor afdrukken...
  • Pagina 364 Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma)
  • Pagina 365 Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met de basisinstellingen Basis Verschillende afdrukmethoden De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Overzicht van het printerstuurprogramma Beschrijving van het printerstuurprogramma MP Drivers bijwerken...
  • Pagina 366 Afdrukken met de basisinstellingen In dit gedeelte wordt de eenvoudige procedure voor het instellen van het tabblad Snel instellen (Quick Setup) beschreven, zodat u op de juiste manier kunt afdrukken met deze printer. Controleer of de printer is ingeschakeld Plaats papier in de printer 3.
  • Pagina 367 Belangrijk • De beschikbare instellingen voor de afdrukkwaliteit zijn afhankelijk van het afdrukprofiel. 6. Voltooi de configuratie Klik op OK. Wanneer u het document afdrukt, worden de gewenste instellingen voor het document gebruikt. Belangrijk • Als u het selectievakje Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current Settings) inschakelt, worden alle instellingen op de tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main), en Pagina-instelling (Page Setup) opgeslagen en kunt u de volgende keer afdrukken met dezelfde instellingen.
  • Pagina 368 • Klik in het venster Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op Opslaan... (Save...) om de aangebrachte instellingen op te slaan. Opmerking • Als de papierinstellingen in het printerstuurprogramma verschillen van de papiergegevens voor de cassette die op de printer zijn geregistreerd, kan er een fout optreden. Raadpleeg 'Papierinstelling voor afdrukken' voor instructies voor wat u moet doen als er een fout optreedt.
  • Pagina 369 Enveloppen Envelop (Envelope) Envelop Ander fotopapier Ander fotopapier (Other Photo Paper) Ander fotopapier Origineel Canon-papier (foto's afdrukken) Papierinformatie cassette Mediumtype (Media Type) in het Mediumnaam <Modelnummer> die zijn geregistreerd op de printerstuurprogramma printer Glossy Foto Papier Extra II...
  • Pagina 370 Canon-papier (originele producten) Mediumnaam Mediumtype (Media Type) in het Papierinformatie cassette die zijn <Modelnummer> printerstuurprogramma geregistreerd op de printer T-Shirt Transfers <TR-301> T-Shirt Transfers Overig Fotostickers <PS-101> Foto Glans Papier (Glossy Photo Paper) Foto Glans...
  • Pagina 371 Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat) Wanneer u deze printer gebruikt, krijgt u het beste afdrukresultaat als u een papierformaat selecteert dat overeenkomt met het soort afdruk. U kunt de volgende papierformaten gebruiken met deze printer. Papierformaat printer (Printer Paper Size) in het Papierinformatie cassette die zijn printerstuurprogramma geregistreerd op de printer...
  • Pagina 372 Verschillende afdrukmethoden Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven De nietmarge instellen Afdrukken zonder marges starten Passend op papier afdrukken Afdrukken op schaal Pagina-indeling afdrukken Tegels/poster afdrukken Boekje afdrukken Dubbelzijdig afdrukken Stempel/achtergrond afdrukken Een stempel registreren Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Afdrukken op briefkaarten...
  • Pagina 373 Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Het papierformaat en de afdrukstand worden in principe bepaald door de toepassing. Als de instellingen voor Paginaformaat (Page Size) en Afdrukstand (Orientation) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) hetzelfde zijn als de instellingen in de toepassing, hoeft u deze niet te wijzigen op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
  • Pagina 374 printer niet kan afdrukken automatisch worden verkleind, kunt u tijdens het printen het selectievakje uitschakelen.
  • Pagina 375 Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven U geeft als volgt het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde op: U kunt ook het aantal exemplaren instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken Geef bij Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) het aantal af te drukken exemplaren op.
  • Pagina 376 • Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): • Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): 4. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt. Belangrijk •...
  • Pagina 377 De nietmarge instellen De procedure voor het instellen van de nietzijde en de breedte van de marge is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen Controleer de positie van de nietmarge met Nietmarge (Stapling Side) op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup).
  • Pagina 378 Opmerking • Het afdrukgebied wordt automatisch door de printer verkleind, afhankelijk van de positie van de nietmarge. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u een document afdrukt, worden de opgegeven nietzijde en breedte van de marge toegepast. Belangrijk •...
  • Pagina 379 Afdrukken zonder marges starten Met de functie voor afdrukken zonder marges kunt u gegevens randloos afdrukken door de gegevens te vergroten, zodat ze net buiten de randen van het papier vallen. Standaard blijven de randen rondom het document leeg. Wanneer u echter de functie voor afdrukken zonder marges gebruikt, wordt het document zonder marges afgedrukt.
  • Pagina 380 3. Controleer het papierformaat Controleer de lijst Paginaformaat (Page Size). Als u het papierformaat wilt wijzigen, selecteert u een ander formaat in de lijst. In de lijst worden alleen formaten weergegeven die kunnen worden gebruikt voor afdrukken zonder marge. 4. Pas de hoeveelheid uitbreiding van het papier aan Pas indien nodig met de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) de hoeveelheid uitbreiding aan.
  • Pagina 381 Het bereik van het af te drukken document vergroten Als u een grote hoeveelheid uitbreiding opgeeft, kunt u probleemloos afdrukken zonder marges. Het gedeelte van het document dat echter van het papier afloopt, wordt niet afgedrukt en daarom wordt een foto mogelijk niet volledig afgedrukt.
  • Pagina 382 Passend op papier afdrukken De procedure voor het afdrukken van een document dat automatisch is verkleind of vergroot in overeenstemming met het paginaformaat, is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel Passend op papier in Selecteer Passend op papier (Fit-to-Page) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
  • Pagina 383 De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 5. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het document wordt bij het afdrukken vergroot of verkleind, zodat dit op het paginaformaat past.
  • Pagina 384 Afdrukken op schaal De procedure voor het afdrukken van een document met pagina's die zijn vergroot of verkleind is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel afdrukken op schaal in Selecteer Op schaal (Scaled) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup).
  • Pagina 385 • Geef een schaalfactor op Typ een waarde in het vak Schaling (Scaling). De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 5. Voltooi de configuratie Klik op OK. De afbeelding wordt met de opgegeven schaal afgedrukt. Belangrijk •...
  • Pagina 386 Opmerking • Als u Op schaal (Scaled) selecteert, wordt het afdrukgebied van het document gewijzigd.
  • Pagina 387 Pagina-indeling afdrukken U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een enkel vel papier afdrukken. De procedure voor het afdrukken van een pagina-indeling is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
  • Pagina 388 Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Pagina- indeling afdrukken (Page Layout Printing) en klik op OK. Pagina's (Pages) Als u het aantal pagina’s dat op één vel moet worden afgedrukt wilt wijzigen, selecteert u het gewenste aantal pagina's in de lijst.
  • Pagina 389 Tegels/poster afdrukken Met deze functie kunt u de afbeeldingsgegevens vergroten, over meerdere pagina's verdelen en deze pagina's op afzonderlijke vellen papier afdrukken. U kunt de pagina's ook aan elkaar plakken zodat ze één grote afdruk vormen, zoals die van een poster. De procedure voor het afdrukken van tegels/poster is als volgt: Instellingen opgeven voor tegels/poster afdrukken 1.
  • Pagina 390 4. Stel het aantal af te drukken beeldscheidingen en het aantal af te drukken pagina's in Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Tegels/poster afdrukken (Tiling/Poster Printing) en klik op OK. Beeldscheidingen (Image Divisions) Selecteer het aantal scheidingen (verticaal x horizontaal).
  • Pagina 391 De pagina's waarop u hebt geklikt, worden verborgen en alleen de af te drukken pagina's worden weergegeven. Opmerking • U kunt de pagina's weer weergeven door er nogmaals op te klikken. • Klik met de rechtermuisknop op het instellingenvoorbeeld om Alle pagina's afdrukken (Print all pages) of Alle pagina's verwijderen (Delete all pages) te selecteren.
  • Pagina 392 Boekje afdrukken Met de functie voor boekjes kunt u afbeeldingsgegevens voor een boekje afdrukken. De gegevens worden afgedrukt op beide zijden van het papier. Bij dit afdruktype wordt ervoor gezorgd dat de pagina's in de juiste volgorde liggen (op paginanummer) wanneer het papier in het midden wordt gevouwen en geniet. De procedure voor het afdrukken van een boekje is als volgt: 1.
  • Pagina 393 Nietmarge (Margin for stapling) Selecteer aan welke zijde de nietmarge moet komen wanneer het boekje wordt voltooid. Lege pagina invoegen (Insert blank page) Als u één bladzijde leeg wilt laten, schakelt u het selectievakje in en selecteert u de pagina die u leeg wilt laten.
  • Pagina 394 Dubbelzijdig afdrukken De procedure voor het afdrukken van gegevens op beide zijden van een vel papier is als volgt: U kunt dubbelzijdig afdrukken ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Automatisch dubbelzijdig afdrukken U kunt ook dubbelzijdig afdrukken zonder dat u het papier zelf hoeft om te draaien.
  • Pagina 395 Wanneer u dubbelzijdig afdrukken uitvoert, wordt het afdrukgebied van het document iets kleiner dan normaal en is het mogelijk dat het document niet op één pagina past. Klik op Afdrukgebied instellen... (Print Area Setup...), selecteer een van de volgende verwerkingsmethoden en klik daarna op OK. Afdrukken op normaal formaat (Use normal-size printing) Afdrukken zonder de pagina te verkleinen.
  • Pagina 396 3. Selecteer de indeling Selecteer Normaal formaat (Normal-size), Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled) of Pagina-indeling (Page Layout) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout). 4. Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen De beste Nietmarge (Stapling Side) wordt automatisch geselecteerd in de instellingen voor Afdrukstand (Orientation) en Pagina-indeling (Page Layout).
  • Pagina 397 • Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) kan alleen worden toegepast als een van de volgende papierformaten is geselecteerd voor Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). • Letter 22x28cm 8.5"x11" (Letter 8.5"x11" 22x28cm), A4 • Nadat de voorzijde is afgedrukt, wordt gewacht met de achterzijde totdat de inkt droog is (het afdrukken wordt tijdelijk onderbroken).
  • Pagina 398 Stempel/achtergrond afdrukken De functie Stempel (Stamp) of Achtergrond (Background) is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. Met de functie Stempel (Stamp) kunt u een stempel bestaande uit tekst of een bitmap over of achter de documentgegevens afdrukken.
  • Pagina 399 Opmerking • Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/ Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar. 3. Selecteer een stempel Schakel het selectievakje Stempel (Stamp) in en selecteer de gewenste stempel in de lijst. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup).
  • Pagina 400 3. Selecteer de achtergrond Schakel het selectievakje Achtergrond (Background) in en selecteer de gewenste achtergrond in de lijst. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup). 4. Stel de achtergrondinstellingen in Geef desgewenst de volgende instellingen op en klik op OK. De knop Achtergrond selecteren...
  • Pagina 401 Een stempel registreren Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt een nieuwe stempel maken en registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande stempel wijzigen en opnieuw registreren. Stempels die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen.
  • Pagina 402 3. Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...) Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend. 4. Configureer de stempel terwijl u het effect in het voorbeeldvenster bekijkt • Tabblad Stempel (Stamp) Selecteer de gewenste Tekst (Text), Bitmap of Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User Name) voor Stempeltype (Stamp Type). ◦...
  • Pagina 403 Belangrijk • Afdrukstand (Orientation) kan niet worden gewijzigd als Bitmap is geselecteerd bij Stempeltype (Stamp Type) op het tabblad Stempel (Stamp). 5. Sla de stempel op Klik op de tab Instellingen opslaan (Save settings), typ een naam in het vak Naam (Title) en klik vervolgens op Opslaan (Save).
  • Pagina 404 Een stempel verwijderen 1. Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...) in het dialoogvenster Stempel/ Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend. 2. Selecteer de stempel die u wilt verwijderen Selecteer de naam van de stempel die u wilt verwijderen in de lijst Stempels (Stamps) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings).
  • Pagina 405 Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt een bitmapbestand (.bmp) selecteren en als een nieuwe achtergrond registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande achtergrond wijzigen en registreren. Achtergronden die u niet meer nodig hebt, kunt u verwijderen.
  • Pagina 406 Opmerking • Bij het XPS-printerstuurprogramma is de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/ Background...) vervangen door de knop Stempel... (Stamp...) en is de knop Achtergrond (Background) niet beschikbaar. 3. Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...) Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend. 4. Selecteer de afbeeldingsgegevens die u wilt opslaan op de achtergrond Klik op Bestand selecteren...
  • Pagina 407 7. Voltooi de configuratie Klik op OK, waarna u terugkeert naar het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/ Background). De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Achtergrond (Background). Achtergrondinstellingen wijzigen en registreren 1. Selecteer de achtergrond waarvoor u de instellingen wilt wijzigen Klik op Achtergrond (Background) in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/ Background).
  • Pagina 408 Instellingen voor het afdrukken van enveloppen De procedure voor het afdrukken op enveloppen is als volgt: Plaats enveloppen in de printer 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3. Selecteer het mediumtype Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 409 Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, klikt u op de knop Printerstatus weergeven (View Printer Status) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en start u de Canon IJ-statusmonitor. Klik vervolgens op Envelop afdrukken (Envelope Printing) vanuit Gidsbericht weergeven (Display Guide Message) in het menu Optie (Option) om de instelling in te schakelen.
  • Pagina 410 Afdrukken op briefkaarten In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een briefkaart afdrukt. Plaats briefkaarten in de printer 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3. Selecteer veelgebruikte instellingen Geef het tabblad Snel instellen (Quick Setup) weer en selecteer Standaard (Standard) voor Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings).
  • Pagina 411 Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, opent u het tabblad Onderhoud (Maintenance) en klikt u op Printerstatus weergeven (View Printer Status) om de Canon IJ-statusmonitor te starten. Kies Gidsbericht weergeven (Display Guide Message) in het menu Optie (Option) en klik op Hagaki afdrukken (Hagaki Printing) om de instelling in te schakelen.
  • Pagina 412 Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-afdrukvoorbeeld' door 'Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. U kunt de afdrukresultaten vóór het afdrukken bekijken en controleren. De procedure voor het bekijken van een afdrukvoorbeeld is als volgt: U kunt de weergave van het afdrukresultaat ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 413 Papierformaat instellen (aangepast formaat) U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u het formaat niet kunt selecteren bij Paginaformaat (Page Size). Een dergelijk papierformaat wordt een 'aangepast formaat' genoemd. De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt: U kunt een aangepast formaat ook instellen bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 414 Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een functie heeft voor het opgeven van de hoogte en breedte, geeft u de waarden op met de toepassing. Als de toepassing deze functie niet heeft of als het document niet correct wordt afgedrukt, voert u bovenstaande procedure van het printerstuurprogramma uit om de waarden in te stellen.
  • Pagina 415 Deze functie is niet beschikbaar als het standaard IJ-printerstuurprogramma wordt gebruikt. In het Canon IJ XPS-voorbeeldvenster kunt u het afdrukdocument bewerken of de afdrukgeschiedenis van het document weergeven om het opnieuw af te drukken. De procedure voor het gebruiken van het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld is als volgt:...
  • Pagina 416 Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in op het tabblad Afdruk (Main). 3. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wordt vóór het afdrukken weergegeven. U kunt hierin de afdrukresultaten zien. 4. Afdrukdocumenten en afdrukpagina’s bewerken • Afdrukdocumenten combineren U kunt meerdere afdrukdocumenten combineren tot één document.
  • Pagina 417 Bekijk het voorbeeld voordat u een document afdrukt. • Afhankelijk van de afdrukinstellingen van het afdrukdocument zijn bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar in het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. Opmerking • U kunt de naam in Documentnaam (Document Name) naar wens aanpassen.
  • Pagina 418 Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Selecteer daarna Afdrukgeschiedenis weergeven (View Print History) op het tabblad Onderhoud (Maintenance). Het opgeslagen afdrukdocument wordt in het voorbeeldvenster weergegeven. Belangrijk • Als u het aantal registraties in de afdrukgeschiedenis wilt beperken, klikt u op Maximumaantal geschiedenisitems (History Entry Limit) in het menu Bestand (File).
  • Pagina 419 De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Een kleurendocument monochroom afdrukken Kleurcorrectie opgeven Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen Het ICC-profiel interpreteren De kleurbalans aanpassen Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
  • Pagina 420 De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) U kunt de afdrukkwaliteit instellen via Aangepast (Custom). De procedure voor het instellen van een afdrukkwaliteit is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) en klik op Instellen...
  • Pagina 421 Verwante onderwerpen Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
  • Pagina 422 Een kleurendocument monochroom afdrukken De procedure voor het monochroom afdrukken van een kleurendocument is als volgt: U kunt afdrukken in grijstinten instellen ook bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
  • Pagina 423 Wanneer u de functie Afdrukken in grijstinten gebruikt om Adobe RGB-gegevens af te drukken, converteert u de gegevens naar sRGB-gegevens in een toepassing. Opmerking • Bij Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) kan naast zwarte inkt ook andere inkt worden gebruikt.
  • Pagina 424 U kunt de methode voor kleurcorrectie aanpassen aan het type document dat u wilt afdrukken. Normaal gesproken worden de kleuren aangepast met behulp van Canon Digital Photo Color, zodat de gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. Deze methode is geschikt voor het afdrukken van sRGB-gegevens.
  • Pagina 425 Geef op welk invoerprofiel of welke render-intentie moet worden gebruikt. Geen (None) Er wordt geen kleurcorrectie uitgevoerd door het printerbesturingsbestand. Selecteer deze instelling als u een afzonderlijk gemaakt ICC-afdrukprofiel of een profiel voor speciaal Canon-papier in een toepassing gebruikt om gegevens af te drukken. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
  • Pagina 426 In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het afdrukken van sRGB-gegevens met behulp van de kleurcorrectiefunctie van het printerbesturingsbestand. • Afdrukken met Canon Digital Photo Color De printer drukt gegevens af in kleurtinten waaraan veel mensen de voorkeur geven; de originele kleuren van de afbeelding worden weergegeven en driedimensionale effecten en hoge, scherpe contrasten worden gegenereerd.
  • Pagina 427 Verwant onderwerp Het ICC-profiel interpreteren...
  • Pagina 428 U kunt de functie voor kleurcorrectie van het printerstuurprogramma zo instellen dat sRGB-gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven door gebruik te maken van Canon Digital Photo Color. Als u afdrukt vanuit een toepassing die ICC-profielen kan identificeren en waarvoor u deze kunt opgeven, gebruikt u een ICC-profiel voor afdrukken in de toepassing en selecteert u instellingen voor kleurbeheer.
  • Pagina 429 Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
  • Pagina 430 ICC-invoerprofiel en een ICC-afdrukprofiel opgeven voor de afbeeldingsgegevens. Ook als u afdrukt met een ICC-afdrukprofiel dat u zelf hebt gemaakt of een profiel voor speciaal Canon- papier, moet u de opties voor kleurbeheer selecteren in de toepassing.
  • Pagina 431 4. Stel de andere items in Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit (Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK. 5.
  • Pagina 432 Selecteer een Invoerprofiel (Input Profile) dat overeenkomt met de kleurruimte van de afbeeldingsgegevens. • Voor sRGB-gegevens of gegevens zonder een ICC-invoerprofiel: Selecteer Standaard (Standard). • Voor Adobe RGB-gegevens: Selecteer Adobe RGB (1998). Belangrijk • Als er in de toepassing een invoerprofiel is opgegeven, wordt de instelling voor het invoerprofiel in het printerstuurprogramma ongeldig.
  • Pagina 433 Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
  • Pagina 434 Het ICC-profiel interpreteren Als u het printerprofiel moet opgeven, selecteert u het ICC-profiel voor het papier waarop u gaat afdrukken. Het ICC-profiel dat voor deze printer is geïnstalleerd, ziet er als volgt uit. • (1) is de modelnaam van de printer. •...
  • Pagina 435 De kleurbalans aanpassen U kunt de kleurtinten tijdens het afdrukken aanpassen. Aangezien deze functie de kleurbalans van de afdruk aanpast door de inktverhoudingen van elke kleur te wijzigen, wordt de gehele kleurbalans van het document gewijzigd. Gebruik de toepassing als u uitgebreide wijzigingen wilt aanbrengen in de kleurbalans.
  • Pagina 436 Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend. 3. Pas de kleurbalans aan Er zijn afzonderlijke schuifregelaars voor Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow). Elke kleur wordt krachtiger wanneer u de bijbehorende schuifregelaar naar rechts schuift en zwakker wanneer u de schuifregelaar naar links schuift.
  • Pagina 437 Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) U kunt de kleurbalans aanpassen op basis van het resultaat van een patroonafdruk. Wanneer u de kleurbalans, de intensiteit of het contrast van een document wijzigt, drukt de functie voor patroonafdruk de resultaten van de aanpassing af in een lijst, samen met de aanpassingswaarden. Hieronder wordt de procedure beschreven voor het aanpassen van de kleurbalans aan de hand van het patroon.
  • Pagina 438 4. Stel patroonafdruk in Wanneer het dialoogvenster Patroonafdruk (Pattern Print) wordt geopend, stelt u de volgende items in en klikt u daarna op OK. Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow). Belangrijk • Wanneer het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is ingeschakeld, is Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow) niet beschikbaar voor selectie.
  • Pagina 439 Kleurvariatie tussen instanties (Color Variation Between Instances) Stel de hoeveelheid kleurvariatie tussen aangrenzende patronen in. Opmerking • Groot (Large) is ongeveer tweemaal zo groot als Middel (Medium) en Klein (Small) is ongeveer half zo groot als Middel (Medium). 5. Controleer de afdrukresultaten van de patroonafdruk Selecteer OK op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) om het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) te sluiten.
  • Pagina 440 Opmerking • U kunt de kleurbalans ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra functies (Additional Features). 7.
  • Pagina 441 De helderheid aanpassen U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen. Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel veranderd. Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast. Licht (Light) is geselecteerd Normaal (Normal) is geselecteerd Donker (Dark) is geselecteerd De procedure voor het aanpassen van de helderheid is als volgt: U kunt de helderheid ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken...
  • Pagina 442 Selecteer Licht (Light), Normaal (Normal) of Donker (Dark) bij Helderheid (Brightness) en klik op OK. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). De opgegeven helderheid wordt bij het afdrukken gebruikt.
  • Pagina 443 De intensiteit aanpassen U kunt de kleuren van de beeldgegevens helderder of donkerder maken tijdens het afdrukken. Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt wanneer de intensiteit wordt verhoogd: de kleuren van de afbeeldingsgegevens worden donkerder afgedrukt. Geen aanpassing Hogere intensiteit De procedure voor het aanpassen van de intensiteit is als volgt: U kunt de intensiteit ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo...
  • Pagina 444 U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. Klik op OK nadat u alle kleuren hebt aangepast. 4.
  • Pagina 445 Het contrast aanpassen U kunt het beeldcontrast tijdens het afdrukken aanpassen. Wanneer u de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen groter en duidelijker wilt maken, verhoogt u het contrast. Wanneer u echter de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen kleiner en minder duidelijk wilt maken, verlaagt u het contrast.
  • Pagina 446 Wanneer u de schuifregelaar Contrast naar rechts schuift, wordt het contrast groter en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, wordt het contrast kleiner. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50.
  • Pagina 447 Intensiteit/contrast aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) U kunt de intensiteit en het contrast aanpassen op basis van het resultaat van een patroonafdruk. Wanneer u de kleurbalans, de intensiteit of het contrast van een document wijzigt, drukt de functie voor patroonafdruk de resultaten van de aanpassing af in een lijst, samen met de aanpassingswaarden. Hieronder wordt de procedure beschreven voor het aanpassen van de intensiteit en het contrast aan de hand van het patroon.
  • Pagina 448 4. Stel patroonafdruk in Wanneer het dialoogvenster Patroonafdruk (Pattern Print) wordt geopend, stelt u de volgende items in en klikt u daarna op OK. Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer Intensiteit/Contrast (Intensity/Contrast). Papierformaat printer (Printer Paper Size) Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken voor de patroonafdruk. Opmerking •...
  • Pagina 449 5. Controleer de afdrukresultaten van de patroonafdruk Selecteer OK op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) om het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) te sluiten. Selecteer OK op het tabblad Afdruk (Main) en voer daarna de afdruk uit. Op de printer wordt een patroon afgedrukt waarin de intensiteit en het contrast die u hebt ingesteld de middelste waarde is.
  • Pagina 450 Opmerking • U kunt de intensiteit en het contrast ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo Printing) te kiezen bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen bij Extra functies (Additional Features). 7.
  • Pagina 451 Overzicht van het printerstuurprogramma Canon IJ-printerstuurprogramma Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen Canon IJ-statusmonitor De inktstatus controleren vanaf uw computer Canon IJ-afdrukvoorbeeld Een ongewenste afdruktaak verwijderen Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
  • Pagina 452 Canon IJ-printerstuurprogramma Het Canon IJ-printerstuurprogramma (hierna het printerstuurprogramma genoemd) is software die op uw computer wordt geïnstalleerd voor het afdrukken van gegevens met deze printer. Het printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de toepassing zijn gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
  • Pagina 453 Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit de gebruikte toepassing of via het printerpictogram. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via de toepassing openen Volg onderstaande procedure om het afdrukprofiel in te stellen bij het afdrukken. 1.
  • Pagina 454 Belangrijk • Wanneer u het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma opent via Eigenschappen van printer (Printer properties) (Windows 8.1, Windows 8, Windows 7) of Eigenschappen (Properties) (Windows Vista, Windows XP), worden tabbladen met Windows- functies zoals Poorten (Ports) (of Geavanceerd (Advanced)) weergegeven. Deze tabbladen verschijnen niet wanneer u het printerstuurprogramma opent via Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing preferences) of een toepassing.
  • Pagina 455 Canon IJ-statusmonitor De Canon IJ-statusmonitor is een toepassing die de status van de printer en de voortgang van het afdrukken weergeeft. U kunt aan de hand van de afbeeldingen, pictogrammen en berichten zien wat de status van de printer is.
  • Pagina 456 De Canon IJ-statusmonitor wordt geopend en een afbeelding van de inktstatus wordt weergegeven. Opmerking • De informatie die in de Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven, kan afwijken naargelang het land of de regio waarin u de printer gebruikt. 3. Klik zo nodig op Inktdetails (Ink Details) U kunt de informatie over inkt bekijken.
  • Pagina 457 Canon IJ-afdrukvoorbeeld Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. U kunt ook de instellingen voor het mediumtype wijzigen.
  • Pagina 458 Een ongewenste afdruktaak verwijderen Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. Als de printer niet start met afdrukken, is het mogelijk dat geannuleerde of niet-uitgevoerde afdruktaken in de wachtrij blijven staan.
  • Pagina 459 • Start Canon IJ Network Tool niet tijdens het afdrukken. • Druk niet af terwijl Canon IJ Network Tool actief is. • De kaartsleuf van de printer kan ontoegankelijk worden. Zet in dat geval de printer opnieuw aan of...
  • Pagina 460 Opmerkingen over toepassingen met beperkingen • Voor Microsoft Word (Microsoft Corporation) gelden de volgende beperkingen. ◦ Als Microsoft Word dezelfde afdrukfuncties heeft als het printerstuurprogramma, stelt u deze in Word in. ◦ Als Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled) of Pagina-indeling (Page Layout) is ingesteld voor Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma, wordt het document mogelijk niet correct afgedrukt in bepaalde versies van Word.
  • Pagina 461 Beschrijving van het printerstuurprogramma Beschrijving van het tabblad Snel instellen Beschrijving van het tabblad Afdruk Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Beschrijving van het tabblad Onderhoud Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld Beschrijving van Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld Beschrijving van Canon IJ-statusmonitor...
  • Pagina 462 Beschrijving van het tabblad Snel instellen Op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) worden veelgebruikte afdrukinstellingen geregistreerd. Wanneer u een geregistreerde instelling selecteert, worden de vooraf ingestelde waarden automatisch toegepast op de printer. Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) De namen en pictogrammen van veelgebruikte afdrukprofielen worden geregistreerd. Wanneer u een afdrukprofiel selecteert op basis van het doel van het document, worden instellingen toegepast die overeenkomen met het doel.
  • Pagina 463 Schakel dit selectievakje in als u een afdrukvoorbeeld wilt zien voordat u gaat afdrukken. Schakel dit selectievakje uit als u geen afdrukvoorbeeld wilt zien. Belangrijk • Als u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wilt gebruiken, moet Microsoft .NET Framework 4 Client Profile op uw computer zijn geïnstalleerd. Extra functies (Additional Features)
  • Pagina 464 Voor sommige functies kunt u gedetailleerde instellingen selecteren op de tabbladen Afdruk (Main) en Pagina-instelling (Page Setup). Belangrijk • Afhankelijk van de afdrukprofielen zijn sommige functies mogelijk lichtgrijs en kunt u ze niet wijzigen. 2 op 1 afdrukken (2-on-1 Printing) Hiermee drukt u twee pagina's van het document naast elkaar af op één vel papier.
  • Pagina 465 Mediumtype (Media Type) Hier selecteert u een type afdrukpapier. Selecteer een mediumtype dat overeenstemt met het papier dat in de printer is geplaatst. Zo zorgt u ervoor dat correct wordt afgedrukt voor het opgegeven papier. Papierformaat printer (Printer Paper Size) Hier selecteert u het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst.
  • Pagina 466 Cassette Papier wordt altijd ingevoerd vanuit de cassette. Aantal (Copies) Hier geeft u het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken. U kunt een waarde opgeven tussen 1 en 999. Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u de instellingen op in het printerstuurprogramma.
  • Pagina 467 Dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) Selecteer de pictogrammen van de afdrukprofielen die u wilt registreren in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en wijzig de items die u wilt opslaan in de afdrukprofielen. Pictogram (Icon) Hier selecteert u het pictogram voor het afdrukprofiel dat u wilt opslaan. Het geselecteerde pictogram wordt, samen met de naam, weergegeven in de lijst Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 468 Verwante onderwerpen Afdrukken met de basisinstellingen Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven Afdrukken zonder marges starten Dubbelzijdig afdrukken Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Afdrukken op briefkaarten Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Papierformaat instellen (aangepast formaat) Een kleurendocument monochroom afdrukken Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen...
  • Pagina 469 Beschrijving van het tabblad Afdruk Op het tabblad Afdruk (Main) kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met het mediumtype. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen op dit tabblad op te geven. Voorbeeld van instellingen De afbeelding van het vel papier laat zien hoe het origineel eruitziet op een vel papier. Zo kunt u de algemene indeling controleren.
  • Pagina 470 Laat zien hoe het afdrukresultaat eruitziet voordat u de gegevens daadwerkelijk afdrukt. Schakel dit selectievakje in als u een afdrukvoorbeeld wilt zien voordat u gaat afdrukken. Belangrijk • Als u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wilt gebruiken, moet Microsoft .NET Framework 4 Client Profile op uw computer zijn geïnstalleerd. Standaard (Defaults) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van alle instellingen die u hebt gewijzigd.
  • Pagina 471 Belangrijk • Bepaalde niveaus voor afdrukkwaliteit kunnen niet worden geselecteerd bij bepaalde instellingen voor Mediumtype (Media Type). Opmerking • De kwaliteitsmodi Hoog (High), Standaard (Standard) en Klad (Draft) zijn gekoppeld aan de schuifregelaar. Wanneer de schuifregelaar wordt verplaatst, worden daarom links de bijbehorende kwaliteit en waarde weergegeven.
  • Pagina 472 Helderheid (Brightness) Hier selecteert u de helderheid van de afdruk. U kunt het niveau van puur wit en zwart niet wijzigen. U kunt echter wel de helderheid van de kleuren tussen wit en zwart wijzigen. Intensiteit (Intensity) Hier past u de algehele intensiteit van de afdruk aan. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, neemt de intensiteit toe en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, neemt de intensiteit af.
  • Pagina 473 • Als Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) is geselecteerd op het tabblad Afdruk (Main), is Kleurcorrectie (Color Correction) lichtgrijs en niet beschikbaar voor selectie. Driververgelijking (Driver Matching) Met Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven.
  • Pagina 474 ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken. Geef op welk invoerprofiel en welke render-intentie moet worden gebruikt. Belangrijk • Als de toepassing zo is ingesteld dat ICM is uitgeschakeld, is ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) niet beschikbaar voor Kleurcorrectie (Color Correction) en worden de afbeeldingsgegevens mogelijk niet correct worden afgedrukt door de printer.
  • Pagina 475 Opmerking • In het XPS-printerstuurprogramma is ICM veranderd in ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching). Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) Intensiteit/contrast aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) Kleurcorrectie opgeven De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen...
  • Pagina 476 Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u bepalen hoe een document op het papier moet worden geplaatst. Op dit tabblad kunt u ook het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde opgeven. Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een vergelijkbare functie heeft, geeft u deze instellingen op met de toepassing.
  • Pagina 477 selectievakje 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) in. 180 graden roteren (Rotate 180 degrees) Het document wordt afgedrukt waarbij het 180 graden wordt gedraaid ten opzichte van de invoerrichting van het papier.
  • Pagina 478 Op schaal (Scaled) Documenten kunnen worden vergroot of verkleind tijdens het afdrukken. Geef het formaat op bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) of geef een schaalfactor op in het vak Schaling (Scaling). Schaling (Scaling) Hier geeft u een vergrotings- of verkleiningsfactor op voor het document dat u wilt afdrukken. Pagina-indeling (Page Layout) U kunt meerdere documentpagina's afdrukken op één vel papier.
  • Pagina 479 Afdrukstand (Orientation) en Pagina-indeling (Page Layout). Schakel Nietmarge (Stapling Side) in en selecteer een optie in de lijst om deze te wijzigen. Marge instellen... (Specify Margin...) Hiermee opent u het Dialoogvenster Marge instellen (Specify Margin). U kunt de breedte van de marge opgeven. Aantal (Copies) Hier geeft u het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken.
  • Pagina 480 Dialoogvenster Aangepast papierformaat (Custom Paper Size) In dit dialoogvenster kunt u het formaat (breedte en hoogte) van het aangepaste papier opgeven. Eenheden (Units) Selecteer de eenheid voor het opgeven van een door de gebruiker gedefinieerd papierformaat. Papierformaat (Paper Size) Hier geeft u waarden voor Breedte (Width) en Hoogte (Height) voor het aangepaste papier op. De afmetingen worden weergegeven op basis van de eenheid die u hebt opgegeven bij Eenheden (Units).
  • Pagina 481 "Knippen/Plakken" afdrukken in marges (Print "Cut/Paste" in margins) Hier geeft u aan of u de woorden 'Knippen' en 'Plakken' wilt afdrukken in de marges. Deze woorden fungeren als hulpmiddel wanneer u de pagina's aan elkaar plakt om een poster te maken. Schakel dit selectievakje in om de woorden af te drukken.
  • Pagina 482 pagina. In dit dialoogvenster kunt u instellen of een pagina bij het afdrukken moet worden verkleind, zodat het document op één pagina past. Afdrukken op normaal formaat (Use normal-size printing) Hiermee worden de documentpagina's afgedrukt zonder dat ze worden verkleind. Dit is de standaardinstelling.
  • Pagina 483 Belangrijk • Zelfs als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt slechts een deel van de informatie in het kleurprofiel uitgeschakeld en kan het kleurprofiel nog steeds worden gebruikt om af te drukken. • Normaal gesproken schakelt u dit selectievakje uit. Papiergroepen opheffen (Ungroup Papers) Hier stelt u de weergavemethode voor Mediumtype (Media Type), Paginaformaat (Page Size) en Papierformaat printer (Printer Paper Size) in.
  • Pagina 484 correct worden afgedrukt. Selecteer in dat geval Aan (On). Selecteer Uit (Off) als u deze functie niet gebruikt. Belangrijk • Als u deze functie gebruikt, kan de afdrukkwaliteit afnemen, afhankelijk van de afdrukgegevens. Eenheid voor verwerking van afdrukgegevens (Unit of Print Data Processing) Hier selecteert u de verwerkingseenheid van de afdrukgegevens die naar de printer worden gezonden.
  • Pagina 485 Schakel dit selectievakje uit als u de stempel wilt afdrukken over de documentgegevens. De afgedrukte gegevens worden mogelijk verborgen door de stempel. Opmerking • U kunt Semitransparante stempel afdrukken (Print semitransparent stamp) alleen gebruiken met het XPS-printerstuurprogramma. Alleen eerste pagina (Stamp first page only) Hiermee selecteert u of de stempel alleen moet worden afgedrukt op de eerste pagina of op alle pagina's als het document uit twee of meer pagina's bestaat.
  • Pagina 486 Belangrijk • Stempeltekst (Stamp Text) is niet beschikbaar als Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/ User Name) is geselecteerd. TrueType-lettertype (TrueType Font) Hier selecteert u het lettertype voor de tekst van de stempel. Stijl (Style) Hier selecteert u de tekenstijl voor de tekst van de stempel. Grootte (Size) Hier selecteert u de tekengrootte voor de tekst van de stempel.
  • Pagina 487 Positie (Position) Hier geeft u de positie van de stempel op de pagina op. Als u Aangepast (Custom) selecteert in de lijst, kunt u rechtstreeks waarden invoeren voor de coördinaten X-positie (X-Position) en Y-positie (Y-Position). Afdrukstand (Orientation) Hier geeft u de rotatiehoek voor de stempel op. U kunt de hoek instellen door een waarde in graden in te voeren.
  • Pagina 488 Bestand (File) Hier geeft u de naam op van het bitmapbestand dat u als achtergrond wilt gebruiken. Bestand selecteren... (Select File...) Hiermee opent u het dialoogvenster waarmee u een bestand kunt openen. Klik op deze knop om het bitmapbestand (.bmp) te selecteren dat u als achtergrond wilt gebruiken. Lay-outmethode (Layout Method) Hier geeft u aan hoe de achtergrondafbeelding op het papier moet worden geplaatst.
  • Pagina 489 Beschrijving van het tabblad Onderhoud Op het tabblad Onderhoud (Maintenance) kunt u onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan de printer of de instellingen van de printer wijzigen. Reiniging (Cleaning) Hiermee voert u een reiniging van de printkop uit. Bij het reinigen van de printkop worden de spuitopeningen vrijgemaakt. Voer deze reiniging uit wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al zijn alle inktniveaus hoog genoeg.
  • Pagina 490 Uitlijning printkop (Print Head Alignment) Bij het uitlijnen van de printkoppen worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Lijn de printkop direct uit nadat u de printkop hebt geplaatst. Wanneer u klikt op Uitlijning printkop (Print Head Alignment), wordt het Dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) weergegeven.
  • Pagina 491 Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven. Afdrukgeschiedenis weergeven (View Print History) Deze functie start het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld en geeft de afdrukgeschiedenis weer. Opmerking • U kunt deze functie alleen gebruiken met het XPS-printerstuurprogramma.
  • Pagina 492 Info (About) Hiermee opent u het Dialoogvenster Info (About). U kunt de versie van het printerstuurprogramma en een copyrightmelding bekijken. Daarnaast kunt u de gebruikte taal wijzigen. Initiële controle-items (Initial Check Items) Controleer voordat u Reiniging (Cleaning) of Diepte-reiniging (Deep Cleaning) uitvoert of de printer is ingeschakeld en open de klep van de printer.
  • Pagina 493 Initiële controle-items (Initial Check Items) Controleer voordat u Controle spuitopening (Nozzle Check) uitvoert of de printer is ingeschakeld en open de klep van de printer. Controleer voor elke inkt de volgende items. • Controleer de resterende hoeveelheid inkt in de tank. •...
  • Pagina 494 Belangrijk • U kunt de stille modus instellen via het bedieningspaneel van de printer, het printerstuurprogramma of ScanGear (scannerstuurprogramma). Wat u ook gebruikt om de stille modus in te stellen, deze modus wordt toegepast als u bewerkingen uitvoert vanaf het bedieningspaneel van de printer of als u afdrukt of scant vanaf de computer.
  • Pagina 495 Als het papier inktvlekken bevat, omdat de volgende pagina wordt uitgeworpen voordat de inkt op de afgedrukte pagina heeft kunnen drogen, verhoogt u de droogtijd voor de inkt. Wanneer u de droogtijd verlaagt, verloopt het afdrukken sneller. Dialoogvenster Info (About) Wanneer u klikt op Info (About), wordt het dialoogvenster Info (About) weergegeven.
  • Pagina 496 Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. U kunt ook de instelling voor het mediumtype en de papierbron wijzigen.
  • Pagina 497 • Als de instelling Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) is ingesteld op Pagina-indeling (Page Layout), Tegels/poster (Tiling/Poster) of Boekje (Booklet), is het aantal pagina's het aantal vellen dat wordt gebruikt om af te drukken en niet het aantal pagina's in het originele document dat is gemaakt met de toepassing.
  • Pagina 498 Canon IJ-afdrukvoorbeeld gesloten. Knop Afdrukken annuleren (Cancel Printing) Hiermee beëindigt u het Canon IJ-afdrukvoorbeeld en annuleert u het afdrukken van het document dat wordt weergegeven in het voorbeeldscherm. U kunt op deze knop klikken terwijl documenten in de wachtrij worden geplaatst.
  • Pagina 499 Beschrijving van Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. Via dit voorbeeld kunt u ook het afgedrukte document of de afgedrukte pagina's bewerken, de afdrukinstellingen wijzigen en andere functies uitvoeren.
  • Pagina 500 Hiermee voegt u het document dat is opgeslagen in de afdrukgeschiedenis toe aan de documentenlijst. Afsluiten (Exit) Hiermee beëindigt u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. De resterende documenten in de documentenlijst worden uit de lijst verwijderd. Deze opdracht heeft dezelfde functie als Afsluiten (Exit) in het gebied met afdrukinstellingen.
  • Pagina 501 Eén omlaag (Move Down One) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument één positie omlaag. Als het geselecteerde document het laatste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Naar laatste (Move to Last) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument naar het eind van de documentenlijst.
  • Pagina 502 Naar eerste (Move to First) Hiermee verplaatst u de geselecteerde pagina naar het begin van het document. Als de geselecteerde pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Eén vooruit (Move Forward One) Hiermee verplaatst u de geselecteerde pagina één positie naar voren.
  • Pagina 503 Eerste pagina (First Page) Hiermee geeft u de eerste pagina van het document weer. Als de weergegeven pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Vorige pagina (Previous Page) Hiermee wordt de pagina voor de momenteel weergegeven pagina weergegeven. Als de weergegeven pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
  • Pagina 504 Selecteer Pagina-informatie (Page Information), Indeling (Layout) of Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment). Menu Help Wanneer u deze menuoptie selecteert, wordt het Help-venster voor het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld weergegeven en kunt u de versie en copyrightinformatie controleren. (Afdrukken) Hiermee drukt u de geselecteerde documenten in de lijst met documenten af.
  • Pagina 505 (Eén omlaag) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument één positie omlaag. Als het geselecteerde document het laatste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. (Naar laatste) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument naar het eind van de documentenlijst. Als het geselecteerde document het laatste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
  • Pagina 506 Papierformaat printer (Printer Paper Size) Hier wordt het papierformaat weergegeven van het document dat u wilt afdrukken. Mediumtype (Media Type) Hier kunt u het mediumtype selecteren voor het document dat u wilt afdrukken. Papierbron (Paper Source) Hier kunt u de papierbron selecteren voor het document dat u wilt afdrukken. Pagina-indeling (Page Layout) Hier wordt de pagina-indeling weergegeven van het document dat u wilt afdrukken.
  • Pagina 507 Als het aantal afdrukken niet kan worden gewijzigd voor het afdrukdocument, is dit item lichtgrijs en niet beschikbaar. Afsluiten (Exit) Hiermee beëindigt u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. De resterende documenten in de documentenlijst worden uit de lijst verwijderd. Afdrukken (Print) Hiermee drukt u de geselecteerde documenten in de lijst met documenten af.
  • Pagina 508 Overzicht van Canon IJ-statusmonitor Met de Canon IJ-statusmonitor kunt u de status van de printer en de inkt controleren aan de hand van afbeeldingen en berichten. U kunt informatie over het afgedrukte document en de voortgang van de afdruktaak controleren tijdens het afdrukken.
  • Pagina 509 Menu Optie (Option) Als u Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) selecteert wanneer een bericht met betrekking tot de printer wordt weergegeven, wordt de Canon IJ-statusmonitor gestart. Als Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd, zijn de volgende opdrachten beschikbaar.
  • Pagina 510 Sluiten (Close) Hiermee sluit u het dialoogvenster Inktdetails (Ink Details) en keert u terug naar de Canon IJ-statusmonitor. Menu Help Wanneer u deze menuoptie selecteert, wordt het Help-venster voor de Canon IJ-statusmonitor weergegeven en kunt u de versie en copyrightinformatie controleren.
  • Pagina 511 MP Drivers bijwerken De nieuwste versie van MP Drivers ophalen Onnodige MP Drivers verwijderen Voordat u MP Drivers installeert MP Drivers installeren...
  • Pagina 512 De nieuwste versie van MP Drivers ophalen MP Drivers omvat een printerstuurprogramma en ScanGear (scannerstuurprogramma). Door MP Drivers bij te werken naar de nieuwste versie van MP Drivers, kunt u onopgeloste problemen mogelijk verhelpen. U kunt vanaf onze website de nieuwste MP Drivers voor uw model downloaden. Belangrijk •...
  • Pagina 513 Onnodige MP Drivers verwijderen Als u MP Drivers niet meer nodig hebt, kunt u dit verwijderen. Sluit alle actieve toepassingen voordat u MP Drivers gaat verwijderen. De procedure voor het verwijderen van MP Drivers is als volgt: 1. Start het verwijderprogramma •...
  • Pagina 514 Voordat u MP Drivers installeert In dit onderwerp worden de items beschreven die u moet controleren voordat u MP Drivers installeert. U moet dit gedeelte ook raadplegen als MP Drivers niet kan worden geïnstalleerd. De printerstatus controleren • Zet de printer uit. De instellingen van de computer controleren •...
  • Pagina 515 MP Drivers installeren U kunt vanaf onze website de nieuwste versie van MP Drivers en het XPS-printerstuurprogramma voor uw model downloaden. De procedure voor het installeren van de gedownloade MP Drivers is als volgt: 1. Zet de printer uit 2. Start het installatieprogramma Dubbelklik op het pictogram van het bestand dat u hebt gedownload.
  • Pagina 516 Afdrukken via het bedieningspaneel van het apparaat Fotogegevens afdrukken De functie Diashow gebruiken Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken Documenten (PDF-bestanden) afdrukken die zijn opgeslagen op een geheugenkaart...
  • Pagina 517 Fotogegevens afdrukken Foto's op een geheugenkaart afdrukken Over het menu Geavanc. foto Een foto bijsnijden en afdrukken Items instellen voor foto's afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Handige weergavefuncties gebruiken...
  • Pagina 518 Foto's op een geheugenkaart afdrukken U kunt foto's die op een geheugenkaart zijn opgeslagen gemakkelijk afdrukken. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u foto´s afdrukt in Foto afdrukken (Photo print). Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats fotopapier. 3. Veeg over het HOME-scherm en tik op Foto afdrukken (Photo print).
  • Pagina 519 Tik in de buurt van het midden van de weergegeven foto om menu's weer te geven. A. Totaal aantal afdrukken Het totale aantal afdrukken wordt weergegeven. Als u tikt, wordt het scherm Contr. totaal aantal kopieën (Check total no. of copies) weergegeven en kunt u het aantal afdrukken voor elke foto opgeven.
  • Pagina 520 Voor meer informatie: Handige weergavefuncties gebruiken D. Instellingen (Settings) Tik hierop om het scherm Instellingen (Settings) weer te geven. U kunt de instellingen voor het paginaformaat, het mediumtype, de afdrukkwaliteit en dergelijke wijzigen. Meer informatie over de instellingsitems: Items instellen voor foto's afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat E.
  • Pagina 521 Voor meer informatie: Handige weergavefuncties gebruiken G. Meerdere foto's weergeven Tik hierop om meerdere foto's tegelijk weer te geven. Voor informatie over de weergavemethode: Handige weergavefuncties gebruiken 6. Druk op de knop Kleur (Color). Het apparaat begint af te drukken. Opmerking •...
  • Pagina 522 2. Geef het aantal afdrukken voor elke foto op. Opmerking • Tijdens het afdrukken kunt u de instelling voor Pg.form. (Page size) of Type op het bevestigingsscherm voor afdrukinstellingen niet wijzigen. De instelling is gelijk aan de instelling voor de foto die in de afdruktaak staat. 3.
  • Pagina 523 Over het menu Geavanc. foto De volgende menu's kunnen worden geselecteerd in het menu Geavanc. afdrukken (Advanced print) om foto's af te drukken die op de geheugenkaart zijn opgeslagen. Bijsnijden en afdruk. (Trimming print) U kunt foto's op het aanraakscherm bijsnijden en vervolgens afdrukken. Een foto bijsnijden en afdrukken Diashow (Slide show) U kunt alle foto's die zijn opgeslagen op de geheugenkaart bekijken in een diashow.
  • Pagina 524 Een foto bijsnijden en afdrukken U kunt foto's op het aanraakscherm bijsnijden en vervolgens afdrukken. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats fotopapier. 3. Veeg over het HOME-scherm en tik op Geavanc. afdrukken (Advanced print). Het bedieningspaneel gebruiken Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf. Opmerking •...
  • Pagina 525 A. Tik hierop om de verhouding van het bijsnijdkader aan te passen. B. Sleep om het bijsnijdkader te plaatsen. C. Sleep om het formaat van het bijsnijdkader in te stellen. D. Tik hierop om de selectie van het bijsnijdgebied te voltooien. Als het bij te snijden gedeelte is opgegeven, wordt het bevestigingsscherm voor de afdrukinstellingen weergegeven.
  • Pagina 526 Items instellen voor foto's afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat U kunt het paginaformaat, het mediumtype, fotocorrectie en dergelijke instellen voor het afdrukken van foto's die zijn opgeslagen op de geheugenkaart. Het scherm Afdrukinstellingen De manier waarop u het scherm voor de afdrukinstellingen weergeeft, varieert naar gelang het afdrukmenu.
  • Pagina 527 Opmerking • Sommige instellingen kunnen niet worden geselecteerd, afhankelijk van het afdrukmenu. In dit gedeelte worden de instellingen van Foto afdrukken (Photo print) beschreven. De instelling die niet kan worden geselecteerd, wordt grijs of niet weergegeven. • Sommige instellingen kunnen niet worden opgegeven in combinatie met andere instellingen of de afdrukmenu´s.
  • Pagina 528 Hiermee worden rode ogen in portretfoto's gecorrigeerd die worden veroorzaakt door fotograferen met flitser. Afhankelijk van het type foto worden rode ogen mogelijk niet gecorrigeerd of worden andere delen dan de ogen gecorrigeerd. 7. Datum afdrukken (Print date) Hiermee wordt de afdruk van de datum (opnamedatum) op de foto in- of uitgeschakeld. Opmerking •...
  • Pagina 529 Handige weergavefuncties gebruiken U kunt meerdere foto's tegelijk weergeven, de datum (datum waarop gegevens voor het laatst zijn gewijzigd) opgeven om foto's te selecteren en wisselen tussen fotogroepen. Meerdere foto's weergeven om een foto te selecteren Een datum opgeven om een foto te selecteren Inzoomen op de foto Schakelen tussen fotogroepen Meerdere foto's weergeven om een foto te selecteren...
  • Pagina 530 De foto's op de opgegeven datum worden weergegeven. Opmerking • De datum wordt weergegeven volgens de instellingen voor Indeling datumweergave (Date display format) bij Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings) onder Instellen (Setup). Gebruikersinstellingen apparaat Inzoomen op de foto Het volgende scherm wordt weergegeven wanneer u tikt op op het fotoselectiescherm.
  • Pagina 531 De functie Diashow gebruiken Foto's afdrukken terwijl u naar de diashow kijkt...
  • Pagina 532 Foto's afdrukken terwijl u naar de diashow kijkt U kunt alle foto's die zijn opgeslagen op de geheugenkaart bekijken in een diashow. Tijdens de diashow worden de foto's automatisch een voor een weergegeven. Terwijl u naar de diashow kijkt, kunt u uw favoriete foto afdrukken. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 533 Tijdens het afdrukken van een foto Nadat u de diashow hebt gepauzeerd door te tikken op het aanraakscherm, kunt u de weergegeven foto afdrukken. Wanneer u het afdrukken wilt starten, plaatst u papier en drukt u op de knop Kleur (Color). Opmerking •...
  • Pagina 534 Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken U kunt een sjabloonformulier, zoals gelinieerd papier, grafiekpapier of een controlelijst, afdrukken op normaal papier van A4-, B5- of Letter-formaat. Afdrukbare sjabloonformulieren Sjabloonformulieren afdrukken Afdrukbare sjabloonformulieren De volgende sjablonen zijn beschikbaar: • Gelinieerd papier U kunt drie indelingen voor de regelafstand selecteren.
  • Pagina 535 • Muziekpapier U kunt muziekpapier met 10 of 12 notenbalken afdrukken. Instelling op het aanraakscherm: ◦ Muziekpapier 1(10 notenb.) (Staff paper 1 (10 staves)) ◦ Muziekpapier 2(12 notenb.) (Staff paper 2 (12 staves)) • Handschriftpapier U kunt handschriftpapier afdrukken. Instelling op het aanraakscherm: Handschriftpapier (3 lijnen) (Handwriting paper (3 lines)) •...
  • Pagina 536 Afdrukbare sjabloonformulieren 6. Geef de gewenste instellingen op. 1. Aantal (Copies) Geef het aantal exemplaren op. 2. Pg.form. (Page size) Selecteer het paginaformaat op basis van het geplaatste papier. Opmerking • Sommige instellingen voor het paginaformaat kunnen niet worden opgegeven, afhankelijk van het formulier.
  • Pagina 537 Documenten (PDF-bestanden) afdrukken die zijn opgeslagen op een geheugenkaart U kunt PDF-bestanden die zijn gemaakt met Canon IJ Scan Utility of My Image Garden (software die compatibel is met het apparaat) van een geheugenkaart afdrukken. Opmerking • U kunt PDF-bestanden vanaf een geheugenkaart afdrukken als deze aan de volgende voorwaarden voldoen.
  • Pagina 538 PDF-bestanden waarop een van de volgende voorwaarden van toepassing is, kunnen niet worden afgedrukt. • PDF-bestanden die zijn opgeslagen met een andere toepassing dan Canon IJ Scan Utility en My Image Garden (software die compatibel is met het apparaat) •...
  • Pagina 539 • Andere tekens dan de naam van het apparaat, IJ Scan Utility of My Image Garden worden weergegeven bij Gemaakt met (Created with). • De PDF-bestanden die zijn gemaakt met andere software dan Canon IJ Scan Utility en My Image Garden (software die compatibel is met het apparaat) kunnen niet worden afgedrukt, ook al zijn deze opgeslagen met Canon IJ Scan Utility of My Image Garden.
  • Pagina 540 printed. Continue?) weergegeven op het aanraakscherm. Tik op Ja (Yes) om het afdrukken te starten. Als u meer dan 250 pagina's van een PDF-bestand wilt afdrukken, drukt u deze af vanaf een computer. • Afhankelijk van het PDF-bestand, kunt u het 90 graden draaien. •...
  • Pagina 541 Afdrukken met webservice Belangrijk • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. Kennisgeving over het afdrukken met een webservice Sjabloonformulieren downloaden en afdrukken...
  • Pagina 542 Canon is niet verantwoordelijk voor eventuele schade die uit dergelijke acties voortvloeit. • In geen enkel geval is Canon aansprakelijk voor schade die het gevolg is van het gebruik van de webservices, in welke vorm dan ook.
  • Pagina 543 Sjabloonformulieren downloaden en afdrukken Belangrijk • Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop. U kunt de sjabloonformulier die u wilt afdrukken, downloaden van de webservice. Raadpleeg de gebruiksvoorwaarden voordat u de webservice gebruikt. Kennisgeving over het afdrukken met een webservice Belangrijk •...
  • Pagina 544 Het apparaat begint af te drukken.
  • Pagina 545 Afdrukken vanaf een digitale camera Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) Informatie over PictBridge-afdrukinstellingen (draadloos LAN)
  • Pagina 546 Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) U kunt een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN), zoals een digitale camera, een camcorder of een mobiele telefoon, met het apparaat verbinden via een draadloos LAN, zodat u opgeslagen foto's rechtstreeks kunt afdrukken zonder daarbij een computer te gebruiken. Apparaten die u kunt aansluiten: PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) Indeling afdrukbare beeldgegevens:...
  • Pagina 547 4. Geef de afdrukinstellingen zoals de papiersoort en indeling op. U kunt instellingen opgeven via het menu op het PictBridge-compatibele apparaat (draadloos LAN). Selecteer het papierformaat en de papiersoort die u in het apparaat hebt geplaatst. Instellingen op een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) Als het PictBridge-compatibele apparaat (draadloos LAN) geen menu voor instellingen heeft, wijzigt u de instelling vanaf het apparaat.
  • Pagina 548 Opmerking • In de volgende beschrijving worden de namen van instellingen gebruikt van PictBridge-compatibele apparaten (draadloos LAN) van het merk Canon. De namen van de instellingen kunnen afwijken, afhankelijk van het merk of model van uw apparaat. • Mogelijk zijn niet alle hieronder beschreven instellingen beschikbaar op bepaalde apparaten. In dat geval worden de instellingen van het apparaat gebruikt.
  • Pagina 549 *2 Als u met een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) van het merk Canon items selecteert met de markering 'i', kunt u opnamegegevens (Exif Data) afdrukken in een lijstindeling (20-up) of op de marges van de geselecteerde gegevens (1-up). (Deze functie is mogelijk niet beschikbaar met sommige PictBridge-compatibele apparaten (draadloos LAN) van Canon.)
  • Pagina 550 PictBridge-afdrukinstellingen...
  • Pagina 551 Papierinstelling voor afdrukken Door het aangepaste papierformaat en het in de cassette geplaatste mediumtype te registreren, kunt u voorkomen dat het apparaat onjuiste afdrukken produceert. Hiertoe wordt voor het afdrukken begint, een bericht weergegeven als het papierformaat of het mediumtype van het geplaatste papier afwijkt van de afdrukinstellingen.
  • Pagina 552 • Wanneer de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren verschillen van de papiergegevens van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd: Voorbeeld: ◦ Papierinstelling voor afdrukken of kopiëren: B5 ◦ Papiergegevens van de cassette die zijn geregistreerd op het apparaat: A4 Wanneer u begint met afdrukken of kopiëren, wordt er een bericht weergegeven.
  • Pagina 553 Na het vervangen van het papier en het plaatsen van de cassette wordt het registratiescherm voor de papiergegevens van de cassette weergegeven. Registreer de papiergegevens van de cassette aan de hand van het papier dat u in de cassette hebt geladen. Opmerking •...
  • Pagina 554 Kopiëren Kopieën verkleinen of vergroten Kopieën maken Basis Dubbelzijdig kopiëren Over het menu Speciale kopie Twee pagina’s kopiëren op één pagina Vier pagina’s kopiëren op één pagina...
  • Pagina 555 Kopieën maken In dit gedeelte wordt de procedure voor het kopiëren met Kopiëren (Copy) beschreven. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats papier. 3. Veeg over het HOME-scherm en tik op Kopiëren (Copy). Het bedieningspaneel gebruiken Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. Plaats het origineel op de glasplaat.
  • Pagina 556 Meer informatie over de instellingsitems: Items voor kopiëren instellen D. Tik om een voorbeeld van de afdruk weer te geven in het voorbeeldscherm. Voor meer informatie: Voorbeeldweergave weergeven E. Tik hierop om het paginaformaat op te geven. 6. Druk op de knop Kleur (Color) als u in kleur wilt kopiëren of op de knop Zwart (Black) als u in zwart-wit wilt kopiëren.
  • Pagina 557 De kopieertaak toevoegen (reservekopie) U kunt de kopieertaak toevoegen tijdens het afdrukken (Reservekopie). Het onderstaande scherm wordt weergegeven wanneer u de kopieertaak toevoegt. Leg het origineel op de glasplaat en druk op de dezelfde knop (de knop Kleur (Color) of op de knop Zwart (Black)) als de knop waarop u eerder had gedrukt.
  • Pagina 558 Voorbeeldweergave weergeven wordt weergegeven op het standby-scherm voor kopiëren, kunt u op tikken om een voorbeeld van de afdruk weer te geven op het voorbeeldscherm. Belangrijk • In de volgende gevallen wordt niet weergegeven wanneer het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven.
  • Pagina 559 E. Tik hierop om terug te keren naar het stand-byscherm voor kopiëren. F. De momenteel opgegeven vergroting wordt weergegeven. Tik om Passend (Fit to page) te selecteren.
  • Pagina 560 Items voor kopiëren instellen U kunt de kopieerinstellingen, zoals vergroting en intensiteit, wijzigen. Het scherm Afdrukinstellingen Opmerking • Zie Foto's kopiëren voor meer informatie over het scherm met afdrukinstellingen of de instellingen voor Foto kopiëren (Photo copy). De manier waarop u het scherm voor de afdrukinstellingen weergeeft, varieert naar gelang het kopieermenu.
  • Pagina 561 Opmerking • Sommige instellingen kunnen niet worden geselecteerd, afhankelijk van het kopieermenu. In dit gedeelte worden de instellingen voor Kopiëren (Copy) beschreven. Als een instelling niet kan worden geselecteerd, wordt deze grijs weergegeven. Foto's kopiëren voor meer informatie over de instellingsitems voor Foto kopiëren (Photo copy). •...
  • Pagina 562 3. Pg.form. (Page size) Selecteer het paginaformaat van het geplaatste papier. 4. Type (Mediumtype) Selecteer het mediumtype van het geplaatste papier. 5. Afdr.kwl. (Print qlty) (Afdrukkwaliteit) Pas de afdrukkwaliteit aan op basis van het origineel. Belangrijk • Als u Klad (Draft) selecteert terwijl het Type is ingesteld op Normaal papier (Plain paper) en de kwaliteit niet naar wens is, selecteert u Standaard (Standard) of Hoog (High) voor Afdr.kwl.
  • Pagina 563 Kopieën verkleinen of vergroten U kunt de vergroting optioneel opgeven of een kopie met een vooraf ingestelde verhouding of een kopie passend op het papierformaat selecteren. Het onderstaande scherm wordt weergegeven wanneer u tikt op Instellingen (Settings) in het standby- scherm voor kopiëren en tikt op Vergrot.
  • Pagina 564 Opmerking • Als u Passend (Fit to page) selecteert, wordt het paginaformaat mogelijk niet bij alle originelen goed herkend. In dat geval selecteert u een andere instelling dan Passend (Fit to page). • Vaste schaal U kunt een van de vaste schalen selecteren om een kopie te verkleinen of te vergroten. Selecteer de juiste verhouding voor de grootte van het origineel en het paginaformaat.
  • Pagina 565 Dubbelzijdig kopiëren Wanneer u Dub.zijdig (2-sided) voor Dub.zijdigInst.afdr. (2-sidedPrintSetting) selecteert bij Kopiëren (Copy), kunt u twee originele pagina's kopiëren naar de twee zijden van één vel papier. Selecteer Dub.zijdig (2-sided) en tik vervolgens op OK. Als u op Geavanceerd (Advanced) tikt terwijl Dub.zijdig (2-sided) is geselecteerd, kunt u de afdrukstand en de nietmarge van het origineel opgeven.
  • Pagina 566 • De instelling voor een dubbelzijdige kopie kan worden gebruikt in combinatie met 2 op 1 kopie (2-on-1 copy) of 4 op 1 kopie (4-on-1 copy). Twee pagina’s kopiëren op één pagina Vier pagina’s kopiëren op één pagina • Als u kopieert in zwart-wit kan de afdrukintensiteit van de dubbelzijdige kopie afwijken van die van een enkelzijdige kopie.
  • Pagina 567 Over het menu Speciale kopie De volgende menu's kunnen worden geselecteerd in het menu Geavanc. afdrukken (Advanced print) om originelen te kopiëren. Kopie zonder marges (Borderless copy) U kunt afbeeldingen zo kopiëren dat deze de hele pagina vullen zonder marges. Kopiëren zonder marges Kop.kader wissen (Frame erase copy) Wanneer u een dik origineel zoals een boek kopieert, kunt u kopiëren zonder zwarte marges rondom het...
  • Pagina 568 Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren Wanneer u een dik origineel zoals een boek kopieert, kunt u kopiëren zonder zwarte marges rondom het beeld en schaduwen van rugmarges. Met deze functie vermindert u onnodig inktverbruik. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats papier.
  • Pagina 569 van de schaduw, waardoor het document mogelijk enigszins wordt bijgesneden of een schaduw in de vouw wordt weergegeven.
  • Pagina 570 Kopiëren zonder marges U kunt afbeeldingen zo op fotopapier kopiëren dat deze de hele pagina vullen zonder marges. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats het fotopapier. 3. Veeg over het HOME-scherm en tik op Geavanc. afdrukken (Advanced print). Het bedieningspaneel gebruiken 4.
  • Pagina 571 Foto's kopiëren U kunt afgedrukte foto's scannen en allemaal tegelijk afdrukken. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Plaats het fotopapier. 3. Veeg over het HOME-scherm en tik op Geavanc. afdrukken (Advanced print). Het bedieningspaneel gebruiken 4. Tik op Foto kopiëren (Photo copy). 5.
  • Pagina 572 Opmerking • Afhankelijk van het instellingsitem kunnen sommige instellingen niet worden opgegeven in combinatie met de instelling van het andere instellingsitems. Als een instelling die niet kan worden opgegeven is geselecteerd, worden en Foutdetails (Error details) weergegeven op het aanraakscherm. In dat geval tikt u op linksboven op het aanraakscherm om het bericht te bevestigen en wijzigt u de instelling.
  • Pagina 573 • Wanneer Vervagingscorr. (Fade restoration) is geselecteerd, corrigeert het apparaat een gescande afbeelding die in de loop van de tijd is vervaagd. 7. Tik hierop om een voorbeeld van een afbeelding weer te geven in het voorbeeldscherm. Veeg over de foto om de weergave te wijzigen. Opmerking •...
  • Pagina 574 Twee pagina’s kopiëren op één pagina Wanneer u 2 op 1 kopie (2-on-1 copy) selecteert voor Indeling (Layout) in Kopiëren (Copy) kunt u twee originele pagina's op één vel papier kopiëren door de afbeeldingen te verkleinen. Tik op Instellingen (Settings) op het standby-scherm voor kopiëren om het scherm met afdrukinstellingen weer te geven en selecteer 2 op 1 kopie (2-on-1 copy) voor Indeling (Layout).
  • Pagina 575 u de afdrukkwaliteit in op Standaard (Standard) en probeert u opnieuw te kopiëren. Als het probleem zich blijft voordoen, stelt u de afdrukkwaliteit in op Klad (Draft) en probeert u opnieuw te kopiëren. • U kunt deze functie gebruiken in combinatie met dubbelzijdig kopiëren. Als u deze functie in combinatie gebruikt, kunt u vier originele pagina's op één vel papier kopiëren.
  • Pagina 576 Opmerking • U kunt de kopieertaak toevoegen tijdens het afdrukken. De kopieertaak toevoegen (reservekopie) • Als u deze functie in combinatie met dubbelzijdig kopiëren gebruikt, wordt het bovenstaande scherm weergegeven nadat het scannen van het tweede vel van het origineel is voltooid. Volg de instructies op het scherm om het derde en vierde vel van het origineel te scannen.
  • Pagina 577 Vier pagina’s kopiëren op één pagina Wanneer u 4 op 1 kopie (4-on-1 copy) selecteert bij Indeling (Layout) in Kopiëren (Copy), kunt u vier originele pagina's op één vel papier kopiëren door de afbeeldingen te verkleinen. Er zijn vier verschillende indelingen beschikbaar.
  • Pagina 578 Nadat u de volgorde hebt geselecteerd, kunt u selecteren of u het voorbeeldscherm wilt gebruiken. Als u tikt op AAN (ON), wordt het voorbeeldscherm weergegeven, waarin u de afdrukstand kunt controleren. Opmerking • Als tijdens het scannen het bericht Apparaatgeheugen is vol. Proces kan niet worden voortgezet. (Device memory is full.
  • Pagina 579 A. Tik hierop om het scannen van het origineel te starten. Verwijder na het scannen het origineel van de glasplaat, plaats het volgende vel op de glasplaat en tik op Scannen (Scan). B. Tik hierop om het reeds gescande origineel te kopiëren. Na het scannen van de vierde pagina van het origineel, begint het apparaat met kopiëren.
  • Pagina 580 Scannen Scannen vanaf een computer Scannen via het bedieningspaneel van het apparaat...
  • Pagina 581 Scannen vanaf een computer Scannen met IJ Scan Utility Scannen met een toepassing die u gebruikt (ScanGear) Handige informatie over scannen Het menu en instellingenvenster van IJ Network Scanner Selector EX Andere scanmethoden Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)
  • Pagina 582 Scannen met IJ Scan Utility Wat is IJ Scan Utility (scannersoftware)? IJ Scan Utility starten Eenvoudig scannen met Automatische scan Basis Documenten scannen Foto's scannen Scannen met voorkeursinstellingen Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen) Meerdere items tegelijk scannen Opslaan na controle van de scanresultaten Gescande afbeeldingen via e-mail verzenden Tekst extraheren van gescande afbeeldingen (OCR)
  • Pagina 583 Wat is IJ Scan Utility (scannersoftware)? IJ Scan Utility is een toepassing waarmee u op eenvoudige wijze documenten, foto's en dergelijke kunt scannen. U kunt in één handeling scannen en opslaan door op het bijbehorende pictogram in het hoofdscherm van IJ Scan Utility te klikken.
  • Pagina 584 Belangrijk • Sommige functies zijn alleen beschikbaar wanneer My Image Garden is geïnstalleerd. Opmerking • Raadpleeg 'Dialoogvenster Instellingen' voor informatie over het instellen van de toepassingen waarmee geïntegreerd moet worden.
  • Pagina 585 Als IJ Scan Utility niet op het startscherm wordt weergegeven, selecteert u de charm Zoeken (Search) en zoekt u vervolgens naar 'IJ Scan Utility'. Windows 7/Windows Vista/Windows XP: Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Alle Programma's (All Programs) > Canon Utilities > IJ Scan Utility > IJ Scan Utility om IJ Scan Utility te starten.
  • Pagina 586 Eenvoudig scannen met Automatische scan U kunt eenvoudig scannen door automatisch het itemtype te detecteren. Belangrijk • De volgende typen items worden mogelijk niet goed gescand. In dat geval past u de bijsnijdkaders (scangebieden) aan in de volledige afbeeldingsweergave van ScanGear (scannerstuurprogramma) en voert u de scan opnieuw uit.
  • Pagina 587 Documenten scannen U kunt via dit scherm items die op de plaat zijn geplaatst scannen met instellingen die geschikt zijn voor documenten. 1. Plaats het item op de glasplaat. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) IJ Scan Utility starten. 3.
  • Pagina 588 Foto's scannen U kunt via dit scherm foto's die op de plaat zijn geplaatst scannen met instellingen die geschikt zijn voor foto's. 1. Plaats de foto op de plaat. Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) IJ Scan Utility starten. 3.
  • Pagina 589 Scannen met voorkeursinstellingen U kunt via dit scherm items die op de plaat zijn geplaatst scannen met uw voorkeursinstellingen die u eerder hebt opgeslagen. Dit is een gemakkelijke manier om veelgebruikte instellingen op te slaan of scaninstellingen in detail op te geven.
  • Pagina 590 Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen) U kunt de linker- en rechterhelft van een item dat groter is dan de plaat scannen en deze tot één afbeelding samenvoegen. Items scannen die maximaal ongeveer twee keer zo groot zijn dan de glasplaat worden ondersteund.
  • Pagina 591 5. Zorg dat Links beginnen met scannen (Scan from Left) is geselecteerd in Richting selecteren (Scan Direction). 6. Plaats het item dat aan de linkerkant van het scherm moet worden weergegeven met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 7.
  • Pagina 592 Het eerste item wordt gescand en verschijnt in 1. Opmerking • Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. 8. Plaats het item dat aan de rechterkant van het scherm moet worden weergegeven met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 9.
  • Pagina 593 Opmerking • Klik op Annuleren (Cancel) om het scannen te annuleren. 10. Pas de gescande afbeeldingen desgewenst aan. Gebruik de taakbalk om te draaien of in/uit te zoomen, of sleep de afbeeldingen om hun posities aan te passen. Opmerking • Selecteer het selectievakje Bijsnijdkaders aanpassen (Adjust cropping frames) om het gebied dat moet worden opgeslagen op te geven.
  • Pagina 594 De gecombineerde afbeelding wordt opgeslagen. Opmerking • Raadpleeg 'Venster Afbeelding samenvoegen' voor meer informatie over het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch). • U kunt geavanceerde instellingen opgeven in het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) dat wordt weergegeven door te klikken op Instellingen (Settings...).
  • Pagina 595 Meerdere items tegelijk scannen U kunt twee of meer foto's (kleine items) die op de glasplaat zijn geplaatst tegelijk scannen en elke afbeelding apart opslaan. Belangrijk • De volgende typen items worden mogelijk niet goed gescand. In dat geval past u de bijsnijdkaders (scangebieden) aan in de volledige afbeeldingsweergave van ScanGear (scannerstuurprogramma) en voert u de scan opnieuw uit.
  • Pagina 596 4. Klik op Aangepast scannen (Custom Scan). 5. Kies bij Bron selecteren (Select Source) het type items dat u wilt scannen. 6. Selecteer Automatisch scannen (Auto scan) bij Papierformaat (Paper Size) en klik vervolgens op OK.
  • Pagina 597 Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking • Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) 7. Klik op Aangepast (Custom). Er worden meerdere items tegelijk gescand. Opmerking •...
  • Pagina 598 Opslaan na controle van de scanresultaten U kunt de scanresultaten controleren en de afbeeldingen vervolgens op een computer opslaan. Belangrijk • U kunt de scanresultaten niet vóór het opslaan controleren wanneer u hebt gescand via Auto of het bedieningspaneel. Opmerking •...
  • Pagina 599 Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking • Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Dialoogvenster Instellingen (ScanGear) 5.
  • Pagina 600 U kunt de volgorde van afbeeldingen of de opties voor het opslaan van bestanden wijzigen in het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings). Opmerking • Standaard worden de volgende mappen gebruikt als opslaglocatie. • Windows 8.1: map Documenten (Documents) • Windows 8: map Mijn documenten (My Documents) •...
  • Pagina 601 Gescande afbeeldingen via e-mail verzenden U kunt gescande afbeeldingen via e-mail verzenden. Opmerking • De vensters voor het scannen van foto's worden in de volgende beschrijvingen als voorbeeld gebruikt. IJ Scan Utility starten. 2. Klik op Instellingen (Settings...). dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven.
  • Pagina 602 Opmerking • U kunt e-mailclients voor bijlagen toevoegen in het keuzemenu. • Als Geen (handmatig toevoegen) (None (Attach Manually)) is geselecteerd, moet u gescande en opgeslagen afbeeldingen handmatig toevoegen aan een e-mail. 5. Klik op OK. Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking •...
  • Pagina 603 Dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (ScanGear) 6. Klik op Foto (Photo). Het scannen begint. Na afloop van het scannen wordt de gespecificeerde e-mailclient gestart en worden de afbeeldingen aan een nieuw bericht toegevoegd.
  • Pagina 604 Tekst extraheren van gescande afbeeldingen (OCR) U kunt tekst in gescande tijdschriften en kranten scannen en weergeven in een teksteditor. Opmerking • U kunt tekst extraheren tijdens het scannen via Document, Aangepast (Custom) of ScanGear. • De vensters voor het scannen van documenten worden in de volgende beschrijvingen als voorbeeld gebruikt.
  • Pagina 605 4. Selecteer OCR starten (Start OCR) voor Instellingen voor de toepassing (Application Settings) en selecteer vervolgens de toepassing waarin u het resultaat wilt weergeven. Opmerking • Als een compatibele toepassing is geïnstalleerd, wordt de tekst in de afbeelding geëxtraheerd en weergegeven in de teksteditor.
  • Pagina 606 Het hoofdvenster IJ Scan Utility verschijnt. Opmerking • Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie over de instellingsitems in het dialoogvenster Instellingen. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (ScanGear) 6. Klik op Document. Het scannen begint. Als het scannen is voltooid worden de gescande afbeeldingen opgeslagen volgens de instellingen en verschijnt de geëxtraheerde tekst in de opgegeven toepassing.
  • Pagina 607 Schermen van IJ Scan Utility Hoofdscherm van IJ Scan Utility Dialoogvenster Instellingen Dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Dialoogvenster Instellingen (ScanGear) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (automatisch)) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto))
  • Pagina 608 'IJ Scan Utility'. Windows 7/Windows Vista/Windows XP: Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Alle Programma's (All Programs) > Canon Utilities > IJ Scan Utility > IJ Scan Utility om IJ Scan Utility te starten. U kunt in één handeling scannen en opslaan door op het bijbehorende pictogram te klikken.
  • Pagina 609 Instellingen voor scannen/opslaan en de reactie na scannen kunnen worden opgegeven in het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)). Samenvoegen (Stitch) Toont het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch) waarin u de linker- en rechterhelft van een item dat groter is dan de plaat kunt scannen en deze tot één afbeelding kunt samenvoegen. Instellingen voor scannen/opslaan en de reactie na scannen kunnen worden opgegeven in het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)).
  • Pagina 610 Dialoogvenster Instellingen Het dialoogvenster Instellingen bestaat uit drie tabbladen: (Scannen vanaf een computer), (Scannen vanaf het bedieningspaneel) en (Algemene instellingen). Als u op een tabblad klikt verandert de weergave in het rode kader en kunt u geavanceerde instellingen voor de functies op elk tabblad opgeven.
  • Pagina 611 Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document)) Belangrijk • Wanneer het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven in My Image Garden, wordt het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) niet weergegeven. Tabblad (Algemene instellingen) U kunt het te gebruiken product, de beperking van de bestandsgrootte voor e-mailbijlagen, de taal om tekst in afbeeldingen te detecteren en de map waarin de afbeeldingen tijdelijk worden opgeslagen instellen.
  • Pagina 612 Dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) Klik op Automatisch scannen (Auto Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) (Settings (Auto Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Automatisch scannen) (Settings (Auto Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om te scannen via automatische dectectie van het type item.
  • Pagina 613 • Lange, smalle items, zoals panoramafoto's • Reflecterende disclabels worden mogelijk niet zoals verwacht gescand. • Plaats de te scannen items goed op de plaat. Anders worden de items mogelijk niet goed gescand. Raadpleeg 'Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)' voor informatie over het plaatsen van items.
  • Pagina 614 Belangrijk • Wanneer het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven in My Image Garden wordt deze optie niet weergegeven. Gegevensindeling (Data Format) Automatisch (Auto) is geselecteerd. De volgende gegevensindelingen worden bij het opslaan automatisch toegepast volgens het type item. • Foto's, ansichtkaarten, BD's/dvd's/cd's en visitekaartjes: JPEG •...
  • Pagina 615 Naar een toepassing sturen (Send to an application) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren. U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven. Naar een map sturen (Send to a folder) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ook wilt opslaan in een andere map dan is opgegeven in Opslaan in (Save in).
  • Pagina 616 Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Klik op Document scannen (Document Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Document scannen) (Settings (Document Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om items als documenten te scannen.
  • Pagina 617 Kleurenmodus (Color Mode) Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand. Papierformaat (Paper Size) Selecteer de grootte van het item dat u wilt scannen. Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het papierformaat kunt opgeven.
  • Pagina 618 Contouren scherper maken (Sharpen outline) Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken. Doorschijnendheid reduceren (Reduce show-through) Maakt tekst in een document scherper of vermindert het doorschijnen van tekst in kranten, enzovoort. Moiré reduceren (Reduce moire) Reduceert moirépatronen. Afgedrukte materialen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes.
  • Pagina 619 De afdrukstand van tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of text document and rotate image) Roteert de afbeelding automatisch naar de juiste afdrukstand door de afdrukstand van tekst in het gescande document te detecteren. Belangrijk • Alleen tekstdocumenten geschreven in een taal die beschikbaar is voor selectie bij Documenttaal (Document Language) in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings))
  • Pagina 620 U kunt JPEG/Exif, TIFF, PNG, PDF of PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) selecteren. Belangrijk • U kunt JPEG/Exif niet selecteren als Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White). • Wanneer OCR starten (Start OCR) is geselecteerd in Instellingen voor de toepassing (Application Settings) kunt u PDF of PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) niet selecteren.
  • Pagina 621 Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) Schakel dit selectievakje in om een map met de huidige datum te maken in de map die is opgegeven voor Opslaan in (Save in) en gescande afbeeldingen op te slaan in die map. Er wordt een map gemaakt met een naam als '20XX_01_01' (Jaar_Maand_Dag).
  • Pagina 622 Dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) Klik op Foto scannen (Photo Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) (Settings (Photo Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Foto scannen) (Settings (Photo Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om items als foto's te scannen.
  • Pagina 623 Wanneer u Aangepast (Custom) selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waarin u het papierformaat kunt opgeven. Selecteer een Eenheid (Unit), voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) in en klik vervolgens op OK. Opmerking • Klik op Standaard (Defaults) om de opgegeven instellingen te herstellen naar de standaardinstellingen.
  • Pagina 624 • Windows 8.1: map Documenten (Documents) • Windows 8: map Mijn documenten (My Documents) • Windows 7: map Mijn documenten (My Documents) • Windows Vista: map Documenten (Documents) • Windows XP: map Mijn documenten (My Documents) Belangrijk • Wanneer het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven in My Image Garden wordt deze optie niet weergegeven.
  • Pagina 625 Naar een toepassing sturen (Send to an application) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren. U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven. Naar een map sturen (Send to a folder) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ook wilt opslaan in een andere map dan is opgegeven in Opslaan in (Save in).
  • Pagina 626 Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) Klik op Aangepast scannen (Custom Scan) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen) (Settings (Custom Scan)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om volgens uw voorkeuren te scannen.
  • Pagina 627 Belangrijk • Door Automatisch (Auto) ondersteunde typen items zijn foto's, ansichtkaarten, visitekaartjes, tijdschriften, kranten, documenten en BD's/dvd's/cd's. • Geef het type item of de grootte op om de volgende typen items te scannen. U kunt niet correct scannen met Auto. •...
  • Pagina 628 Resolutie (Resolution) Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen. Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding. Resolutie Opmerking • Alleen Automatisch (Auto) is beschikbaar wanneer Bron selecteren (Select Source) is ingesteld op Automatisch (Auto). • Alleen 300 dpi of 400 dpi kan worden ingesteld wanneer OCR starten (Start OCR) is geselecteerd bij Instellingen voor de toepassing (Application Settings).
  • Pagina 629 Belangrijk • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit. Opmerking • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt. Contouren scherper maken (Sharpen outline) Versterkt de contouren van onderwerpen om de afbeelding scherper te maken.
  • Pagina 630 • Documenten met zowel verticale als horizontale lijnen (tabellen) Opmerking • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) inschakelt. De afdrukstand van tekstdocumenten detecteren en afbeeldingen roteren (Detect the orientation of text document and rotate image) Roteert de afbeelding automatisch naar de juiste afdrukstand door de afdrukstand van tekst in het gescande document te detecteren.
  • Pagina 631 Belangrijk • Wanneer het dialoogvenster Instellingen wordt weergegeven in My Image Garden wordt deze optie niet weergegeven. Gegevensindeling (Data Format) Selecteer de gegevensindeling waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. U kunt JPEG/Exif, TIFF, PNG, PDF, PDF (meerdere pagina's) (PDF (Multiple Pages)) of Automatisch (Auto) selecteren.
  • Pagina 632 Een PDF-bestand maken dat zoeken op trefwoord ondersteunt (Create a PDF file that supports keyword search) Schakel dit selectievakje in als u tekens in afbeeldingen wilt converteren naar tekstgegevens en PDF- bestanden wilt maken die zoeken op trefwoorden ondersteunen. Belangrijk •...
  • Pagina 633 OCR starten (Start OCR) Selecteer deze optie als u tekst in de gescande afbeelding wilt omzetten in tekstgegevens. U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven. Geen toepassing starten (Do not start any application) De scan wordt opgeslagen in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in). Opmerking •...
  • Pagina 634 Dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) Klik op Scannen en samenvoegen (Scan and Stitch) op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Scannen en samenvoegen) (Settings (Scan and Stitch)) kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven om items te scannen die groter zijn dan de plaat.
  • Pagina 635 Opmerking • Voor het reduceren van moiré stelt u Bron selecteren (Select Source) in op Tijdschrift (Magazine). Kleurenmodus (Color Mode) Hier kunt u de kleurenmodus selecteren waarmee het item moet worden gescand. Resolutie (Resolution) Selecteer de resolutie van het item dat u wilt scannen. Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding.
  • Pagina 636 Opmerking • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd. Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Om de map te wijzigen geeft u de doelmap op in het dialoogvenster Doelmap selecteren (Select Destination Folder) dat wordt weergegeven door Toevoegen...
  • Pagina 637 Een PDF-bestand maken dat zoeken op trefwoord ondersteunt (Create a PDF file that supports keyword search) Schakel dit selectievakje in als u tekens in afbeeldingen wilt converteren naar tekstgegevens en PDF- bestanden wilt maken die zoeken op trefwoorden ondersteunen. Belangrijk •...
  • Pagina 638 Geen toepassing starten (Do not start any application) De scan wordt opgeslagen in de map die is opgegeven in Opslaan in (Save in). Opmerking • Geef de toepassing of map op in het getoonde dialoogvenster Toepassing selecteren (Select Application) of Doelmap selecteren (Select Destination Folder) door Toevoegen... (Add...) te kiezen in het keuzemenu.
  • Pagina 639 Dialoogvenster Instellingen (ScanGear) Klik op ScanGear op het tabblad (Scannen vanaf een computer) om het dialoogvenster Instellingen (ScanGear) (Settings (ScanGear)) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (ScanGear) (Settings (ScanGear)) kunt u instellen hoe afbeeldingen moeten worden opgeslagen wanneer items worden gescand door ScanGear (scannerstuurprogramma) te starten en hoe er na het opslaan moet worden gereageerd.
  • Pagina 640 Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Om de map te wijzigen geeft u de doelmap op in het dialoogvenster Doelmap selecteren (Select Destination Folder) dat wordt weergegeven door Toevoegen... (Add...) te selecteren in het keuzemenu.
  • Pagina 641 Een PDF-bestand maken dat zoeken op trefwoord ondersteunt (Create a PDF file that supports keyword search) Schakel dit selectievakje in als u tekens in afbeeldingen wilt converteren naar tekstgegevens en PDF- bestanden wilt maken die zoeken op trefwoorden ondersteunen. Belangrijk •...
  • Pagina 642 Naar een toepassing sturen (Send to an application) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren. U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven. Naar een map sturen (Send to a folder) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ook wilt opslaan in een andere map dan is opgegeven in Opslaan in (Save in).
  • Pagina 643 Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (automatisch)) Klik op Opslaan naar pc (automatisch) (Save to PC (Auto)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (automatisch)) (Settings (Save to PC (Auto))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (automatisch)) (Settings (Save to PC (Auto))) kunt u instellen hoe moet worden gereageerd bij het opslaan van afbeeldingen op een computer na het scannen vanaf het bedieningspaneel door automatisch het type item te detecteren.
  • Pagina 644 Belangrijk • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit. Opmerking • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt. (2) Gebied Instellingen opslaan Bestandsnaam (File Name) Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan.
  • Pagina 645 Hoog (High) Hiermee wordt het bestand gecomprimeerd tijdens het opslaan, waardoor u de netwerk-/ serverbelasting kunt verminderen. Een PDF-bestand maken dat zoeken op trefwoord ondersteunt (Create a PDF file that supports keyword search) Schakel dit selectievakje in als u tekens in afbeeldingen wilt converteren naar tekstgegevens en PDF- bestanden wilt maken die zoeken op trefwoorden ondersteunen.
  • Pagina 646 Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) Klik op Opslaan naar pc (foto) (Save to PC (Photo)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) (Settings (Save to PC (Photo))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) (Settings (Save to PC (Photo))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als foto's opslaat op een computer nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 647 Opmerking • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd. Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Om de map te wijzigen geeft u de doelmap op in het dialoogvenster Doelmap selecteren (Select Destination Folder) dat wordt weergegeven door Toevoegen...
  • Pagina 648 Opmerking • Geef de toepassing of map op in het getoonde dialoogvenster Toepassing selecteren (Select Application) of Doelmap selecteren (Select Destination Folder) door Toevoegen... (Add...) te kiezen in het keuzemenu. Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
  • Pagina 649 Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) Klik op Opslaan naar pc (document) (Save to PC (Document)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) (Settings (Save to PC (Document))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) (Settings (Save to PC (Document))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als documenten opslaat op een computer nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 650 Belangrijk • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit. Opmerking • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt. Schaduw van rugmarge reduceren (Reduce gutter shadow) Reduceert schaduwen van rugmarges die tussen pagina's zichtbaar zijn wanneer geopende boekjes worden gescand.
  • Pagina 651 • Documenten met achtergrondpatronen (2) Gebied Instellingen opslaan Bestandsnaam (File Name) Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001".
  • Pagina 652 (3) Gebied Instellingen voor de toepassing Met een toepassing openen (Open with an application) Selecteer dit wanneer u de gescande afbeeldingen wilt verbeteren of corrigeren. U kunt de toepassing in het keuzemenu opgeven. Naar een toepassing sturen (Send to an application) Selecteer deze optie wanneer u de gescande afbeeldingen ongewijzigd wilt gebruiken in een toepassing waarmee u door afbeeldingen kunt bladeren of ze kunt organiseren.
  • Pagina 653 Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto)) Klik op Toevoegen aan e-mail (foto) (Attach to E-mail (Photo)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto)) (Settings (Attach to E-mail (Photo))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto)) (Settings (Attach to E-mail (Photo))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als foto's aan een e-mail toevoegt nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 654 Opmerking • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd. Opslaan in (Save in) Hiermee wordt de map weergegeven waarin de gescande documenten moeten worden opgeslagen. Om de map te wijzigen geeft u de doelmap op in het dialoogvenster Doelmap selecteren (Select Destination Folder) dat wordt weergegeven door Toevoegen...
  • Pagina 655 Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document)) Klik op Toevoegen aan e-mail (document) (Attach to E-mail (Document)) op het tabblad (Scannen vanaf het bedieningspaneel) om het dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document)) (Settings (Attach to E-mail (Document))) weer te geven. In het dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document)) (Settings (Attach to E-mail (Document))) kunt u aangeven hoe er moet worden gereageerd als u afbeeldingen als documenten aan een e-mail toevoegt nadat u deze hebt gescand vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 656 Opmerking • Het scannen neemt meer tijd in beslag als u deze functie inschakelt. Schaduw van rugmarge reduceren (Reduce gutter shadow) Reduceert schaduwen van rugmarges die tussen pagina's zichtbaar zijn wanneer geopende boekjes worden gescand. Opmerking • Wanneer u deze functie inschakelt, kan het scannen langer duren dan normaal bij een netwerkverbinding.
  • Pagina 657 (2) Gebied Instellingen opslaan Bestandsnaam (File Name) Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001". Opmerking • Wanneer u het selectievakje Opslaan in een submap met de huidige datum (Save to a subfolder with current date) inschakelt, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd.
  • Pagina 658 U kunt de gewenste e-mailclient opgeven in het keuzemenu. Opmerking • Geef de e-mailclient op in het dialoogvenster Toepassing selecteren (Select Application) dat u kunt weergegeven door Toevoegen... (Add...) te selecteren in het keuzemenu. Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Standaard (Defaults) U kunt de instellingen in het getoonde scherm herstellen naar de standaardinstellingen.
  • Pagina 659 Dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) Klik op het tabblad (Algemene instellingen) om het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)) weer te geven. U kunt het te gebruiken product, de beperking van de bestandsgrootte voor e-mailbijlagen, de taal om tekst in afbeeldingen te detecteren en de map waarin de afbeeldingen tijdelijk worden opgeslagen instellen in het dialoogvenster Instellingen (Algemene instellingen) (Settings (General Settings)).
  • Pagina 660 (geschikt voor Windows 1024 x 768) (Large (Suitable for 1024 x 768 Windows)) of Geen wijziging (No Change) selecteren. Documenttaal (Document Language) Selecteer de taal voor het detecteren van tekst in afbeeldingen. Map voor de opslag van tijdelijke bestanden (Folder to Save Temporary Files) Hier wordt de map weergegeven waarin de afbeeldingen tijdelijk moeten worden opgeslagen.
  • Pagina 661 Dialoogvenster Instellingen opslaan Selecteer het selectievakje Scanresultaten controleren (Check scan results) in Instellingen opslaan (Save Settings) van het dialoogvenster Instellingen om na het scannen het dialoogvenster Instellingen opslaan (Save Settings) weer te geven. U kunt de gegevensindeling en de bestemming opgeven terwijl u de miniaturen van scanresultaten weergeeft.
  • Pagina 662 (2) Gebied Scanresultaten Hier worden de miniaturen van de gescande afbeeldingen weergegeven. U kunt de opslagvolgorde van afbeeldingen wijzigen door ze te verslepen. De bestandsnamen voor het opslaan verschijnen onder de miniaturen. (3) Gebied Instellingen opslaan Bestandsnaam (File Name) Voer een bestandsnaam in voor de afbeelding die u wilt opslaan. Wanneer u een bestand opslaat, worden de datum en vier cijfers aan de ingestelde bestandsnaam toegevoegd in de indeling "_20XX0101_0001".
  • Pagina 663 Opmerking • Met een netwerkverbinding kan het scannen langer duren dan normaal als u TIFF of PNG instelt bij Gegevensindeling (Data Format). JPEG-beeldkwaliteit (JPEG Image Quality) U kunt de beeldkwaliteit van JPEG-bestanden opgeven. Belangrijk • Dit wordt alleen weergegeven als JPEG/Exif is geselecteerd bij Gegevensindeling (Data Format).
  • Pagina 664 Venster Afbeelding samenvoegen Klik op Samenvoegen (Stitch) in het hoofdscherm van IJ Scan Utility om het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch) weer te geven. U kunt de linker- en rechterhelft van een item dat groter is dan de plaat scannen en deze tot één afbeelding samenvoegen.
  • Pagina 665 Rechts beginnen met scannen (Scan from Right) Geeft de eerste gescande afbeelding aan de rechterkant weer. Afbeelding 1 scannen (Scan Image 1) Start het scannen van afbeelding 1 (Start Scanning Image 1) Scant het eerste item. Afbeelding 2 scannen (Scan Image 2) Start het scannen van afbeelding 2 (Start Scanning Image 2) Scant het tweede item.
  • Pagina 666 Opslaan (Save) Opslaan (Save) De twee gescande afbeeldingen worden als één afbeelding opgeslagen. Annuleren (Cancel) Annuleert Samenvoegen (Stitch) scan. (2) Werkbalk U kunt de gescande afbeeldingen verwijderen of de voorbeeldafbeeldingen aanpassen. (Verwijderen) Hiermee verwijdert u de gescande afbeelding. (Vergroten/verkleinen) Hiermee vergroot of verkleint u de voorbeeldafbeelding. Door met de linkermuisknop te klikken in het Voorbeeldgebied wordt de getoonde afbeelding vergroot.
  • Pagina 667 Wanneer geen afbeeldingen zijn gescand: Nadat het eerste item is gescand door te klikken op Start het scannen van afbeelding 1 (Start Scanning Image 1): De afbeelding wordt gescand in de richting die is opgegeven in Richting selecteren (Scan Direction), en 2 verschijnt ernaast.
  • Pagina 668 Verwant onderwerp Items scannen die groter zijn dan de glasplaat (Afbeelding samenvoegen)
  • Pagina 669 Scannen met een toepassing die u gebruikt (ScanGear) Wat is ScanGear (scannerstuurprogramma)? Scannen met geavanceerde instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma) ScanGear (scannerstuurprogramma) starten Scannen in de Basismodus Scannen in de Geavanceerde modus Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) in de Geavanceerde modus Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma) Afbeeldingen corrigeren en kleuren aanpassen met ScanGear...
  • Pagina 670 Wat is ScanGear (scannerstuurprogramma)? ScanGear (scannerstuurprogramma) is software die nodig is voor het scannen van documenten. U kunt hiermee het uitvoerformaat opgeven en afbeeldingen corrigeren wanneer u documenten scant. ScanGear kan worden gestart vanuit IJ Scan Utility of toepassingen die compatibel zijn met de standaardinterface TWAIN.
  • Pagina 671 Geavanceerde modus Op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) kunt u de kleurenmodus, uitvoerresolutie, helderheid, kleurtint en dergelijke voor de scan instellen.
  • Pagina 672 Scannen met geavanceerde instellingen met ScanGear (scannerstuurprogramma) ScanGear (scannerstuurprogramma) starten Scannen in de Basismodus Scannen in de Geavanceerde modus Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) in de Geavanceerde modus Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma)
  • Pagina 673 ScanGear (scannerstuurprogramma) starten Met ScanGear (scannerstuurprogramma) kunt u bij het scannen afbeeldingscorrecties en kleuraanpassingen aanbrengen. ScanGear kan worden gestart vanuit IJ Scan Utility of andere toepassingen. Opmerking • Installeer de netwerkomgeving als u meer dan één scanner of een netwerkscanner hebt, en de verbinding van een USB-verbinding in een netwerkverbinding hebt veranderd.
  • Pagina 674 Scannen in de Basismodus Via het tabblad Basismodus (Basic Mode) kunt u gemakkelijk scannen aan de hand van de weergegeven stappen. Raadpleeg 'Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma)' voor informatie over het scannen van meerdere documenten tegelijk op de glasplaat. Bij het scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) worden de documenten gescand zonder eerst een voorbeeld weer te geven.
  • Pagina 675 Belangrijk • Het doorlopend scannen vanuit de ADF wordt niet door alle toepassingen ondersteund. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Opmerking • Wanneer u tijdschriften scant die veel kleurenfoto's bevatten, selecteert u Tijdschrift (kleur) (Magazine (Color)). 3. Klik op Voorbeeld (Preview). Er verschijnt een scanvoorbeeld van het document in het voorbeeldgebied.
  • Pagina 676 Opmerking • De kleuren worden aangepast aan het documenttype dat bij Bron selecteren (Select Source) is geselecteerd. 4. Selecteer Doel (Destination). Opmerking • Ga verder met stap 7 als er onder Bron selecteren (Select Source) een ADF-type is geselecteerd. 5. Stel Uitvoerformaat (Output Size) in, afhankelijk van het doel. De beschikbare opties voor het uitvoerformaat zijn afhankelijk van wat u onder Doel (Destination) hebt geselecteerd.
  • Pagina 677 Scannen in de Geavanceerde modus Op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) kunt u de kleurenmodus, uitvoerresolutie, helderheid, kleurtint en dergelijke voor de scan instellen. Raadpleeg 'Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma)' voor informatie over het scannen van meerdere documenten tegelijk. Raadpleeg 'Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) in de Geavanceerde...
  • Pagina 678 Opmerking • De instellingen blijven niet behouden als u schakelt tussen modi. 3. Stel Instellingen voor invoer (Input Settings) in, afhankelijk van het document of het doel. 4. Klik op Voorbeeld (Preview). Er worden voorbeelden van de afbeeldingen in het voorbeeldgebied weergegeven. 5.
  • Pagina 679 Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) in de Geavanceerde modus U kunt op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) de helderheid, kleurtint, enzovoort, van afbeeldingen opgeven, en meerdere documenten tegelijk vanuit de ADF (automatische documentinvoer) scannen. Wanneer u een model gebruikt dat dubbelzijdig scannen vanuit de ADF ondersteunt, kunt u beide kanten van documenten automatisch vanuit de ADF scannen.
  • Pagina 680 Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) Knoppen voor kleuraanpassing 6. Klik op Scannen (Scan). Het scannen begint. Opmerking • Klik op (Informatie) om een dialoogvenster te openen waarin u de huidige scan-instellingen (documenttype en dergelijke) kunt controleren. • Bij Status van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after scanning) op het tabblad Scannen (Scan) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) kunt u...
  • Pagina 681 Meerdere documenten tegelijk scannen met ScanGear (scannerstuurprogramma) U kunt twee of meer foto's (kleine documenten) op de glasplaat tegelijk scannen via het tabblad Basismodus (Basic Mode) of Geavanceerde modus (Advanced Mode). In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u meerdere documenten kunt scannen vanaf het tabblad Basismodus (Basic Mode).
  • Pagina 682 3. Klik op Voorbeeld (Preview). In het voorbeeldgebied worden miniaturen van de voorbeeldafbeeldingen weergegeven. Bijsnijdkaders worden automatisch aangegeven op basis van het documentformaat. 4. Selecteer Doel (Destination). 5. Stel Uitvoerformaat (Output Size) in, afhankelijk van het doel. 6. Pas desgewenst de bijsnijdkaders aan en stel Afbeeldingscorrecties (Image corrections) Opmerking •...
  • Pagina 683 Meerdere documenten scannen in de volledige afbeeldingsweergave 7. Selecteer de afbeeldingen die u wilt scannen. Schakel de selectievakjes in voor de afbeeldingen die u wilt scannen. 8. Klik op Scannen (Scan). Meerdere documenten scannen in de volledige afbeeldingsweergave Volg deze stappen als miniaturen niet correct worden weergegeven in de voorbeeldweergave of als u meerdere documenten als één afbeelding wilt scannen.
  • Pagina 684 3. Stel Uitvoerformaat (Output Size) in, afhankelijk van het doel. Verhouding omkeren (Invert aspect ratio) is beschikbaar wanneer een andere optie dan Aanpasbaar (Flexible) is geselecteerd bij Uitvoerformaat (Output Size). Klik op deze knop om het bijsnijdkader te draaien. Klik nogmaals op de knop om de oorspronkelijke richting weer te herstellen. 4.
  • Pagina 685 Afbeeldingen corrigeren en kleuren aanpassen met ScanGear (scannerstuurprogramma) Afbeeldingen corrigeren (Beeld verscherpen, Stof en krassen reduceren, Correctie van vervaging, enzovoort) Kleuren aanpassen met een kleurenpatroon Verzadiging en kleurbalans aanpassen Helderheid en contrast aanpassen Histogram aanpassen Tintcurve aanpassen Drempel instellen...
  • Pagina 686 Afbeeldingen corrigeren (Beeld verscherpen, Stof en krassen reduceren, Correctie van vervaging, enzovoort) Met de functies van Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear (scannerstuurprogramma) kunt u bij het scannen van afbeeldingen de contouren van het onderwerp verscherpen, stof en krassen verminderen en vervaagde kleuren corrigeren.
  • Pagina 687 Geen (None) Automatisch (Auto) Doorschijneffecten reduceren in tekstdocumenten of de basiskleur lichter maken voor bijvoorbeeld gerecycled papier en kranten bij het scannen van documenten Stel Doorschijnendheid beperken (Reduce Show-through) in op AAN (ON). UIT (OFF) AAN (ON) Afbeeldingen verscherpen die niet helemaal scherp zijn Stel Beeld verscherpen (Unsharp Mask) in op AAN (ON).
  • Pagina 688 Opmerking • Afgedrukte foto's en afbeeldingen worden weergegeven als een verzameling kleine puntjes. Moiré is een verschijnsel waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is als foto's of afbeeldingen met fijne punten worden gescand. Moiré-reductie (Descreen) is de functie waarmee u dit effect kunt verkleinen.
  • Pagina 689 Schaduwen tussen pagina's corrigeren die zichtbaar zijn wanneer geopende boekjes worden gescand Stel Schaduwcorrectie van rugmarge (Gutter Shadow Correction) in op Laag (Low), Middel (Medium) of Hoog (High), afhankelijk van de grootte van de schaduwen. Geen (None) Middel (Medium)
  • Pagina 690 Kleuren aanpassen met een kleurenpatroon Met de functie Kleurenpatroon op het tabblad Basismodus (Basic Mode) van ScanGear (scannerstuurprogramma) kunt u voorbeelden van kleurwijzigingen bekijken en natuurlijke kleuren reproduceren. Kleuraanpassing Hiermee kunt u kleuren corrigeren die in de loop der tijd of als gevolg van overkleuring zijn vervaagd. Overkleuring' is het verschijnsel waarbij een bepaalde kleur de gehele foto beïnvloedt als gevolg van de weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren.
  • Pagina 691 Het beste kunt u een gedeelte op de foto zoeken dat wit zou moeten zijn, en de kleuren zo aanpassen dat dit gedeelte wit wordt. Er verschijnt een scanvoorbeeld van het document in het midden. De kleuren van het voorbeeld veranderen met uw aanpassingen mee.
  • Pagina 692 Verzadiging en kleurbalans aanpassen U kunt kleuren die in de loop van de tijd zijn vervaagd of verkleurd verbeteren met behulp van (Verzadiging/kleurbalans) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) in ScanGear (scannerstuurprogramma). Opmerking • Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken. Verzadiging De verzadiging (levendigheid) van de afbeelding aanpassen.
  • Pagina 693 Kleurbalans Afbeeldingen met overkleuring aanpassen. Overkleuring' is het verschijnsel waarbij een bepaalde kleur de gehele foto beïnvloedt als gevolg van de weersomstandigheden of sterke omgevingskleuren. Sleep (schuifknop) onder Kleurbalans (Color Balance) naar links of naar rechts om de bijbehorende kleur te benadrukken. Cyaan en rood Magenta en groen Geel en blauw...
  • Pagina 694 Helderheid en contrast aanpassen U kunt afbeeldingen die te donker of te licht zijn of die te vlak zijn door een gebrek aan contrast, verbeteren met behulp van (Helderheid/contrast) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) in ScanGear (scannerstuurprogramma). Opmerking •...
  • Pagina 695 Opmerking • Alleen Grijswaarden (Grayscale) wordt weergegeven bij Kanaal (Channel) als de Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Grijswaarden (Grayscale). Helderheid Pas de helderheid van de afbeelding aan. Sleep (schuifknop) onder Helderheid (Brightness) naar links om de afbeelding donkerder te maken en naar rechts om deze lichter te maken.
  • Pagina 696 Opmerking • Door het contrast te verhogen, geeft u zachte afbeeldingen een meer driedimensionale uitstraling. Als u het contrast echter te veel verhoogt, kan dit ten koste gaan van lichte gebieden en schaduwgebieden.
  • Pagina 697 Histogram aanpassen U kunt de kleurtoon van een afbeelding via (Histogram) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) in ScanGear (scannerstuurprogramma) aanpassen met behulp van een grafiek (histogram) waarin de verdeling van de helderheid wordt aangegeven. Opmerking • Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken. Kanaal Iedere punt van een afbeelding is een mengsel van rood, groen en blauw in verschillende verhoudingen (gradaties).
  • Pagina 698 (1) Helder gebied (2) Donker gebied (3) Hele afbeelding In het lichte gebied zijn meer In het schaduwgebied zijn meer De gegevens zijn gelijk verdeeld tussen gegevens verdeeld. gegevens verdeeld. het lichte gebied en het schaduwgebied. Histogrammen aanpassen (met de schuifknop) Selecteer een Kanaal (Channel) en versleep (schuifknop voor zwartpunt) of (schuifknop voor...
  • Pagina 699 Afbeeldingen waarin de gegevens gelijk zijn verdeeld Sleep de schuifknop zwartpunt naar het lichte gebied en de schuifknop witpunt naar het schaduwgebied. De schuifknop voor middenpunt verslepen Versleep de schuifknop voor middenpunt om het niveau op te geven dat moet worden ingesteld als het midden van het tintbereik.
  • Pagina 700 • Het punt waarop u klikt met (pipet voor zwartpunt) wordt het donkerste punt. U kunt ook een waarde invoeren (0 tot 245). • Het punt waarop u klikt met (pipet voor middenpunt) wordt het midden van het toonbereik. U kunt ook een waarde invoeren (5 tot 250).
  • Pagina 701 Tintcurve aanpassen U kunt de helderheid van een afbeelding aanpassen door via (Tintcurve-instellingen) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) in ScanGear (scannerstuurprogramma) het type grafiek (tintcurve) te selecteren dat de balans van de tooninvoer en -uitvoer aangeeft. Opmerking • Klik op Standaard (Defaults) om alle aanpassingen in het huidige venster ongedaan te maken. Kanaal Iedere punt van een afbeelding is een mengsel van rood, groen en blauw in verschillende verhoudingen (gradaties).
  • Pagina 702 Tintcurve aanpassen Selecteer in Tintcurve selecteren (Select Tone Curve) een tintcurve in Geen correctie (No correction), Overbelichting (Overexposure), Onderbelichting (Underexposure), Veel contrast (High contrast), Negatief/positief beeld omdraaien (Reverse the negative/positive image) en Aangepaste curve bewerken (Edit custom curve). Geen correctie (No correction) (geen aanpassing) Overbelichting (Overexposure) (bolle curve) De middentoongegevens van de invoerzijde worden naar het lichte gebied van de uitvoerzijde uitgerekt.
  • Pagina 703 Aangepaste curve bewerken (Edit custom curve) U kunt bepaalde punten op de tintcurve slepen, zodat u de helderheid van de bijbehorende gebieden naar wens kunt aanpassen.
  • Pagina 704 Drempel instellen U kunt de tekst in een document scherper maken en voorkomen dat tekst op de achterzijde van het papier doorschijnt door de drempel aan te passen via (Drempel) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) in ScanGear (scannerstuurprogramma). Opmerking •...
  • Pagina 705 Schermen van ScanGear (scannerstuurprogramma) Tabblad Basismodus Tabblad Geavanceerde modus Instellingen voor invoer (Input Settings) Instellingen voor uitvoer (Output Settings) Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) Knoppen voor kleuraanpassing Dialoogvenster Voorkeuren Tabblad Scanner Tabblad Voorbeeld Tabblad Scannen Tabblad Kleurinstellingen...
  • Pagina 706 Tabblad Basismodus In deze modus kunt u eenvoudig scannen door de instructies op het scherm te volgen. In dit gedeelte worden instellingen en functies beschreven die beschikbaar zijn op het tabblad Basismodus (Basic Mode). (1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen (2) Werkbalk (3) Voorbeeldgebied Opmerking...
  • Pagina 707 Document (grijstinten) ADF dubbelzijdig (Document (Grayscale) ADF Duplex) (alleen voor modellen die dubbelzijdig scannen vanuit de ADF ondersteunen) Beide zijden van documenten in zwart-wit scannen vanuit de ADF. Belangrijk • Het doorlopend scannen vanuit de ADF wordt niet door alle toepassingen ondersteund. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie.
  • Pagina 708 Uitvoerformaat (Output Size) Selecteer een uitvoerformaat. De beschikbare opties voor het uitvoerformaat zijn afhankelijk van wat u onder Doel (Destination) hebt geselecteerd. Aanpasbaar (Flexible) Hiermee kunt u de bijsnijdkaders (scangebieden) naar wens aanpassen. In de miniaturenweergave: Sleep de muis over een miniatuur om een bijsnijdkader weer te geven. Wanneer een bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het gedeelte in het bijsnijdkader gescand.
  • Pagina 709 (Output Size List). Klik op Opslaan (Save) om de uitvoerformaten in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) op te slaan. Verwijderen: Selecteer het uitvoerformaat dat u wilt verwijderen in Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) en klik vervolgens op Verwijderen (Delete). Klik op Opslaan (Save) om de uitvoerformaten in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) op te slaan.
  • Pagina 710 Belangrijk • Het scannen duurt mogelijk langer dan gebruikelijk wanneer dit selectievakje is ingeschakeld. • De kleurtint kan afwijken van de bronafbeelding nadat de correcties zijn toegepast. Schakel in dat geval het selectievakje uit en voer de scan uit. • De correctie heeft mogelijk niet correct toegepast als het scangebied te klein is. Vervaging corrigeren (Correct fading) Vervaagde foto's of foto's met een overkleuring corrigeren en scannen.
  • Pagina 711 In de volledige afbeeldingsweergave: (Miniatuur) / (Hele afbeelding) Hiermee wordt geschakeld tussen weergaven in het voorbeeldgebied. (3) Voorbeeldgebied (Linksom roteren) De voorbeeldafbeelding wordt 90 graden tegen de klok in gedraaid. • Het resultaat is zichtbaar in de gescande afbeelding. • Wanneer u de afbeelding opnieuw als voorbeeld weergeeft, wordt de oorspronkelijke staat hersteld.
  • Pagina 712 (Informatie) Hier worden de versie van ScanGear en de huidige scaninstellingen (zoals documenttype) weergegeven. (Handleiding openen) Opent deze pagina. (3) Voorbeeldgebied Hier wordt een testafbeelding weergegeven nadat u op Voorbeeld (Preview) hebt geklikt. U kunt ook de resultaten controleren van de instellingen (afbeeldingscorrecties, kleuraanpassingen en dergelijke) die zijn geconfigureerd in '(1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen'.
  • Pagina 713 Opmerking • U kunt het bijsnijdkader opgeven in de weergegeven afbeelding. U kunt in de miniaturenweergave maar één bijsnijdkader per afbeelding maken. In de volledige afbeeldingsweergave kunt u meerdere bijsnijdkaders maken. Bijsnijdkaders aanpassen (ScanGear) Verwant onderwerp Scannen in de Basismodus...
  • Pagina 714 Tabblad Geavanceerde modus In deze modus kunt u geavanceerde scaninstellingen opgeven, zoals de kleurenmodus, uitvoerresolutie, helderheid van de afbeelding en kleurtint. In dit gedeelte worden instellingen en functies beschreven die beschikbaar zijn op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode). (1) Knoppen voor de instellingen en bewerkingen (2) Werkbalk (3) Voorbeeldgebied Opmerking...
  • Pagina 715 Voer Naam instelling (Setting Name) in en klik op Toevoegen (Add). De naam wordt weergegeven in Lijst met voorkeursinstellingen (Favorite Settings List). Wanneer u op Opslaan (Save) klikt, wordt het item weergegeven in de lijst Voorkeursinstellingen (Favorite Settings) en kan het worden geselecteerd, samen met de vooraf gedefinieerde items. Als u een item wilt verwijderen, selecteert u het item in de Lijst met voorkeursinstellingen (Favorite Settings List) en klikt u op Verwijderen (Delete).
  • Pagina 716 In de volledige afbeeldingsweergave: Hiermee scant u de afbeelding in het gebied dat is opgegeven met een bijsnijdkader opnieuw met een sterkere vergroting. Opmerking • Met In-/uitzoomen (Zoom) wordt het document opnieuw gescand en wordt er in het voorbeeld een afbeelding met een hoge resolutie weergegeven. •...
  • Pagina 717 Sluiten (Close) Hiermee sluit u ScanGear (scannerstuurprogramma). (2) Werkbalk U kunt voorbeeldafbeeldingen aanpassen of roteren. De knoppen die worden weergegeven op de werkbalk, verschillen per weergave. In de miniaturenweergave: In de volledige afbeeldingsweergave: (Miniatuur) / (Hele afbeelding) Hiermee wordt geschakeld tussen weergaven in het voorbeeldgebied. (3) Voorbeeldgebied (Wissen) Hiermee kunt u de voorbeeldafbeelding uit het voorbeeldgebied verwijderen.
  • Pagina 718 • Wanneer u de afbeelding opnieuw als voorbeeld weergeeft, wordt de oorspronkelijke staat hersteld. (Automatisch bijsnijden) Het bijsnijdkader weergeven en automatisch aanpassen aan de grootte van het document dat wordt weergegeven in het voorbeeldgebied. Het scangebied wordt verkleind telkens wanneer u op deze knop klikt als er in het bijsnijdkader bijsnijdgebieden zijn.
  • Pagina 719 Opmerking • Als er van meerdere afbeeldingen een voorbeeld wordt weergegeven, worden verschillende selectiestatussen met verschillende randen aangeduid. • Kader met focus (dikke blauwe rand): de weergegeven instellingen worden toegepast. • Geselecteerd kader (dunne blauwe rand): de instellingen worden gelijktijdig toegepast op het kader met focus en het geselecteerde kader.
  • Pagina 720 Verwant onderwerp Scannen in de Geavanceerde modus Meerdere documenten tegelijk scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) in de Geavanceerde modus...
  • Pagina 721 Instellingen voor invoer Bij Instellingen voor invoer (Input Settings) kunt u de volgende opties instellen: Bron selecteren (Select Source) Het type document dat wordt gescand wordt weergegeven. Als u wilt scannen vanaf de glasplaat, selecteert u Plaat (Platen). Als u wilt scannen vanuit de ADF (Auto Document Feeder), selecteert u Document (ADF enkelzijdig) (Document (ADF Simplex)) of Document (ADF dubbelzijdig) (Document (ADF Duplex)).
  • Pagina 722 Opmerking • Als u niet zeker weet welk formaat u moet selecteren bij Papierformaat (Paper Size), stelt u het Papierformaat (Paper Size) in op Volledige plaat (Full Platen), meet u het formaat van het document en geeft u de waarden op bij (Breedte) en (Hoogte).
  • Pagina 723 In de volledige afbeeldingsweergave wordt Papierformaat (Paper Size) weergegeven voordat u een voorbeeld hebt bekeken, en wordt het formaat van het bijsnijdkader (scangebied) weergegeven nadat u een voorbeeld hebt bekeken. U kunt het formaat van het bijsnijdkader aanpassen door waarden op te geven bij (Breedte) en (Hoogte).
  • Pagina 724 Instellingen voor uitvoer Bij Instellingen voor uitvoer (Output Settings) kunt u de volgende opties instellen: Uitvoerresolutie (Output Resolution) Selecteer de resolutie waarmee u wilt scannen. Hoe hoger de resolutie (waarde), hoe gedetailleerder de afbeelding. Selecteer een van de weergegeven opties voor de resolutie door op de knop te klikken, of typ een waarde (in stappen van 1 dpi).
  • Pagina 725 In de miniaturenweergave: Sleep de muis over een miniatuur om een bijsnijdkader weer te geven. Wanneer een bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het gedeelte in het bijsnijdkader gescand. Als er geen bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt elk kader afzonderlijk gescand. In de volledige afbeeldingsweergave: Wanneer er geen bijsnijdkader wordt weergegeven, wordt het hele voorbeeldgebied gescand.
  • Pagina 726 Verwijderen: Selecteer het uitvoerformaat dat u wilt verwijderen in Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) en klik vervolgens op Verwijderen (Delete). Klik op Opslaan (Save) om de uitvoerformaten in de Lijst van uitvoerformaten (Output Size List) op te slaan. Belangrijk •...
  • Pagina 727 Instellingen voor afbeeldingen Belangrijk • Gebruik deze functies niet voor afbeeldingen zonder moiré, stof/krassen of vervaagde kleuren. De kleurtint kan dan nadelig beïnvloed worden. • Resultaten van afbeeldingscorrecties worden mogelijk niet weergegeven in de voorbeeldafbeelding. Opmerking • Welke instellingen u kunt selecteren, is afhankelijk van de instellingen voor Kleurenmodus (Color Mode).
  • Pagina 728 Belangrijk • U kunt Beeldaanpassing (Image Adjustment) instellen nadat u het voorbeeld hebt bekeken. • U kunt deze instelling selecteren wanneer u Aanbevolen (Recommended) selecteert op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) van het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences). Opmerking • Als de afbeelding niet correct wordt aangepast met Automatisch (Auto), moet u het documenttype opgeven.
  • Pagina 729 Stof en krassen reduceren (Reduce Dust and Scratches) Een gescande foto kan witte puntjes bevatten. Dit wordt veroorzaakt door stof of krassen. Gebruik deze functie om dergelijke ruis te reduceren. Geen (None) Stof en krassen worden niet gereduceerd. Laag (Low) Selecteer deze optie om kleine stofdeeltjes en krasjes te verminderen.
  • Pagina 730 Laag (Low) Selecteer deze instelling wanneer de foto iets korrelig is. Middel (Medium) Deze instelling wordt aanbevolen. Hoog (High) Selecteer deze instelling als de foto zeer korrelig is. Dit kan van invloed zijn op de gradatie en de scherpte van de afbeelding. Belangrijk •...
  • Pagina 731 • Druk bij het scannen net zo hard op de rug als bij de voorbeeldscan. Als het boek niet gelijkmatig is gebonden, wordt de schaduw niet goed gecorrigeerd. • Hoe u het document moet plaatsen, is afhankelijk van het model en het document dat u wilt scannen.
  • Pagina 732 Knoppen voor kleuraanpassing Met de knoppen voor kleuraanpassing kunt u fijne correcties aanbrengen in de helderheid en kleurtonen van de afbeelding, waaronder aanpassingen in de algehele helderheid of het contrast van de afbeelding en wijzigingen in de waarden voor lichte en schaduwgebieden (histogram) of de balans (tintcurve). Belangrijk •...
  • Pagina 733 (Histogram) In een histogram kunt u de gegevensconcentratie zien op elk helderheidsniveau van een afbeelding. U kunt de helderste niveaus (hoge lichten) en de donkerste niveaus (schaduwen) in een afbeelding opgeven, de niveaus verlagen en het midden van het toonbereik van een afbeelding uitbreiden. Histogram aanpassen (Tintcurve-instellingen) De helderheid van een afbeelding aanpassen door het type grafiek (tintcurve) te selecteren die de...
  • Pagina 734 dialoogvenster Tintcurve-instellingen toevoegen/verwijderen (Add/Delete Tone Curve Settings) geopend. Wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Zwart-wit (Black and White), wordt het dialoogvenster Drempelinstellingen toevoegen/verwijderen (Add/Delete Threshold Settings) geopend. Voer Naam instelling (Setting Name) in en klik op Toevoegen (Add). De naam wordt weergegeven in Lijst met tintcurve-instellingen (Tone Curve Settings List) of Lijst met drempelinstellingen (Threshold Settings List).
  • Pagina 735 Dialoogvenster Voorkeuren In het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) kunt u geavanceerde instellingen voor de functies van ScanGear (scannerstuurprogramma) opgeven via de tabbladen Scanner, Voorbeeld (Preview), Scannen (Scan) en Kleurinstellingen (Color Settings). Klik op Voorkeuren... (Preferences...) in het scherm van ScanGear om het dialoogvenster Voorkeuren (Preferences) te openen.
  • Pagina 736 Tabblad Scanner Op het tabblad Scanner kunt u de volgende instellingen opgeven. Belangrijk • De beschikbare functies en instellingen hangen af van uw scanner of printer. Instellingen voor automatisch in-/uitschakelen (Auto Power Settings) U kunt instellen dat het apparaat automatisch wordt in- of uitgeschakeld. Klik op Instellingen...
  • Pagina 737 Belangrijk • Wanneer u een netwerkscanner gebruikt door verbinding te maken met een netwerk, wordt het apparaat niet automatisch uitgeschakeld, ook al is Automatisch uitschakelen (Auto Power Off) ingesteld. Stille instellingen (Quiet Settings) Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat het apparaat minder geluid maakt. Gebruik deze functie als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts scant of afdrukt.
  • Pagina 738 Schakel het selectievakje Muziek afspelen tijdens scannen (Play Music During Scanning) of Geluidssignaal na voltooiing scan (Play Sound When Scanning is Completed) in, klik op Bladeren... (Browse...) en geef een geluidsbestand op. U kunt de volgende bestanden opgeven. • MIDI-bestand (*.mid, *.rmi, *.midi) •...
  • Pagina 739 Tabblad Voorbeeld Op het tabblad Voorbeeld (Preview) kunt u de volgende instellingen opgeven. Voorbeeld bij starten van ScanGear (Preview at Start of ScanGear) Selecteer wat u wilt doen met Voorbeeld wanneer ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt gestart. Voorbeeld automatisch uitvoeren (Automatically Execute Preview) ScanGear begint automatisch met een voorbeeldweergave bij het opstarten.
  • Pagina 740 Uitsnijdformaat voor filmminiatuur (Cropping Size for Thumbnail View) Hiermee kunt u het uitsnijdformaat selecteren voor miniaturen van gescande documenten. Groter (Larger) Hiermee wordt 105% (in breedte en hoogte) weergegeven van het gedeelte dat voor het standaardformaat wordt weergegeven. Standaard (Standard) Het standaardformaat.
  • Pagina 741 Tabblad Scannen Op het tabblad Scannen (Scan) kunt u de volgende instellingen opgeven. Status van het dialoogvenster ScanGear na het scannen (Status of ScanGear dialog after scanning) Selecteer wat u wilt doen met ScanGear (scannerstuurprogramma) nadat afbeeldingen zijn gescand. ScanGear automatisch sluiten (Close ScanGear automatically) Selecteer deze optie wanneer u na het scannen wilt teruggaan naar de oorspronkelijke toepassing.
  • Pagina 742 Tabblad Kleurinstellingen Op het tabblad Kleurinstellingen (Color Settings) kunt u de volgende instellingen opgeven. Kleuraanpassing Selecteer een van de volgende opties. Aanbevolen (Recommended) Gebruik deze optie om een levendige reproductie van de tint van een document weer te geven op het scherm.
  • Pagina 743 Opmerking • Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar wanneer u scant vanuit de ADF (automatische documentinvoer), afhankelijk van uw scanner of printer. • U kunt een instelling selecteren wanneer Kleurenmodus (Color Mode) is ingesteld op Kleur (Color) of Grijswaarden (Grayscale). •...
  • Pagina 744 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Informatie over hoe u items moet plaatsen op de plaat of ADF (automatische documentinvoer) van uw scanner of printer. Plaats de items op de juiste manier op de plaat, afhankelijk van het type item dat u wilt scannen.
  • Pagina 745 Belangrijk • Raadpleeg 'Originelen plaatsen' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding voor meer informatie over de gedeelten waarbinnen items niet kunnen worden gescand. Belangrijk • Grote items (zoals foto's op A4-formaat) die alleen tegen de randen/pijl (positiemarkering) van de plaat kunnen worden geplaatst, worden mogelijk opgeslagen als PDF-bestanden.
  • Pagina 746 Documenten plaatsen (ADF (automatische documentinvoer)) Belangrijk • Laat geen dikke items op de plaat liggen tijdens het scannen vanuit de ADF. Dit kan leiden tot papierstoringen. • Als u twee of meer documenten wilt scannen, moet u documenten van hetzelfde formaat plaatsen en uitlijnen.
  • Pagina 747 Bijsnijdkaders aanpassen (ScanGear) Met bijsnijden selecteert u het gebied in een afbeelding dat u wilt behouden en verwijdert u de rest tijdens het scannen. Op het tabblad Basismodus (Basic Mode) en Geavanceerde modus (Advanced Mode) kunt u bijsnijdkaders (scangebieden) opgeven voor de afbeelding(en) die in het voorbeeldgebied van het scherm wordt/worden weergegeven.
  • Pagina 748 Mode) of Geavanceerde modus (Advanced Mode) worden op alle geselecteerde bijsnijdkaders toegepast. (2) Dun bijsnijdkader In de miniaturenweergave: Uitvoerformaat, afbeeldingscorrecties en andere instellingen op het tabblad Basismodus (Basic Mode) of Geavanceerde modus (Advanced Mode) worden toegepast. In de volledige afbeeldingsweergave: Dit geeft een niet geselecteerd bijsnijdkader weer.
  • Pagina 749 In de volledige afbeeldingsweergave: Klik en sleep de muisaanwijzer buiten de grenzen van het bestaande bijsnijdkader om een nieuw bijsnijdkader in het voorbeeldgebied te maken. Het nieuwe bijsnijdkader wordt het actieve bijsnijdkader en het eerste bijsnijdkader wordt het niet-geselecteerde bijsnijdkader. U kunt meerdere bijsnijdkaders maken en op elk daarvan verschillende scaninstellingen toepassen.
  • Pagina 750 In de volledige afbeeldingsweergave: U verwijdert een bijsnijdkader door het kader te selecteren en te klikken op (Bijsnijdkader verwijderen) op de werkbalk. U kunt ook op de toets Delete drukken. Als er meerdere bijsnijdkaders zijn, worden alle geselecteerde bijsnijdkaders (actief bijsnijdkader geselecteerd bijsnijdkader) gelijktijdig verwijderd.
  • Pagina 751 Algemene opmerkingen (scannerstuurprogramma) ScanGear (scannerstuurprogramma) kent de volgende beperkingen. Denk hieraan wanneer u het programma gebruikt. Beperkingen van het scannerstuurprogramma • Als u het NTFS-bestandssysteem gebruikt, wordt de TWAIN-gegevensbron wellicht niet opgeroepen. Dit komt doordat de TWAIN-module niet naar de winnt-map kan worden geschreven vanwege beveiligingsredenen.
  • Pagina 752 • Wanneer u afbeeldingen ter grootte van de glasplaat scant naar Microsoft Office 2003 (Word, Excel, PowerPoint, enzovoort), klikt u op Aangepast (Custom Insert) in het scherm Afbeelding van scanner of camera invoegen< (Insert Picture from Scanner or Camera). Anders worden de afbeeldingen mogelijk niet goed gescand.
  • Pagina 753 Handige informatie over scannen Bijsnijdkaders aanpassen in het venster Afbeelding samenvoegen Resolutie Gegevensindelingen Kleurafstemming...
  • Pagina 754 Bijsnijdkaders aanpassen in het venster Afbeelding samenvoegen Met bijsnijden selecteert u het gebied in een afbeelding dat u wilt behouden en verwijdert u de rest tijdens het scannen. In het venster Afbeelding samenvoegen (Image Stitch) kunt u een bijsnijdkader opgeven voor de afbeelding die in het voorbeeldgebied wordt weergegeven.
  • Pagina 755 Resolutie De gegevens in de door u gescande afbeelding zijn een verzameling puntjes die informatie over helderheid en kleur bevatten. De dichtheid van deze puntjes wordt 'resolutie' genoemd. De resolutie bepaalt hoeveel details de afbeelding bevat. De resolutie wordt uitgedrukt in het aantal puntjes per inch (dpi). Dpi is het aantal puntjes per inch (2,5 cm).
  • Pagina 756 Belangrijk • Als u de resolutie verdubbelt, wordt het gegevensformaat van de gescande afbeelding viermaal zo groot. Als het bestand te groot is, vermindert de uitvoersnelheid aanzienlijk en kan er bijvoorbeeld een gebrek aan geheugen ontstaan. Stel minimaal de resolutie in die hoort bij het gebruik van de gescande afbeelding.
  • Pagina 757 Gegevensindelingen Bij het opslaan van gescande afbeeldingen kunt u een gegevensindeling kiezen. Geef de meest geschikte gegevensindeling op, in overeenstemming met het gebruik van de afbeelding in een bepaalde toepassing. De beschikbare gegevensindelingen zijn afhankelijk van de toepassing en het besturingssysteem (Windows of Mac OS).
  • Pagina 758 Kleurafstemming Kleurafstemming' is het aanbrengen van aanpassingen zodat de kleurtonen van het originele item, het monitorscherm en de kleurenafdruk met elkaar overeenkomen. Op uw scanner of printer worden de kleurtinten aangepast zoals hieronder wordt aangegeven. Voorbeeld: sRGB is geselecteerd als uitvoerprofiel (doel): De kleurruimte van de afbeelding wordt geconverteerd van de kleurruimte van de scanner naar sRGB door ScanGear.
  • Pagina 759 Zoeken (Search) en zoekt u vervolgens naar "IJ Network Scanner Selector EX". • Windows 7/Windows Vista/Windows XP: Ga naar het Start-menu, klik op Alle programma´s (All Programs) > Canon Utilities > IJ Network Scanner Selector EX > IJ Network Scanner Selector EX.
  • Pagina 760 Instellingen... (Settings...) Het scherm Instellingen scannen-vanaf-pc wordt weergegeven. U kunt het model selecteren dat u wilt gebruiken. Info (About) Geeft informatie over de versie weer. In het weergegeven dialoogvenster kunt u de taal wijzigen die u wilt gebruiken in het programma. De wijziging wordt van kracht na het opnieuw starten van de computer.
  • Pagina 761 Instructies (Instructions) Deze handleiding openen. Belangrijk • Wanneer u een model gebruikt waarmee u niet via een netwerk kunt scannen vanaf het bedieningspaneel, wordt Instellingen scannen-vanaf-bedieningspaneel (Scan-from-Operation- Panel Settings) mogelijk weergegeven in het scherm Instellingen scannen-vanaf-pc; de instelling is echter niet beschikbaar. Opmerking •...
  • Pagina 762 1. Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Configuratiescherm (Control Panel) > Programma's (Programs) > Programma's en onderdelen (Programs and Features). 2. Selecteer Canon IJ Network Scanner Selector EX en klik vervolgens op Verwijderen/wijzigen (Uninstall/Change). Opmerking • Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) verschijnt, klikt u op Doorgaan (Continue).
  • Pagina 763 Opmerking • Klik op OK bij de vraag of u de computer opnieuw wilt opstarten. De computer wordt opnieuw opgestart.
  • Pagina 764 Andere scanmethoden Scannen met WIA-stuurprogramma Scannen via het Configuratiescherm (alleen Windows XP)
  • Pagina 765 • Als u meer dan één scanner of printer hebt, wordt mogelijk een scanner selectiescherm weergegeven. Dubbelklik op de scanner die u wilt gebruiken. • Voor een USB-verbinding: Canon XXX series (waarbij 'XXX' de modelnaam is) • Voor een netwerkverbinding: XXX series MAC-adres (XXX series_MAC address) (waarbij 'XXX' de modelnaam is) 3.
  • Pagina 766 Profiel (Profile) Selecteer Foto (standaard) (Photo (Default)) of Documenten (Documents) afhankelijk van het type item dat u wilt scannen. Als u een nieuw Profiel (Profile) wilt opslaan, selecteert u Profiel toevoegen... (Add profile...). U kunt de details opgeven in het dialoogvenster Nieuw profiel toevoegen (Add New Profile).
  • Pagina 767 • Als u meer dan één scanner of printer hebt, wordt mogelijk een scanner selectiescherm weergegeven. Dubbelklik op de scanner die u wilt gebruiken. • Voor een USB-verbinding: Canon XXX series (waarbij 'XXX' de modelnaam is) • Voor een netwerkverbinding: XXX series MAC-adres (XXX series_MAC address) (waarbij 'XXX' de modelnaam is) 3.
  • Pagina 768 Opmerking • Wanneer u de scanner of printer met een netwerkverbinding gebruikt, kunt u de volgende resoluties opgeven. 150 dpi / 300 dpi / 600 dpi Type afbeelding (Picture type) Selecteer het gewenste type scan voor uw item. Herstellen (Reset) Klik hierop om terug te gaan naar de oorspronkelijke instellingen.
  • Pagina 769 1. Klik op Start en selecteer Configuratiescherm (Control Panel). 2. Klik op Printers en andere hardware (Printers and Other Hardware) > Scanners en camera's (Scanners and Cameras) en dubbelklik op Canon XXX series (waarbij 'XXX' de modelnaam is). Het dialoogvenster Wizard Scanner en camera (Scanner and Camera Wizard) verschijnt.
  • Pagina 770 Helderheid (Brightness) Pas de helderheid aan met de schuifknop. Sleep de schuifknop naar links om de afbeelding donkerder te maken en naar rechts om de afbeelding lichter te maken. U kunt ook een waarde invoeren (-127 tot 127). Contrast Pas het contrast aan met de schuifknop. Als u de schuifknop naar links verplaatst wordt het contrast van de afbeelding lager, waardoor de afbeelding zachter wordt.
  • Pagina 771 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Informatie over hoe u items moet plaatsen op de plaat van uw scanner of printer. Plaats de items op de juiste manier op de plaat, afhankelijk van het type item dat u wilt scannen. Anders worden de items mogelijk niet goed gescand.
  • Pagina 772 Als u bestanden in een andere indeling dan PDF wilt gedeelten waarbinnen items niet kunnen opslaan, geeft u bij het scannen de gegevensindeling op. worden gescand. Meerdere items plaatsen: Houd een ruimte van 1 cm (0,4 inch) of meer vrij tussen de randen (schuin gestreept gebied) van de glasplaat en de items, en tussen de items.
  • Pagina 773 Scannen via het bedieningspaneel van het apparaat Gescande gegevens naar de computer sturen met het bedieningspaneel van het apparaat Basis Gescande gegevens aan e-mail toevoegen met het Bedieningspaneel van het Apparaat Items instellen voor scannen met het Bedieningspaneel van het Apparaat Scaninstellingen voor het netwerk Opgeven hoe gereageerd moet worden op opdrachten van het bedieningspaneel met gebruik van IJ Scan Utility...
  • Pagina 774 Scaninstellingen voor het netwerk • De bestemming en de bestandsnaam zijn opgegeven in Canon IJ Scan Utility. U kunt de bestemming en de bestandsnaam opgeven in Canon IJ Scan Utility. Meer informatie over de instellingen van Canon IJ Scan Utility: Dialoogvenster Instellingen Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 775 Opmerking • Als het stand-byscherm voor scannen voor het doorsturen van de gegevens naar de computer die via USB is aangesloten, wordt weergegeven op het aanraakscherm, tikt u op om het scherm weer te geven waarin u kunt opgeven waar u de gegevens wilt opslaan. Selecteer de computer om de gescande gegevens naar door te sturen volgens de onderstaande procedure.
  • Pagina 776 A. Tik hierop om het documenttype te selecteren. Opmerking • Wanneer u de gescande gegevens via WSD naar de computer doorstuurt, kunt u geen documenttype selecteren. Automatische scan (Auto scan) Deze optie is alleen beschikbaar wanneer het apparaat met een USB-kabel op de computer is aangesloten.
  • Pagina 777 • Als u Windows 8.1, Windows 8, Windows 7 of Windows Vista gebruikt: Mogelijk wordt het venster voor programmaselectie weergegeven nadat u op de knop Kleur (Color) of Zwart (Black) drukt. Selecteer in dit geval Canon IJ Scan Utility en klik op OK.
  • Pagina 778 Mogelijk wordt het venster voor programmaselectie weergegeven wanneer u voor de eerste keer op de knop Kleur (Color) of Zwart (Black) drukt. Selecteer in dit geval Canon IJ Scan Utility als het programma dat u wilt gebruiken en schakel het selectievakje Voor deze actie altijd dit programma gebruiken (Always use this program for this action) in.
  • Pagina 779 Scaninstellingen voor het netwerk • De e-mailsoftware en de bestandsnaam zijn opgegeven in Canon IJ Scan Utility. U kunt de bestemming en de bestandsnaam opgeven in Canon IJ Scan Utility. Meer informatie over de instellingen van Canon IJ Scan Utility: Dialoogvenster Instellingen Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 780 3. Tik op Toevoegen aan e-mail (Attach to E-mail). 4. Tik op de computer waarnaar u de gescande gegevens wilt doorsturen. Tik op Lokaal (USB) (Local (USB)) voor een computer die via USB is aangesloten of tik op de computer om de gescande gegevens door te sturen naar een computer in het netwerk.
  • Pagina 781 Mogelijk wordt het venster voor programmaselectie weergegeven wanneer u voor de eerste keer op de knop Kleur (Color) of Zwart (Black) drukt. Selecteer in dit geval Canon IJ Scan Utility als het programma dat u wilt gebruiken en schakel het selectievakje Voor deze actie altijd dit programma gebruiken (Always use this program for this action) in.
  • Pagina 782 Wijzig de instelling volgens de aanwijzingen op het scherm. • Wanneer u de gescande gegevens naar de computer doorstuurt of aan een e-mailbericht toevoegt, kunt u de bestemming en de bestandsnaam opgeven met Canon IJ Scan Utility. Dialoogvenster Instellingen • Als u originelen scant vanaf de computer, kunt u scannen met geavanceerde instellingen. Voor details...
  • Pagina 783 2. Indeling (Format) Selecteer de gegevensindeling van de gescande gegevens. 3. Scanres. (Scan res) (Scanresolutie) Selecteer de resolutie voor scannen. 4. Voorbeeld (Preview) Deze instelling is niet beschikbaar. 5. Doorz. vermind. (Reduce show-thru) (Doorschijnendheid beperken) Tekens op de achterkant kunnen doorschijnen als u een dun document zoals een krant scant. Selecteer AAN (ON) als tekens lijken door te schijnen in het gescande document.
  • Pagina 784 Scaninstellingen voor het netwerk U kunt uw scanner of printer aansluiten op een netwerk om deze te delen met meerdere computers of om afbeeldingen naar een bepaalde computer te scannen. Belangrijk • U kunt niet met meerdere gebruikers tegelijk scannen. Opmerking •...
  • Pagina 785 • Windows 7/Windows Vista/Windows XP: Ga naar het Start-menu, klik op Alle programma´s (All Programs) > Canon Utilities > IJ Network Scanner Selector EX > IJ Network Scanner Selector EX. Het pictogram wordt weergegeven in het systeemvak op het bureaublad en het scherm Instellingen scannen-vanaf-pc wordt weergegeven.
  • Pagina 786 Selector EX". • Windows 7/Windows Vista/Windows XP: Ga naar het Start-menu, klik op Alle programma´s (All Programs) > Canon Utilities > IJ Network Scanner Selector EX > IJ Network Scanner Selector EX. Het pictogram wordt weergegeven in het systeemvak op het bureaublad en het scherm Instellingen scannen-vanaf-pc wordt weergegeven.
  • Pagina 787 Selecteer het MAC-adres van uw scanner of printer. Opmerking • Wanneer er meerdere scanners via een netwerk zijn aangesloten, kunt u maximaal drie scanners selecteren. 5. Klik in het scherm Instellingen scannen-vanaf-pc op OK. Opmerking • Als uw scanner of printer niet wordt weergegeven, controleert u het volgende en klikt u op OK om het venster te sluiten.
  • Pagina 788 Opgeven hoe gereageerd moet worden op opdrachten van het Bedieningspaneel met gebruik van IJ Scan Utility Met IJ Scan Utility kunt u opgeven hoe moet worden gereageerd als er wordt gescand vanaf het bedieningspaneel. Opmerking • In de volgende beschrijvingen worden de schermen voor scannen met Automatisch scannen vanaf het bedieningspaneel als voorbeeld gebruikt.
  • Pagina 789 Opmerking • Ga naar de volgende pagina's voor meer informatie. Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (automatisch)) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Opslaan naar pc (document)) Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (foto)) Dialoogvenster Instellingen (Toevoegen aan e-mail (document)) 4.
  • Pagina 790 6. Selecteer de toepassing die u na het scannen wilt starten in Instellingen voor de toepassing (Application Settings). 7. Klik op OK.
  • Pagina 791 De reacties worden volgens de opgegeven instellingen uitgevoerd wanneer u start met scannen vanaf het bedieningspaneel.
  • Pagina 792 Problemen oplossen Het Apparaat kan niet worden ingeschakeld De afdruktaak wordt niet gestart Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd Papierstoringen Als er een fout optreedt Zoeken in alle functies Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met afdrukken Problemen met de afdrukkwaliteit...
  • Pagina 793 Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met het Apparaat tijdens gebruik in een netwerk Een Apparaat wordt niet gedetecteerd in een netwerk Overige problemen met het netwerk...
  • Pagina 794 Problemen met het Apparaat tijdens gebruik in een netwerk Het Apparaat werkt opeens niet meer Het resterende inktniveau wordt niet weergegeven in de printerstatusmonitor van het Apparaat Afdruksnelheid is laag Kan de kaartsleuf niet gebruiken via het netwerk Het Apparaat kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan...
  • Pagina 795 Het Apparaat werkt opeens niet meer Kan niet communiceren met het apparaat nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd Kan niet communiceren met het apparaat via het draadloze LAN Kan niet communiceren met het apparaat dat de toegangspuntmodus gebruikt U kunt niet afdrukken of scannen of u hebt geen toegang tot de kaartsleuf vanaf een computer die op het netwerk is aangesloten Kan niet communiceren met het apparaat nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd...
  • Pagina 796 Controle 10 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
  • Pagina 797 5. Voer de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voer de instellingen uit volgens de instructies op onze website. Kan niet communiceren met het apparaat dat de toegangspuntmodus gebruikt Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controle 1 Is de optie LAN wijzigen (Change LAN) bij LAN-instellingen (LAN Controle 2 settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings) ingesteld op LAN uitschakelen (Disable LAN) of Draadloos LAN actief (Wireless LAN active)?
  • Pagina 798 Installeer de MP Drivers met de Installatie-cd-rom of vanaf onze website. Zorg ervoor dat de toegangscontrole niet is ingesteld op het toegangspunt. Controle 3 Raadpleeg de instructiehandleiding van het toegangspunt of neem contact op met de fabrikant voor de procedures voor het aansluiten en installeren van een toegangspunt. Opmerking •...
  • Pagina 799 Het resterende inktniveau wordt niet weergegeven in de printerstatusmonitor van het Apparaat Gebruik het printerstuurprogramma met bidirectionele communicatie. Selecteer Bi-directionele ondersteuning inschakelen (Enable bidirectional support) op het tabblad Poorten (Ports) van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen...
  • Pagina 800 Afdruksnelheid is laag Het apparaat is mogelijk bezig met het afdrukken van een grote taak van een Controle 1 andere computer. Controleer of de status van de radiogolven goed is en pas de Controle 2 installatieposities aan terwijl u de status van de radiogolven controleert met IJ Network Tool.
  • Pagina 801 Kan de kaartsleuf niet gebruiken via het netwerk Kan de kaartsleuf niet toewijzen Kan de kaartsleuf niet gebruiken Geen toegang tot de kaartsleuf vanwege beveiligingsinstellingen op de computer...
  • Pagina 802 Kan de kaartsleuf niet toewijzen De beschikbare stationsletter kan niet worden geselecteerd in het venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) De kaartsleuf kan niet worden toegewezen met IJ Network Tool De beschikbare stationsletter kan niet worden geselecteerd in het venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) In dit venster kunt u alleen D tot en met Z selecteren als netwerkstation voor de kaartsleuf.
  • Pagina 803 het IP-adres installeert, moet u deze telkens opnieuw installeren wanneer het adres van het apparaat (IP-adres) wordt gewijzigd. 4. Als het pictogram 'canon_memory' wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteert u Netwerkstation toewijzen (Map Network Drive). 5.
  • Pagina 804 Geen toegang tot de kaartsleuf vanwege beveiligingsinstellingen op de computer Controleer of Lees-/schrijfkenmerk (Read/write attribute) in Controle 1 Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings) is ingesteld op Beschrijfbaar van LAN-pc (Writable from LAN PC). Gebruikersinstellingen apparaat Controleer of de geheugenkaart in de kaartsleuf is geplaatst. Controle 2 Als u de kaartsleuf van de printer via een netwerk met meerdere computers Controle 3...
  • Pagina 805 • Poort 137:139 openen: ◦ Als u Windows 8.1, Windows 8 of Windows 7 gebruikt: 1. Selecteer Windows Firewall zoals hieronder aangegeven. ■ Selecteer in Windows 8.1 of Windows 8 Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) > Systeem en beveiliging (System and Security) >...
  • Pagina 806 5. Herhaal de stappen 2 tot en met 4 om de andere poorten te openen (138TCP, 138UDP, 139TCP en 139UDP). 6. Controleer of de poortnamen zijn toegevoegd op het tabblad Uitzonderingen (Exceptions) en klik op OK. Wijzig de naam van de werkgroep in 'WERKGROEP' volgens onderstaande Controle 5 procedure.
  • Pagina 807 Kan de kaartsleuf niet gebruiken Wordt het pictogram van de kaartsleuf weergegeven? Controle 1 Als u de kaartsleuf via het netwerk wilt gebruiken, moet u de kaartsleuf toewijzen als het netwerkstation van de computer. Het pictogram 'canon_memory (\\xxxxxxxxxxxx)' (of 'canon_memory' op 'xxxxxxxxxxxx') met de toegewezen stationsletter wordt weergegeven in Computer (of Deze computer (My Computer)).
  • Pagina 808 Het Apparaat kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan Wanneer u een toegangspunt vervangt, dient u de netwerkinstallatie van het apparaat opnieuw uit te voeren. Voer de installatie van het netwerk opnieuw uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voer de installatie opnieuw uit volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 809 Een Apparaat wordt niet gedetecteerd in een netwerk Kan het Apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Het Apparaat wordt niet gedetecteerd in het draadloze LAN...
  • Pagina 810 Kan het Apparaat niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Als het apparaat niet in het netwerk kan worden gedetecteerd wanneer u de netwerkcommunicatie instelt, controleert u de netwerkinstellingen voordat u het apparaat opnieuw detecteert. Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Opmerking •...
  • Pagina 811 Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Zijn het apparaat en het netwerkapparaat (router, toegangspunt en dergelijke) ingeschakeld? Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld Controleer of het netwerkapparaat (router, toegangspunt en dergelijke) is ingeschakeld. Als het apparaat of het netwerkapparaat is uitgeschakeld: Schakel het apparaat of het netwerkapparaat in.
  • Pagina 812 Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 2 Is de instelling voor draadloos LAN van het apparaat ingeschakeld? Controleer of het Wi-Fi-lampje van het apparaat brandt. Als het Wi-Fi-lampje niet brandt: De instelling voor draadloos LAN van het apparaat is uitgeschakeld. Schakel de instelling voor draadloos LAN van het apparaat in.
  • Pagina 813 Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 3 Is het apparaat verbonden met het toegangspunt? Controleer met het bedieningspaneel van het apparaat of het apparaat verbinding heeft met het toegangspunt. Selecteer Instellen (Setup) op het HOME-scherm en selecteer vervolgens Apparaatinstellingen (Device settings) >...
  • Pagina 814 Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 4 Zijn de SSID van het toegangspunt dat met uw computer is verbonden en dat van het apparaat hetzelfde? U kunt de SSID van het toegangspunt dat met het apparaat is verbonden, bevestigen op het aanraakscherm.
  • Pagina 815 • Als het bericht niet wordt weergegeven op de computer: Annuleer het instellen en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon- software* is toegestaan. * Selecteer win > Driver > DrvSetup in de installatie-cd-rom en stel vervolgens de beveiligingssoftware zo in dat het bestand Setup.exe of Setup64.exe toegang heeft tot het netwerk.
  • Pagina 816 Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 6 Controleer de instellingen van het toegangspunt. Controleer de instellingen van het toegangspunt voor de netwerkverbinding, zoals IP-adresfiltering, MAC- adresfiltering of de DHCP-functie. Zorg ervoor dat het radiokanaal van het toegangspunt en het radiokanaal dat aan het apparaat toegewezen is, hetzelfde zijn.
  • Pagina 817 Wanneer u IJ Network Tool gebruikt, klikt u op Bijwerken (Update) om het Controle 5 apparaat nogmaals te zoeken. Venster Canon IJ Network Tool Als u zoekt naar een apparaat via een netwerk, moet u controleren of het Controle 6 apparaat is gekoppeld aan de poort.
  • Pagina 818 Controle 13 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
  • Pagina 819 Overige problemen met het netwerk Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven U bent het beheerderswachtwoord van het Apparaat vergeten Informatie over het netwerk controleren Er worden regelmatig pakketten verzonden De wijzigingsdatum van bestanden verandert wanneer de bestanden worden opgeslagen op de geheugenkaart via het netwerk De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het Apparaat herstellen...
  • Pagina 820 Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP- of WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP- of WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Een coderingssleutel instellen Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP- of WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP- of WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de...
  • Pagina 821 De gedetailleerde WPA/WPA2-instellingen wijzigen voor meer informatie. Opmerking • Dit apparaat ondersteunt WPA/WPA2-PSK (WPA-/WPA2-Persoonlijk) en WPA2-PSK (WPA2- Persoonlijk).
  • Pagina 822 Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven Het venster Wachtwoord invoeren (Enter Password) wordt weergegeven tijdens de installatie Het venster voor het instellen van de codering wordt weergegeven nadat het toegangspunt is geselecteerd in het venster Zoeken (Search) "U verbindt het apparaat met een niet gecodeerd draadloos netwerk"...
  • Pagina 823 Belangrijk • Als u verbinding maakt met een netwerk dat niet wordt beschermd met beveiligingsmaatregelen, is er een risico aanwezig dat gegevens, zoals uw persoonlijke informatie, getoond worden aan derden.
  • Pagina 824 U bent het beheerderswachtwoord van het Apparaat vergeten Initialiseer de apparaatinstellingen. Selecteer Alles herstellen (Reset all), waarna de standaardwaarden van het beheerderswachtwoord hersteld worden. Instelling herstellen Na de initialisatie van de apparaatinstellingen voert u de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voert u de installatie uit volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 825 Als u de informatie over de netwerkinstellingen wilt weergeven met IJ Network Tool, selecteert u Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View). Venster Canon IJ Network Tool Het IP-adres of het MAC-adres van de computer controleren Volg de hieronder beschreven procedure als u wilt controleren welk IP-adres of MAC-adres aan de computer is toegewezen.
  • Pagina 826 weergegeven, selecteert u de charm Zoeken (Search) en zoekt u naar "Opdrachtprompt (Command Prompt)". • In Windows 7, Windows Vista of Windows XP klikt u op Start > Alle programma´s (All Programs) > Bureau-accessoires (Accessories) > Opdrachtprompt (Command Prompt). 2. Voer de pingopdracht en het IP-adres van het doelapparaat of het doeltoegangspunt in en druk daarna op Enter.
  • Pagina 827 Als u IJ Network Scanner Selector EX wilt uitschakelen, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram in het systeemvak op het bureaublad en selecteert u vervolgens Canon IJ Network Scanner Selector EX uitschakelen (Disable Canon IJ Network Scanner Selector EX).
  • Pagina 828 De wijzigingsdatum van bestanden verandert wanneer de bestanden worden opgeslagen op de geheugenkaart via het netwerk Is IJ Network Scanner Selector EX actief? Controle Als u via een netwerk bestanden schrijft naar een geheugenkaart terwijl IJ Network Scanner Selector EX niet actief is, zal de wijzigingsdatum van de bestanden worden gewijzigd.
  • Pagina 829 De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van het Apparaat herstellen Belangrijk • Houd er rekening mee dat bij initialisatie alle netwerkinstellingen op het apparaat worden gewist en dat afdrukken of scannen vanaf een computer via een netwerk wellicht niet meer mogelijk is. Als u het apparaat via een netwerk wilt uitvoeren, voert u de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voert u de installatie uit volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 830 Problemen met afdrukken De afdruktaak wordt niet gestart Papierstoringen Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid...
  • Pagina 831 De afdruktaak wordt niet gestart Controleer of de stekker goed is aangesloten en druk vervolgens op de knop Controle 1 AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert. Wacht totdat het AAN/UIT (POWER)-lampje stopt met knipperen en blijft branden.
  • Pagina 832 Controle 7 Afdrukken. Het apparaat drukt niet goed af als u een printerbesturingsbestand voor een andere printer gebruikt. Controleer of 'Canon XXX series Printer' (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) is geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken. Opmerking • Selecteer Als standaardprinter instellen (Set as Default Printer) als u het apparaat als standaardprinter wilt instellen.
  • Pagina 833 Klik in Windows 7, Windows Vista of Windows XP op Start en selecteer Alle programma's (All programs), Canon Utilities, Canon My Printer, Canon My Printer en Printerdiagnose en -herstel (Diagnose and Repair Printer). Volg de instructies op het scherm om de juiste printerpoort in te stellen en selecteer de naam van uw apparaat.
  • Pagina 834 Papierstoringen Als papier is vastgelopen, wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. • Als een ondersteuningscode en een bericht worden weergegeven op het computerscherm: • Als een ondersteuningscode en een bericht worden weergegeven op het aanraakscherm: Zie de Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) voor informatie over het verwijderen...
  • Pagina 835 Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Zorg dat er papier is geplaatst. Controle 1 Papier plaatsen Let op het volgende bij het plaatsen van papier in de printer. Controle 2 • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u het papier uitwaaieren voordat u het papier plaatst. •...
  • Pagina 836 Controleer of de instellingen voor het mediumtype en het papierformaat Controle 6 overeenkomen met het geplaatste papier. Als meerdere vellen normaal papier door het apparaat worden ingevoerd, Controle 7 selecteert u de instelling die invoer van twee vellen normaal papier voorkomt. Als meerdere vellen normaal papier door het apparaat worden ingevoerd, selecteert u de instelling die invoer van twee vellen normaal papier voorkomt met het bedieningspaneel of de computer.
  • Pagina 837 Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt Is de instelling voor automatisch dubbelzijdig afdrukken geselecteerd? Controle 1 Zorg dat de selectievakjes Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) en Automatisch (Automatic) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma zijn ingeschakeld. Dubbelzijdig afdrukken Controleer of het huidige papierformaat geschikt is voor automatisch Controle 2 dubbelzijdig afdrukken.
  • Pagina 838 Kopieer-/afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid Is er papier geplaatst? Controle 1 Zorg dat er papier is geplaatst. Plaats nieuw papier als het papier in het apparaat op is. Bevatten de af te drukken documenten veel foto's of illustraties? Controle 2 Als u omvangrijke gegevens afdrukt zoals foto's of afbeeldingen, hebben het apparaat en de computer tijd nodig om deze te verwerken, zodat het soms lijkt alsof het apparaat is gestopt.
  • Pagina 839 Problemen met de afdrukkwaliteit Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd...
  • Pagina 840 Afdrukresultaten niet naar behoren Als de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn. Komen de instellingen voor het paginaformaat en mediumtype overeen met Controle 1 het formaat en type papier dat is geplaatst? Als deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
  • Pagina 841 Zie ook de volgende gedeelten: De afdruktaak wordt niet voltooid Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/Witte strepen Lijnen worden verkeerd afgedrukt Lijn wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Afgedrukt papier krult om of vertoont inktvlekken Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen Vegen op de achterzijde van het papier...
  • Pagina 842 De afdruktaak wordt niet voltooid Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 843 Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt Als u automatisch dubbelzijdig afdrukt, kan het probleem worden veroorzaakt Controle door het onderstaande. Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukken gebruikt, is het afdrukgebied boven aan de pagina 2 mm / 0,08 inch smaller dan normaal. Dit betekent dat de onderzijde van de pagina mogelijk niet wordt afgedrukt.
  • Pagina 844 Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/ Witte strepen Geen afdrukresultaten Onduidelijke afdrukken Onjuiste kleuren Witte strepen...
  • Pagina 845 Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Controleer de status van de inkttanks. Vervang de inkttank als de inkt op is. Controle 2 Een inkttank vervangen Is de oranje tape of beschermende folie verwijderd? Controle 3 Controleer of alle beschermende folie is verwijderd en of het Y-vormige luchtgat vrij is zoals is weergegeven bij (A).
  • Pagina 846 Raadpleeg de instructiehandleiding bij het papier voor meer informatie over de bedrukbare zijde. • Raadpleeg ook de volgende gedeelten als u gaat kopiëren: Is de glasplaat vuil? Controle 6 Reinig de glasplaat. De glasplaat en de documentklep reinigen Zorg dat het origineel correct op de glasplaat is geplaatst. Controle 7 Originelen plaatsen Is het origineel met de te kopiëren zijde omlaag op de glasplaat geplaatst?
  • Pagina 847 Lijnen worden verkeerd afgedrukt Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Lijn de printkop uit. Controle 2 Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
  • Pagina 848 Lijn wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Wordt de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge gebruikt? Controle 1 Als de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge wordt gebruikt, worden dunne lijnen mogelijk niet afgedrukt. Probeer de lijnen in het document dikker te maken. Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot? Controle 2 Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het...
  • Pagina 849 Afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 850 Wordt er fotopapier gebruikt voor het afdrukken van foto's? Controle 3 Als u gegevens afdrukt met een hoge kleurverzadiging, zoals foto's of afbeeldingen met diepe kleuren, raden wij het gebruik van Glossy Foto Papier Extra II of ander speciaal papier van Canon aan. Mediumtypen die u kunt gebruiken...
  • Pagina 851 Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen Papier vertoont vlekken De randen van het papier vertonen vlekken Het papier vertoont vlekken Papieroppervlak vertoont krassen Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Wordt de juiste papiersoort gebruikt? Controleer het volgende: Controle 2 •...
  • Pagina 852 1. Rol het papier op tegen de richting van de krul in, zoals hieronder wordt weergegeven. 2. Controleer of het papier nu vlak is. Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren. Opmerking • Er zijn bepaalde mediumtypen die snel besmeurd raken of niet goed kunnen worden ingevoerd, ook al krullen ze niet naar binnen.
  • Pagina 853 Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen voor informatie over het openen van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de intensiteit en probeert u Controle 5 opnieuw af te drukken. Als u normaal papier gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen met een hoge intensiteit, absorbeert het papier mogelijk te veel inkt.
  • Pagina 854 Opmerking • Stel het paginaformaat correct in om te voorkomen dat er vlekken aan de binnenkant van het apparaat ontstaan. Stel een langere droogtijd voor het afgedrukte oppervlak in. Controle 10 Op die manier geeft u het afgedrukte oppervlak voldoende tijd om te drogen, zodat er geen inktvlekken en krassen ontstaan.
  • Pagina 855 Vegen op de achterzijde van het papier Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Maak de binnenzijde van het apparaat schoon door een reiniging van de Controle 2 onderste plaat uit te voeren. Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Opmerking •...
  • Pagina 856 Er worden verticale lijnen afgedrukt op de zijde van de afdruk Is papier met het juiste formaat geplaatst? Controle De verticale lijnen worden mogelijk afgedrukt in de marge als het formaat van het geplaatste papier groter is dan het opgegeven formaat. Stel het juiste papierformaat in voor het geplaatste papier.
  • Pagina 857 Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen Kleuren zijn ongelijkmatig Kleuren zijn gestreept Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop. Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
  • Pagina 858 Als het probleem nog niet is verholpen na een diepte-reiniging van de printkop, is de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Lijn de printkop uit. Controle 3 De printkop uitlijnen Opmerking • Als het probleem niet is opgelost na het uitlijnen van de printkop, voert u een handmatige uitlijning van de printkop uit aan de hand van de aanwijzingen in De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer.
  • Pagina 859 Er wordt geen inkt toegevoerd Is de inkt op? Controle 1 Open het bedieningspaneel en controleer de status van het inktlampje. De inktstatus controleren Is de oranje tape of beschermende folie verwijderd? Controle 2 Controleer of alle beschermende folie is verwijderd en of het Y-vormige luchtgat vrij is zoals is weergegeven bij (A).
  • Pagina 860 Problemen met scannen Problemen met scannen Scanresultaten niet naar behoren Problemen met software...
  • Pagina 861 Problemen met scannen De scanner werkt niet ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Scannen met Automatisch scannen werkt niet goed Lage scansnelheid Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is De computer loopt vast tijdens het scannen De scanner werkt niet nadat een upgrade van Windows is uitgevoerd...
  • Pagina 862 De scanner werkt niet Zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 1 Sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer. Controle 2 Als de USB-kabel is aangesloten op een USB-hub, verwijdert u de kabel uit Controle 3 de USB-hub en sluit u deze aan op een USB-poort van de computer.
  • Pagina 863 ScanGear (scannerstuurprogramma) start niet Zorg dat MP Drivers is geïnstalleerd. Controle 1 Installeer MP Drivers vanaf de installatie-cd-rom of van de webpagina als het programma nog niet is geïnstalleerd. Selecteer uw scanner of printer in het menu van de toepassing. Controle 2 Belangrijk •...
  • Pagina 864 Er verschijnt een foutbericht en het scherm van ScanGear (scannerstuurprogramma) wordt niet weergegeven Zorg dat uw scanner of printer is ingeschakeld. Controle 1 Zet de scanner of printer uit, sluit de USB-kabel opnieuw aan en sluit het Controle 2 netsnoer weer aan. Sluit de USB-kabel aan op een andere USB-poort van de computer.
  • Pagina 865 Er kunnen niet meerdere items tegelijk worden gescand Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle 1 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controleer of u één item goed kunt scannen. Controle 2 Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten. Scan in dat geval elk document afzonderlijk.
  • Pagina 866 Scannen met Automatisch scannen werkt niet goed Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle 1 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Mogelijk wordt scannen van meerdere items niet ondersteund. Controle 2 Bepaalde toepassingen bieden geen ondersteuning voor het scannen van meerdere documenten. Scan in dat geval elk document afzonderlijk.
  • Pagina 867 Lage scansnelheid Als u de afbeelding wilt weergeven op een monitor, stelt u de uitvoerresolutie Controle 1 in op ongeveer 150 dpi. Voor afdrukken stelt u de resolutie in op ongeveer 300 dpi. Resolutie Stel Correctie van vervaging (Fading Correction), Correctie van Controle 2 korreligheid (Grain Correction) en dergelijke in op Geen (None).
  • Pagina 868 Er wordt een bericht weergegeven dat er onvoldoende geheugen is Sluit andere toepassingen en probeer het opnieuw. Controle 1 Verlaag de resolutie of het uitvoerformaat en voer de scan opnieuw uit. Controle 2 Resolutie...
  • Pagina 869 De computer loopt vast tijdens het scannen Start de computer opnieuw op, verlaag de uitvoerresolutie in ScanGear Controle 1 (scannerstuurprogramma) en scan het document nogmaals. Raadpleeg voor meer informatie 'Instellingen voor uitvoer' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding.
  • Pagina 870 1. Selecteer in het menu Start de optie Configuratiescherm (Control Panel) > Programma's toevoegen of verwijderen (Add or Remove Programs). 2. Selecteer Canon IJ Scan Utility en klik vervolgens op Wijzigen/verwijderen (Change/Remove). 3. Klik op Ja (Yes) wanneer u om bevestiging wordt gevraagd.
  • Pagina 871 Stap 3: installeer MP Drivers en IJ Scan Utility opnieuw. Installeer MP Drivers en IJ Scan Utility opnieuw vanaf de installatie-cd-rom of van de webpagina.
  • Pagina 872 De gescande afbeelding kan niet worden geopend Als de gegevensindeling niet door de toepassing wordt ondersteund, scant u Controle de afbeelding opnieuw en selecteert u een veelgebruikte gegevensindeling zoals JPEG bij het opslaan. Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing.
  • Pagina 873 Scanresultaten niet naar behoren Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Kan niet scannen met de juiste afmetingen Bij scannen vanaf het Bedieningspaneel kan de positie of de grootte van de afbeelding niet goed worden vastgesteld Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm...
  • Pagina 874 Scankwaliteit (afbeelding op het scherm) is slecht Als de afbeelding rafelig is, verhoogt u de scanresolutie of selecteert u TIFF Controle 1 of PNG bij Gegevensindeling (Data Format) in het dialoogvenster Instellingen. Resolutie Dialoogvenster Instellingen Stel het weergaveformaat in op 100%. Controle 2 In bepaalde toepassingen worden te kleine weergaveformaten niet duidelijk weergegeven.
  • Pagina 875 Instellingen voor afbeeldingen (Image Settings) op het tabblad Geavanceerde modus (Advanced Mode) van ScanGear in. Raadpleeg voor meer informatie 'Instellingen voor afbeeldingen' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding. Als de kleurtint van afbeeldingen afwijkt van het originele document, neemt u Controle 7 de volgende maatregelen en probeert u het opnieuw.
  • Pagina 876 De gescande afbeelding wordt omringd door extra witruimte Het scangebied opgeven. Controle Klik op (Automatisch bijsnijden) in de volledige afbeeldingsweergave van ScanGear (scannerstuurprogramma) om automatisch het bijsnijdkader (scangebied) voor de toepasselijke itemgrootte weer te geven. U kunt het scangebied ook handmatig opgeven in de miniatuurweergave, of wanneer er witte marges rond het item zijn (bijvoorbeeld op foto's) of wanneer u aangepaste bijsnijdkaders wilt maken.
  • Pagina 877 Kan niet scannen met de juiste afmetingen Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer)
  • Pagina 878 Bij scannen vanaf het Bedieningspaneel kan de positie of de grootte van de afbeelding niet goed worden vastgesteld Controleer of de items correct zijn geplaatst. Controle 1 Items plaatsen (wanneer u scant vanaf een computer) Controleer of de instellingen overeenkomen met het te scannen item. Controle 2 Als u niet correct kunt scannen door het type item automatisch te detecteren, geeft u het type en de grootte van het item op.
  • Pagina 879 Item is juist geplaatst, maar de gescande afbeelding is scheef Als Document of Tijdschrift (Magazine) is geselecteerd voor Bron Controle selecteren (Select Source), schakelt u het selectievakje Scheve tekstdocumenten corrigeren (Correct slanted text document) uit en scant u het item opnieuw. Dialoogvenster Instellingen (Document scannen) Dialoogvenster Instellingen (Aangepast scannen)
  • Pagina 880 De gescande afbeelding wordt vergroot of verkleind weergegeven op het computerscherm Wijzig de weergave-instelling in de toepassing. Controle 1 Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de toepassing. Opmerking •...
  • Pagina 881 Problemen met software De e-mailclient die u wilt gebruiken, wordt niet weergegeven in het scherm waarin u een e-mailclient kunt selecteren...
  • Pagina 882 De e-mailclient die u wilt gebruiken, wordt niet weergegeven in het scherm waarin u een e-mailclient kunt selecteren Controleer of de MAPI van de e-mailclient is ingeschakeld. Controle Raadpleeg de handleiding van de e-mailclient voor het instellen van MAPI. Als het probleem niet is opgelost wanneer MAPI is ingeschakeld, selecteert u Geen (handmatig toevoegen) (None (Attach Manually)) in het scherm voor het selecteren van een e-mailclient en wijst u de afbeelding handmatig aan de uitgaande e-mail toe.
  • Pagina 883 Problemen met het apparaat Het Apparaat kan niet worden ingeschakeld Het Apparaat wordt onbedoeld uitgeschakeld Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Kan niet communiceren met het Apparaat met een USB-verbinding Het display van het aanraakscherm is volledig onzichtbaar Er wordt een ongewenste taal weergegeven op het aanraakscherm Een geheugenkaart kan niet worden verwijderd Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen...
  • Pagina 884 Het Apparaat kan niet worden ingeschakeld Druk op de knop AAN (ON). Controle 1 Controleer of de stekker goed in de netsnoeraansluiting van het apparaat is Controle 2 bevestigd en zet vervolgens het apparaat weer aan. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Wacht ten minste 3 Controle 3 minuten en steek daarna de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan.
  • Pagina 885 Het Apparaat wordt onbedoeld uitgeschakeld Schakel de instelling uit om het apparaat automatisch uit te schakelen. Controle Als u de instelling om het apparaat automatisch uit te schakelen activeert, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld als de tijd is verstreken die u hebt opgegeven. Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld, opent u het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en selecteert u Uitschakelen (Disable) voor Printer automatisch uit (Auto Power Off) bij Printer automatisch aan/uit (Auto Power) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
  • Pagina 886 Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Afdruk- of scansnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet/Het bericht 'Dit apparaat kan sneller werken (This device can perform faster)' wordt weergegeven Als uw systeemomgeving niet volledig compatibel is met Hi-Speed USB, werkt het apparaat langzamer, op de snelheid van USB 1.1.
  • Pagina 887 Kan niet communiceren met het Apparaat met een USB-verbinding Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controle 1 Zorg ervoor dat de USB-kabel correct is aangesloten. Controle 2 Het Apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel voor een correcte aansluiting van de USB- kabel.
  • Pagina 888 Het display van het aanraakscherm is volledig onzichtbaar • Als het AAN/UIT (POWER)-lampje niet brandt: Het apparaat is niet ingeschakeld. Sluit het netsnoer aan en druk op de knop AAN (ON). • Als het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt: Mogelijk staat het aanraakscherm in de schermbeveiligingsmodus. Tik op het aanraakscherm.
  • Pagina 889 Er wordt een ongewenste taal weergegeven op het aanraakscherm Selecteer de taal die u wilt weergeven met behulp van de volgende procedure. 1. Druk op de knop HOME en wacht ongeveer 5 seconden. 2. Veeg over het HOME-scherm en tik op Instellen (Setup).
  • Pagina 890 Een geheugenkaart kan niet worden verwijderd Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Belangrijk • Probeer nooit een geheugenkaart te verwijderen met een staafje of een pincet. Daardoor kan het apparaat beschadigd raken. Opmerking • Voor de volgende geheugenkaarten zijn speciale adapters vereist. Plaats deze kaarten met de bijbehorende adapter in het apparaat.
  • Pagina 891 Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen Is het AAN/UIT (POWER)-lampje uit? Controle 1 Controleer of het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt. De printkophouder kan zich uitsluitend verplaatsen wanneer de printer is ingeschakeld. Als het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is, sluit u het bedieningspaneel en zet u het apparaat aan. Het apparaat is bezig met initialiseren zolang het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert.
  • Pagina 892 De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven Is de printerstatusmonitor ingeschakeld? Controle Zorg dat Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd in het menu Optie (Option) van de printerstatusmonitor. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen 2.
  • Pagina 893 Kan niet rechtstreeks afdrukken/scannen vanaf een NFC- compatibel apparaat Zijn het NFC-compatibele apparaat en het apparaat verbonden met hetzelfde Controle 1 netwerk? Zorg ervoor dat het NFC-compatibele apparaat en het apparaat zijn verbonden met hetzelfde netwerk. Is dit niet het geval, wijzig de netwerkinstelling dan zo dat het NFC-compatibele apparaat en het apparaat zijn verbonden met hetzelfde netwerk.
  • Pagina 894 Problemen met installeren/downloaden Kan MP Drivers niet installeren Easy-WebPrint EX wordt niet gestart of het menu Easy-WebPrint EX wordt niet weergegeven MP Drivers bijwerken in een netwerkomgeving IJ Network Tool verwijderen...
  • Pagina 895 Kan MP Drivers niet installeren • Indien de installatie ook niet wordt gestart nadat de installatie-cd-rom in het cd-rom-station van uw computer is geplaatst: Start de installatie met behulp van de volgende procedure. 1. Selecteer items zoals hieronder aangegeven. ◦ Selecteer in Windows 8.1 of Windows 8 het pictogram Verkenner (Explorer) op de Taakbalk (Taskbar) op het Bureaublad (Desktop) en selecteer vervolgens Computer in de lijst aan de linkerkant.
  • Pagina 896 • Als u niet verder komt dan het scherm Printeraansluiting (Printer Connection): Opmerking • De printer is niet gedetecteerd. Controleer de verbinding. (The printer is not detected. Check the connection.) kan mogelijk worden geselecteerd, afhankelijk van de computer die u gebruikt. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op het apparaat en de Controle 1 computer.
  • Pagina 897 • In andere gevallen: Installeer MP Drivers opnieuw. Als de MP Drivers niet op de juiste wijze zijn geïnstalleerd, verwijdert u MP Drivers, start u de computer opnieuw op en installeert u MP Drivers opnieuw. Onnodige MP Drivers verwijderen Als u MP Drivers opnieuw installeert, installeert u MP Drivers met de Installatie-cd-rom of vanaf onze website.
  • Pagina 898 Controle 1 (Toolbars) in het menu Beeld (View) van Internet Explorer? Als Canon Easy-WebPrint EX niet wordt weergegeven, is Easy-WebPrint EX niet op uw computer geïnstalleerd. Installeer de meeste recente versie van Easy-WebPrint EX op uw computer vanaf onze website.
  • Pagina 899 MP Drivers bijwerken in een netwerkomgeving Download eerst de nieuwste MP Drivers. U verkrijgt de nieuwste MP Drivers door vanaf onze website de nieuwste versie van MP Drivers voor uw model te downloaden. Nadat u MP Drivers hebt verwijderd, installeert u de nieuwste MP Drivers volgens de normale procedure. Wanneer het keuzescherm voor het selecteren van de verbindingsmodus wordt weergegeven, selecteert u De printer met een draadloze LAN-verbinding gebruiken (Use the printer with wireless LAN connection).
  • Pagina 900 1. Selecteer Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) > Programma´s (Programs) > Programma´s en eigenschappen (Programs and Features). 2. Selecteer Canon IJ Network Tool uit de programmalijst en klik vervolgens op Verwijderen (Uninstall). Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) verschijnt, klikt u op Doorgaan (Continue).
  • Pagina 901 Informatie over weergegeven fouten/berichten Als er een fout optreedt Een bericht verschijnt op het scherm Er wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN)
  • Pagina 902 Als er een fout optreedt Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier in het apparaat is bijvoorbeeld op of vastgelopen), wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Als een fout optreedt, wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op het computerscherm of het aanraakscherm weergegeven.
  • Pagina 903 Een bericht verschijnt op het scherm In dit gedeelte worden enkele fouten en berichten beschreven. Opmerking • Voor sommige fouten of berichten wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op de computer of het aanraakscherm weergegeven. Raadpleeg de Lijst met ondersteuningscodes voor meer informatie over fouten met een ondersteuningscode.
  • Pagina 904 • Het scherm Details wordt niet weergegeven voor het PDF-bestand dat u wilt afdrukken. • Andere tekens dan de apparaatnaam, IJ Scan Utility of My Image Garden worden weergegeven bij Gemaakt met (Created with) op het scherm Details. • '?' wordt weergegeven in het voorbeeldscherm. ◦...
  • Pagina 905 3. De eigenschappen van het printerstuurprogramma voor het apparaat openen. • Klik in Windows 8.1, Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX series Printer' (waarbij 'XXX' de naam van uw apparaat is) en selecteer Printereigenschappen (Printer properties).
  • Pagina 906 Klik in Windows 7, Windows Vista of Windows XP op Start en selecteer Alle programma's (All programs), Canon Utilities, Canon My Printer, Canon My Printer en Printerdiagnose en - herstel (Diagnose and Repair Printer). Volg de instructies op het scherm om de juiste printerpoort in te stellen en selecteer de naam van uw apparaat.
  • Pagina 907 1. Open Apparaatbeheer op de computer, zoals hieronder wordt aangegeven. Als het venster Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt geopend, volgt u de aanwijzingen op het scherm. • In Windows 8.1 of Windows 8 selecteert u Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) >...
  • Pagina 908 ermee akkoord gaat dat gedurende ongeveer tien jaar elke maand gegevens over het gebruik van de printer en de toepassing worden weergegeven. Lees de instructies op het scherm en voer de onderstaande procedure uit. • Indien u wilt deelnemen aan het onderzoeksprogramma: Klik op Akkoord (Agree) en volg de aanwijzingen op het scherm.
  • Pagina 909 Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, volgt u de aanwijzingen op het scherm. 2. Selecteer Canon Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program. 3. Selecteer Wijzigen (Change). Als u Ja (Yes) selecteert nadat u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, wordt het bevestigingsvenster weergegeven bij het volgende onderzoek.
  • Pagina 910 Opmerking • In dit gedeelte worden de fouten beschreven die kunnen worden weergegeven op PictBridge- compatibele apparaten (draadloos LAN) van het merk Canon. De foutberichten en procedures kunnen afwijken, afhankelijk van het apparaat dat u gebruikt. Controleer voor Canon PictBridge-compatibele apparaten (draadloos LAN) van andere merken dan Canon de ondersteuningscode (foutnummer) op het aanraakscherm en voer de juiste handelingen uit om de fout te verhelpen.
  • Pagina 911 Lijst met ondersteuningscodes "Papierstoring" Selecteer Stoppen (Stop) op het scherm van het PictBridge-compatibele apparaat (draadloos LAN) om te stoppen met afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier, plaats nieuw papier, tik op OK op het aanraakscherm en probeer opnieuw af te drukken. "Printerklep open"...
  • Pagina 912 "Hardwarefout" De inkttank wordt niet herkend. (Het lampje op de inkttank brandt niet.) Vervang de inkttank. Een inkttank vervangen "Printerfout" Er is mogelijk een fout opgetreden die reparatie noodzakelijk maakt. Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan.
  • Pagina 913 Als u het probleem niet kunt oplossen met een van de suggesties in dit hoofdstuk, neemt u contact op met de verkoper van het apparaat of met het servicecentrum. Het ondersteuningspersoneel van Canon is opgeleid voor het verschaffen van technische ondersteuning aan klanten.
  • Pagina 914 Lijst met ondersteuningscodes Als zich een fout voordoet, wordt de ondersteuningscode weergegeven op het aanraakscherm en het computerscherm. "Ondersteuningscode" wil zeggen het foutnummer dat verschijnt bij een foutbericht. Als een fout optreedt, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het aanraakscherm of het computerscherm en voert u vervolgens de nodige stappen uit.
  • Pagina 915 • A000 tot ZZZZ B202 B203 B204 C000 Bij de ondersteuningscode voor vastgelopen papier kunt u ook Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) raadplegen.
  • Pagina 916 Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het aan de hand van de juiste procedure. • Als u het vastgelopen papier ziet in de papieruitvoersleuf: 1300 • Als u het vastgelopen papier ziet in de papieruitvoersleuf: 1303 •...
  • Pagina 917 1300 Oorzaak Papier is vastgelopen in de papieruitvoersleuf. Actie Als u het vastgelopen papier ziet in de papieruitvoersleuf, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop Stoppen (Stop) om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
  • Pagina 918 • Het wordt aanbevolen ander papier dan papier van A5-formaat te gebruiken om documenten met foto's of afbeeldingen af te drukken, omdat de afdruk kan omkrullen en kan vastlopen tijdens het uitvoeren. Neem contact op met het servicecentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
  • Pagina 919 1303 Oorzaak Papier is vastgelopen in de transporteenheid van het apparaat. Actie Als u het papier niet ziet in de papieruitvoersleuf, verwijdert u het papier uit de transporteenheid. Verwijder het papier aan de hand van de volgende procedure. Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop Stoppen (Stop) om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
  • Pagina 920 Opmerking • Als het papier is opgerold en moeilijk kan worden verwijderd, pakt u de randen van het papier beet en verwijdert u het vastgelopen papier. • Als u het vastgelopen papier niet uit de transporteenheid kunt verwijderen, sluit u de transporteenheid, zet u het apparaat terug in de oorspronkelijke positie en verwijdert u het papier vanuit de binnenkant van het apparaat.
  • Pagina 921 1304 Oorzaak Papier is vastgelopen tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken. Actie Als het papier is vastgelopen tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure. Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop Stoppen (Stop) om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
  • Pagina 922 6. Trek het vastgelopen papier er langzaam uit. Wanneer u vastgelopen papier verwijdert, ondersteunt u het apparaat met uw hand, zodat dit niet valt. Opmerking • Als het papier is opgerold en moeilijk kan worden verwijderd, pakt u de randen van het papier beet en verwijdert u het vastgelopen papier.
  • Pagina 923 Opmerking • Nadat u de transporteenheid hebt gesloten, plaatst u het apparaat direct terug in de oorspronkelijke positie. 8. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Alle afdruktaken in de wachtrij worden geannuleerd. Druk de taken zo nodig opnieuw af. Neem contact op met het servicecentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
  • Pagina 924 Papier is vastgelopen in het Apparaat Als het vastgelopen papier scheurt en u het papier niet kunt verwijderen uit de papieruitvoersleuf of de transporteenheid, of als het vastgelopen papier in het apparaat blijft zitten, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.
  • Pagina 925 4. Houd het vastgelopen papier met beide handen vast. Als het papier is opgerold, trekt u het eruit. 5. Trek het papier er langzaam uit, zodat het niet scheurt. Houd het papier in een hoek van ongeveer 45 graden vast en trek het voorzichtig naar buiten. 6.
  • Pagina 926 • Is het stukje papier achtergebleven in de ruimte rechts of links (C) in het apparaat? 7. Sluit het bedieningspaneel langzaam. Alle afdruktaken in de wachtrij worden geannuleerd. Druk de taken zo nodig opnieuw af. Opmerking • Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst.
  • Pagina 927 In andere gevallen Voer de volgende controles uit: Bevinden zich vreemde voorwerpen bij de papieruitvoersleuf? Controle 1 Is het papier gekruld? Controle 2 Herstel het gekrulde papier en plaats het papier opnieuw.
  • Pagina 928 1003 Oorzaak Het papier in het apparaat is op of het papier wordt niet ingevoerd. Actie Sluit de papieruitvoerlade, trek de cassette uit en plaats het papier. Wanneer u het papier plaatst, plaatst u de papierstapel zodanig dat de achterste rand het uiteinde van de cassette raakt.
  • Pagina 929 1200 Oorzaak Het bedieningspaneel is geopend. Actie Sluit het bedieningspaneel en wacht even. Sluit het paneel niet terwijl u een inkttank vervangt.
  • Pagina 930 1250 Oorzaak De papieruitvoerlade is gesloten. Actie Open de papieruitvoerlade om het afdrukken te hervatten.
  • Pagina 931 1310 Oorzaak Het formaat van het papier is mogelijk niet compatibel met automatisch dubbelzijdig afdrukken. Actie Alleen de mediumformaten A4 en Letter zijn geschikt voor automatisch dubbelzijdig afdrukken. Zorg dat papier met een correct formaat in het apparaat is geplaatst. Als u tikt op OK op het aanraakscherm, wordt het papier uitgevoerd en wordt het afdrukken opnieuw gestart vanaf de voorzijde van het volgende vel papier.
  • Pagina 932 1401 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 933 1403 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 934 1405 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 935 1410 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
  • Pagina 936 1411 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
  • Pagina 937 1412 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
  • Pagina 938 1413 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
  • Pagina 939 1414 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Open het bedieningspaneel en vervang de inkttank waarvan het lampje niet brandt.
  • Pagina 940 1600 Oorzaak Als het lampje op de inkttank knippert, is de inkt wellicht op. Actie Aanbevolen wordt de inkttank te vervangen. Als het apparaat bezig is met een afdruktaak en u wilt doorgaan met afdrukken, tikt u op OK op het apparaat terwijl de inkttank is geïnstalleerd.
  • Pagina 941 1660 Oorzaak De inkttank is niet geïnstalleerd. Actie Installeer de inkttank.
  • Pagina 942 1680 Oorzaak Sommige inkttanks zijn niet op de juiste plaats geïnstalleerd. (Het lampje op de inkttank knippert.) Actie Controleer of de inkttanks op de juiste plaatsen zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 943 1681 Oorzaak Er zijn meerdere inkttanks met dezelfde kleur geïnstalleerd. (Het lampje op de inkttank knippert.) Actie Controleer of de inkttanks op de juiste plaatsen zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 944 1684 Oorzaak De inkttank wordt niet herkend. Actie Het afdrukken kan niet worden uitgevoerd omdat de inkttank mogelijk niet correct is geïnstalleerd of mogelijk niet compatibel is met dit apparaat. Installeer de juiste inkttank. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat.
  • Pagina 945 Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank.
  • Pagina 946 Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank of een opnieuw gevulde inkttank.
  • Pagina 947 1700 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 948 1701 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 949 1712 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 950 1713 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 951 1714 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 952 1715 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om het afdrukken te vervolgen. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 953 1871 Oorzaak De cassette is niet geplaatst. Actie Sluit de papieruitvoerlade, duw de cassette zodanig dat de markering op de cassette uitgelijnd is met markering op het apparaat. Open de papieruitvoerlade en tik vervolgens op OK op het aanraakscherm van het apparaat. Opmerking •...
  • Pagina 954 1890 Oorzaak Het beschermende materiaal voor de printkophouder of de tape is mogelijk nog bevestigd aan de houder. Actie Open het bedieningspaneel en controleer of het beschermende materiaal of de tape niet meer bevestigd is aan de printkophouder. Als het beschermende materiaal of de tape nog is bevestigd, verwijdert u dit en sluit u het bedieningspaneel.
  • Pagina 955 2110 Oorzaak De papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren verschillen van de papiergegevens van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd. Opmerking • Voor meer informatie over de juiste combinatie van papierinstellingen raadpleegt u via het printerstuurprogramma of het aanraakscherm: Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Windows) Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer...
  • Pagina 956 Kies, indien nodig, wat u wilt doen. Opmerking • Afhankelijk van de instellingen van het apparaat worden onderstaande opties misschien niet weergegeven. Afdr. met papier in cassette-inst. (Print with paper in cass. settings) Selecteer deze optie als u wilt afdrukken op papier dat in de cassette geplaatst is, zonder de papierinstellingen te hoeven wijzigen.
  • Pagina 957 Opmerking • U kunt het bericht uitschakelen dat onjuist afdrukken voorkomt. Wanneer u het bericht uitschakelt, begint het apparaat met afdrukken of kopiëren ook al verschillen de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren van de papiergegevens van de cassette die op het apparaat zijn geregistreerd. •...
  • Pagina 958 2120 Oorzaak De configuratie van de papierinstellingen van de cassette is niet voltooid. Actie Als het volgende scherm weergegeven wordt, is de configuratie van de papierinstellingen van de cassette niet voltooid. Tik op OK of Annuleren (Cancel) op het aanraakscherm van het apparaat om de papierinstellingen van de cassette te bepalen.
  • Pagina 959 2700 Oorzaak Er zijn enkele fouten opgetreden tijdens het kopiëren en er is een bepaalde tijd verstreken. Actie Tik op OK op het aanraakscherm om de fout te annuleren en probeer opnieuw te kopiëren.
  • Pagina 960 2900 Oorzaak Het uitlijningsblad voor de printkop kan niet worden gescand. Actie Tik op OK op het aanraakscherm van het apparaat om de fout op te heffen en voer de volgende stappen uit. • Controleer of het uitlijningsblad voor de printkop correct en in de juiste richting op de glasplaat is geplaatst.
  • Pagina 961 2901 Oorzaak Het afdrukken van het uitlijningsraster voor de printkop is voltooid en het apparaat is gereed om het blad te scannen. Actie Ga verder met het scannen van het afgedrukte uitlijningsraster. 1. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop op de glasplaat. Plaats het uitlijningsblad voor de printkop met de bedrukte zijde omlaag en lijn de markering in de linkerbovenhoek van het blad uit met de positiemarkering...
  • Pagina 962 De opgegeven gegevens kunnen niet worden afgedrukt. Actie Wanneer u de inhoud op CREATIVE PARK PREMIUM afdrukt, bevestigt u het bericht op het computerscherm, controleert u of voor alle kleuren originele Canon-inkttanks correct zijn geïnstalleerd en start u het afdrukken opnieuw.
  • Pagina 963 4103 Oorzaak Kan niet automatisch dubbelzijdig afdrukken met de huidige afdrukinstellingen. Actie Druk op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat om het afdrukken te annuleren. Wijzig vervolgens de afdrukinstellingen en druk nogmaals af.
  • Pagina 964 5011 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 965 5012 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 966 5100 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en schakel het apparaat uit. Controleer daarna het volgende. • Controleer of er geen materiaal (beschermend materiaal of vastgelopen papier) is dat de beweging van de printkophouder belemmert. Als dat wel het geval is, verwijdert u het materiaal. •...
  • Pagina 967 5200 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 968 5400 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 969 5B00 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 970 5B01 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 971 5B12 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 972 5B13 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 973 5B14 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 974 5B15 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 975 6000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 976 6500 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 977 6502 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 978 6800 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 979 6801 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 980 6900 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 981 6901 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 982 6902 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 983 6910 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 984 6911 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 985 6930 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 986 6931 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 987 6932 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 988 6933 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 989 6934 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 990 6935 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 991 6936 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 992 6937 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 993 6938 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 994 6940 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 995 6941 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 996 6942 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 997 6943 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 998 6944 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 999 6945 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 1000 6946 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum. 1000...
  • Pagina 1001 B202 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet het apparaat uit en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. 1001...