Download Print deze pagina
Canon MX520 Series Online Handleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor MX520 Series:

Advertenties

MX520 series
Online handleiding
Lees dit eerst
Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat
Overzicht van het apparaat
Nederlands (Dutch)

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon MX520 Series

  • Pagina 1 MX520 series Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Overzicht van het apparaat Nederlands (Dutch)
  • Pagina 2 ´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten. Daarnaast kan Canon de publicatie van deze handleiding worden uitgesteld of gestopt vanwege dwingende redenen.
  • Pagina 3 Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden. Deze instructies zijn essentieel voor een veilige werking van het apparaat. Let op Instructies die u moet volgen om lichamelijk letsel of materiële schade als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat te voorkomen.
  • Pagina 4 Staten en/of andere landen. • Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc., V.S. en gebruiksrecht van dit product is verleend aan Canon Inc.. • Alle andere bedrijfsnamen en producten die in dit document worden genoemd, zijn mogelijk handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve bedrijven.
  • Pagina 5 Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Belangrijk Als u een zoekopdracht uitvoert via de modelnaam van het product, voert u alleen de eerste twee cijfers van het nummer in de modelnaam in. Voorbeeld: u zoekt naar MX452 Voer 'MX45' in •...
  • Pagina 6 • Zoeken naar toepassingsfuncties U kunt doelpagina's makkelijk vinden door de naam van de toepassing in te voeren, plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt. Voorbeeld: als u wilt weten hoe u collages kunt afdrukken met My Image Garden Voer in het zoekvenster "My Image Garden collage"...
  • Pagina 7 Venster dat gebruikt wordt in toelichting van de bewerking In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer Mac OS X v10.7 wordt gebruikt.
  • Pagina 8 Overzicht van het apparaat Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Het USB-flashstation plaatsen Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer...
  • Pagina 9 Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen...
  • Pagina 10 De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm...
  • Pagina 11 Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De inktstatus controleren vanaf uw computer Een gewijzigd afdrukprofiel registreren De te gebruiken inktpatroon instellen De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen...
  • Pagina 12 De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm Faxinstellingen Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat Afdrukinstellingen mob. telefoon Bluetooth-instellingen PictBridge-afdrukinstellingen Taal kiezen Firmware bijwerken Instelling herstellen Informatie over ECO-instellingen Informatie over de Stille instelling...
  • Pagina 13 Informatie over de netwerkverbinding Handige informatie over de netwerkverbinding...
  • Pagina 14 Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat De volgende nuttige functies zijn beschikbaar op het apparaat. Ervaar een nog aangenamere fotografiebeleving door de verschillende functies te gebruiken. Eenvoudig foto's afdrukken Inhoud downloaden Gescande afbeeldingen uploaden naar internet Eenvoudig online items afdrukken Eenvoudig afdrukken vanaf een smartphone Afdrukken met Google Cloud Print Druk rechtstreeks af vanaf een iPad, iPhone of iPod touch...
  • Pagina 15 U kunt premium inhoud eenvoudig downloaden via My Image Garden. Premium inhoud die u hebt gedownload, kunt u rechtstreeks afdrukken met My Image Garden. Als u gedownloade premium inhoud wilt afdrukken, zorg dat voor alle kleuren originele Canon-inkttanks/- inktpatronen zijn geïnstalleerd in een ondersteunde printer.
  • Pagina 16 Picasa-webalbums) afdrukken terwijl u deze in het printervenster bekijkt. • Sjabloonformulieren van internet afdrukken Canon biedt op internet diverse sjabloonformulieren, onder andere voor feestdagen en kalenders. U kunt uw favoriete sjabloonformulieren op elk gewenst moment downloaden en afdrukken, zo vaak als u wilt. U hoeft alleen het apparaat maar te gebruiken.
  • Pagina 17 Afdrukken in verschillende omgevingen met Google Cloud Print Het apparaat is compatibel met Google Cloud Print (Google Cloud Print is een service die wordt aangeboden door Google Inc.). Met Google Cloud Print kunt u vanaf elke locatie afdrukken met toepassingen of services die Google Cloud Print ondersteunen.
  • Pagina 18 Integratiefunctie voor online opslag Het apparaat kan worden geïntegreerd met online opslagservices zoals Evernote. Integratie met het online notitieprogramma 'Evernote' Als een Evernote-clienttoepassing op uw computer is geïnstalleerd, kunt u gescande afbeeldingen importeren in de toepassing en uploaden naar de server van Evernote. Vanaf bijvoorbeeld andere computers of smartphones kan door de geüploade afbeeldingen worden gebladerd.
  • Pagina 19 Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat In dit document wordt uitgelegd hoe u met AirPrint draadloos afdrukt vanaf uw iPad, iPhone en iPod touch op een Canon-printer. Met AirPrint kunt u direct vanaf uw Apple-apparaat foto's, e-mails, internetpagina's en documenten met uw printer afdrukken, zonder een besturingsbestand te hoeven installeren.
  • Pagina 20 Raak in het optiemenu Afdrukken (Print) aan. Selecteer in de Printeropties (Printer Options) het model dat u gebruikt. Belangrijk Niet alle programma's ondersteunen AirPrint. Hierdoor wordt Printeropties (Printer Options) mogelijk niet weergegeven. Kunt u vanuit een bepaald programma de printeropties niet gebruiken, dan kunt u vanuit dat programma niet afdrukken.
  • Pagina 21 Bereik: het paginabereik kan alleen worden gebruikt bij bepaalde software en bestandsindelingen (zoals PDF-bestanden). Klik voor 1 kopie (1 Copy) op + of - om het aantal vereiste kopieën in te stellen. Klik voor Dubbelzijdig afdrukken (Duplex Printing) op Aan (On) om dubbelzijdig afdrukken in te schakelen of op Uit (Off) om de functie uit te schakelen.
  • Pagina 22 • Vanaf de printer: gebruik het bedieningspaneel van de printer om de afdruktaak te annuleren. • Vanaf een Apple-apparaat: druk twee keer op de Home-knop op het Apple-apparaat. Raak het pictogram Afdrukken (Print) aan en geef de lijst met afdruktaken weer. Raak de te annuleren afdruktaak aan en raak vervolgens Afdrukken annuleren (Cancel Print) aan.
  • Pagina 23 Overzicht van het apparaat Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Het USB-flashstation plaatsen Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer...
  • Pagina 24 Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat LCD en bedieningspaneel Cijfers, letters en symbolen invoeren...
  • Pagina 25 Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Binnenaanzicht Bedieningspaneel...
  • Pagina 26 Vooraanzicht bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om de apparaatinstellingen te wijzigen of het apparaat te bedienen. Bedieningspaneel ADF (automatische documentinvoer) Plaats een document dat u wilt kopiëren, scannen of faxen. Documenten die in de documentlade worden geplaatst, worden automatisch vel voor vel gescand. Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen klep van documentinvoer Open deze klep om vastgelopen documenten te verwijderen.
  • Pagina 27 Bezig met afdrukken of scannen via een draadloos LAN. Dit lampje knippert ook wanneer tijdens het instellen wordt gezocht naar een toegangspunt voor een draadloos LAN en wanneer verbinding wordt gemaakt met het toegangspunt. papieruitvoerklep Open deze klep als u de FINE-cartridge wilt vervangen of vastgelopen papier uit het apparaat wilt verwijderen.
  • Pagina 28 Sluit geen andere apparaten dan USB-flashstations en de optionele Bluetooth-eenheid BU-30 aan op het USB-flashstation van het apparaat. Doet u dat wel, dan kan dit brand, elektrische schokken of schade aan het apparaat veroorzaken. Belangrijk Raak het metalen omhulsel niet aan. Gebruik geen USB-kabel die langer is dan 3 meter (10 feet) om het apparaat aan te sluiten.
  • Pagina 29 Achteraanzicht transporteenheid Open de achterklep wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen. netsnoeraansluiting Hier kunt u het meegeleverde netsnoer aansluiten. telefoonaansluiting Hier kunt u de telefoonlijn aansluiten. aansluiting voor extern apparaat Hier kunt u een extern apparaat aansluiten, zoals een telefoon of een antwoordapparaat. aansluiting voor bekabeld LAN Sluit hier de LAN-kabel aan om het apparaat met een LAN te verbinden.
  • Pagina 30 Binnenaanzicht inktcartridgevergrendeling Hiermee vergrendelt u de FINE-cartridge. FINE-cartridge (inktcartridges) Een vervangbare cartridge met geïntegreerde printkop en inkttank. FINE-cartridgehouder Plaats hier de FINE-cartridge. De kleuren FINE-cartridge moet in de linkersleuf worden geplaatst en de zwarte FINE-cartridge in de rechtersleuf. klepje over kop Dit klepje gaat open, zodat u de FINE-cartridge kunt vervangen.
  • Pagina 31 Bedieningspaneel * Ter illustratie branden alle knoppen en lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding. Selectie-/instelknoppen weergeven Numerieke toetsen weergeven Opmerking Bedieningsafhankelijke knoppen worden weergegeven op het bedieningspaneel. Wanneer u het aantal kopieën opgeeft voor het afdrukken of kopiëren van foto's, of opties selecteert in het scherm met afdrukinstellingen, worden de selectie-/instelknoppen weergegeven zoals in (A).
  • Pagina 32 Hiermee kunt u de nummers weergeven die onlangs zijn gekozen met de numerieke toetsen en het geselecteerde nummer opnieuw kiezen. U kunt deze knop ook gebruiken om een onderbrekingstijd in te stellen tussen of na nummers, bijvoorbeeld als er internationale nummers worden gekozen.
  • Pagina 33 (21) Numerieke toetsen Worden gebruikt om fax- en telefoonnummers en tekens in te voeren. Opmerking Het apparaat maakt piepgeluiden als er knoppen op het bedieningspaneel worden ingedrukt. U kunt het geluidsvolume aanpassen via Geluidsregeling (Sound control) bij Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings). Gebruikersinstellingen apparaat...
  • Pagina 34 Informatie over de stroomvoorziening van het apparaat Controleer of de printer is ingeschakeld Het apparaat in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer...
  • Pagina 35 Controleer of de printer is ingeschakeld Het lampje van de modusknop of de knop MENU brandt blauw wanneer het apparaat is ingeschakeld. Als een lampje van deze knoppen brandt, is het apparaat ingeschakeld, zelfs als het LCD-scherm is uitgeschakeld. Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
  • Pagina 36 Het apparaat in- en uitschakelen Het apparaat inschakelen Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat in te schakelen. Het lampje van de knop KOPIËREN (COPY) knippert en blijft daarna blauw branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking Het kan enige tijd duren voordat het apparaat met afdrukken begint nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
  • Pagina 37 Belangrijk Controleer of alle lampjes op het bedieningspaneel uit zijn wanneer u het netsnoer loskoppelt nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld. Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Opmerking Het apparaat kan geen faxen verzenden of ontvangen als het is uitgeschakeld. Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 38 Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Controleer de stekker/het netsnoer eenmaal per maand om er zeker van te zijn dat geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet. De stekker/het netsnoer is heet. De stekker/het netsnoer is roestig. De stekker/het netsnoer is verbogen. De stekker/het netsnoer is versleten.
  • Pagina 39 Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk Druk op de knop AAN (ON) en controleer daarna of alle lampjes op het bedieningspaneel uit zijn wanneer u het netsnoer uit het stopcontact haalt. Als u het netsnoer loskoppelt voordat alle lampjes op het bedieningspaneel uit zijn, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit afnemen.
  • Pagina 40 LCD en bedieningspaneel U kunt het apparaat gebruiken om zonder computer te kopiëren, faxen te verzenden/ontvangen, originelen te scannen of foto´s op een USB-flashstation af te drukken. U kunt de verschillende functies van het apparaat ook probleemloos gebruiken via het menuscherm en het instellingenscherm op het LCD-scherm.
  • Pagina 41 Druk op de middelste Functie (Function)-knop. Het scherm Instellingen ontvangstmodus (Receive mode settings) wordt weergegeven. Druk op de rechter Functie (Function)-knop om TX-beeldkwal. (TX image qlty) te selecteren. Het scherm Instel. TX-beeldkwaliteit (TX image quality settings) wordt weergegeven.
  • Pagina 42 Cijfers, letters en symbolen invoeren Op het apparaat kunt u tekens invoeren met de numerieke toetsen wanneer u informatie invoert, zoals een toestelnaam, de naam van een ontvanger voor verkort kiezen en dergelijke. De invoermodus wijzigen Het apparaat heeft drie invoermodi: kleine letters, hoofdletters en cijfers. U kunt de numerieke toetsen gebruiken om tekens in elke invoermodus in te voeren.
  • Pagina 43 Druk op de knop om de cursor te verplaatsen onder de positie waar u de tekst wilt bewerken. Een spatie invoegen Druk op de rechter Functie (Function)-knop om Spatie (Space) te selecteren. U kunt een spatie invoegen na en tussen tekens. Een teken invoegen Plaats de cursor onder het teken rechts naast de invoegpositie en voer vervolgens het teken in.
  • Pagina 44 Papier/originelen plaatsen Papier plaatsen Originelen plaatsen Het USB-flashstation plaatsen...
  • Pagina 45 Papier plaatsen Normaal papier/fotopapier plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Afdrukgebied...
  • Pagina 46 Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier.
  • Pagina 47 Plaats het papier in het midden van de voorste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN. Duw de papierstapel helemaal tegen de achterzijde van de voorste lade. Verschuif de rechter papiergeleider om de papiergeleiders tegen beide zijden van de papierstapel te schuiven. Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen het papier.
  • Pagina 48 Open het verlengstuk van uitvoerlade. Open de papieruitvoerlade. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de papieruitvoersteun uit. Belangrijk Zorg dat u de papieruitvoerlade opent tijdens het afdrukken. Als u de lade niet opent, kan het apparaat niet beginnen met afdrukken. Opmerking Na het plaatsen van papier Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen op het...
  • Pagina 49 Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen (Europa) en #10-enveloppen (VS) plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk Afdrukken van enveloppen vanuit het bedieningspaneel of vanuit een digitale camera wordt niet ondersteund.
  • Pagina 50 Gebruik de rechter papiergeleider om beide papiergeleiders helemaal open te schuiven. Plaats de enveloppen in het midden van de voorste lade MET DE ADRESZIJDE NAAR BENEDEN. De gevouwen klep van de envelop is omhoog gericht en bevindt zich aan de linkerzijde. Achterzijde Adreszijde Duw de enveloppen helemaal tegen de achterzijde van de voorste lade.
  • Pagina 51 Opmerking Plaats niet te veel enveloppen door deze op te stapelen totdat de bovenkant van de stapel de papiergeleiders raakt. Open het verlengstuk van uitvoerlade. Open de papieruitvoerlade. Open de papieruitvoerlade voorzichtig en trek de papieruitvoersteun uit. Belangrijk Zorg dat u de papieruitvoerlade opent tijdens het afdrukken. Als u de lade niet opent, kan het apparaat niet beginnen met afdrukken.
  • Pagina 52 Selecteer het formaat en type van de geplaatste enveloppen in het venster met afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 53 Mediumtypen die u kunt gebruiken Kies voor het beste afdrukresultaat papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse papiersoorten waarmee u het plezier van afdrukken kunt vergroten, zoals stickers, en papiersoorten voor foto's of documenten. Het verdient aanbeveling belangrijke foto's af te drukken op origineel Canon-papier.
  • Pagina 54 64 tot 105 g /m (17 tot 28 lb) (behalve origineel Canon-papier) Gebruik geen zwaarder of lichter papier (met uitzondering van papier van het merk Canon), anders kan het papier in het apparaat vast komen te zitten. Opmerkingen over het opslaan van papier Neem alleen het benodigde aantal vellen papier uit de verpakking, vlak voordat u gaat afdrukken.
  • Pagina 55 Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Enveloppen 5 enveloppen Origineel Canon-papier Opmerking Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen (behalve voor High Resolution Paper <HR-101N>).
  • Pagina 56 *2 Wij adviseren u de vorige afgedrukte envelop uit de papieruitvoerlade te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen. *3 Wanneer u papier in stapels plaatst, kan de afdrukzijde bij het invoeren worden gemarkeerd of wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd.
  • Pagina 57 Instellingen voor mediatype op het bedieningspaneel Verkrijgbare papiersoorten Mediumnaam Instellingen voor Type Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Normaal papier (Plain paper) Origineel Canon-papier Papier voor het afdrukken van foto's: Mediumnaam <Modelnummer> Instellingen voor Type Professioneel Foto Platinum <PT-101> Pro Platinum Glanzend Fotopapier 'voor frequent gebruik' <GP-501>...
  • Pagina 58 (17 lb)) Papier dat te dik is (dat meer weegt dan 105 g /m (28 lb), behalve origineel Canon-papier) Papier dat dunner is dan een briefkaart, inclusief gewoon papier of papier van een notitieblok dat kleiner is gemaakt (wanneer u afdrukt op papier dat kleiner is dan A5)
  • Pagina 59 Afdrukgebied Afdrukgebied Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Letter, Legal Enveloppen...
  • Pagina 60 Voor de beste afdrukkwaliteit wordt door het apparaat een marge aan iedere zijde van het papier vrijgelaten. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk.
  • Pagina 61 Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) 141,2 x 202,0 mm (5,56 x 7,95 inch) 203,2 x 289,0 mm (8,00 x 11,38 inch) 175,2 x 249,0 mm (6,90 x 9,80 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch) 94,8 x 144,4 mm (3,73 x 5,69 inch) 13 x 18 cm (5 x 7 inch) 120,2 x 169,8 mm (4,73 x 6,69 inch)
  • Pagina 62 Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 271,4 mm (8,00 x 10,69 inch) Legal 203,2 x 347,6 mm (8,00 x 13,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied 32,5 mm (1,28 inch) 33,5 mm (1,32 inch) Afdrukgebied 3,0 mm (0,12 inch) 5,0 mm (0,20 inch) 6,4 mm (0,25 inch) 6,3 mm (0,25 inch)
  • Pagina 63 Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) Europees DL 98,8 x 179,5 mm (3,88 x 7,06 inch) US Comm. Env. #10 93,5 x 200,8 mm (3,68 x 7,90 inch) Aanbevolen afdrukgebied 8,0 mm (0,31 inch) 32,5 mm (1,28 inch) 5,6 mm (0,22 inch) 5,6 mm (0,22 inch)
  • Pagina 64 Originelen plaatsen De locatie voor het plaatsen van originelen Originelen op de glasplaat plaatsen Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen Originelen plaatsen voor elke functie Originelen die u kunt plaatsen...
  • Pagina 65 De locatie voor het plaatsen van originelen U kunt originelen op twee locaties in het apparaat plaatsen: de glasplaat en de ADF (automatische documentinvoer). Selecteer de positie waar u het origineel wilt plaatsen op basis van het formaat, type of de methode van gebruik.
  • Pagina 66 Originelen op de glasplaat plaatsen U kunt originelen die u wilt kopiëren, faxen of scannen op de glasplaat plaatsen. Plaats een origineel op de glasplaat. Open de documentklep. Belangrijk Raak bij het openen of sluiten van de documentklep de knoppen en het LCD-scherm op het bedieningspaneel niet aan.
  • Pagina 67 Belangrijk Let erop dat u de documentklep sluit nadat u het origineel op de glasplaat hebt geplaatst, voordat u begint met kopiëren, faxen of scannen.
  • Pagina 68 Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen U kunt een document dat u wilt kopiëren, faxen of scannen in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen. Opmerking Als u een document met optimale kwaliteit wilt scannen, plaatst u het op de glasplaat. Controleer of alle originelen van de glasplaat zijn verwijderd.
  • Pagina 70 Originelen plaatsen voor elke functie Mogelijk moet u het origineel in een andere positie plaatsen, afhankelijk van de functie die u hebt geselecteerd voor kopiëren, faxen, scannen en dergelijke. Plaats het origineel in de juiste positie op basis van de geselecteerde functie. Als u het origineel niet correct plaatst, wordt het mogelijk niet juist gescand. Het origineel uitgelijnd met de positiemarkering plaatsen Plaats originelen om te kopiëren of te faxen...
  • Pagina 71 Eén afgedrukte foto, briefkaart, visitekaartje of disc scannen met een toepassing op een computer Plaats het origineel MET DE TE SCANNEN ZIJDE OMLAAG en leg het minstens op 10 mm (0,4 inch) afstand van de randen van de glasplaat. Twee of meer originelen plaatsen op de glasplaat Twee of meer afgedrukte foto's scannen met Foto kopiëren (Photo copy) In de scanmodus, - selecteer Automatische scan (Auto scan) voor Doc.type om twee of meer afgedrukte foto's,...
  • Pagina 72 Originelen die u kunt plaatsen U kunt de volgende originelen op de glasplaat of in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen. glasplaat Item Details - Tekstdocumenten, tijdschriften of kranten Typen originelen - Afgedrukte foto, ansichtkaart, visitekaartje of schijf (bd/dvd/cd, enzovoort) - Documenten die niet geschikt zijn voor de ADF Grootte (breedte x hoogte) Maximaal 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inch) Aantal...
  • Pagina 73 Het USB-flashstation plaatsen Het USB-flashstation plaatsen Het USB-flashstation verwijderen...
  • Pagina 74 Het USB-flashstation plaatsen Afdrukbare afbeeldingsgegevens Dit apparaat accepteert en afbeeldingen die zijn gemaakt met een digitale camera die voldoet aan het Design rule for Camera File system (compatibel met Exif 2.2/2.21/2.3), TIFF (compatibel met Exif 2.2/2.21/2.3). Andere typen afbeeldingen of films, zoals RAW-afbeeldingen, kunnen niet worden afgedrukt.
  • Pagina 75 Het USB-flashstation verwijderen Controleer of het apparaat geen gegevens leest van of schrijft naar het USB- flashstation. Tijdens dergelijke bewerkingen wordt een bericht weergegeven op het LCD-scherm. Belangrijk Verwijder het USB-flashstation niet en zet het apparaat niet uit terwijl een lees- of schrijfbewerking plaatsvindt.
  • Pagina 76 Een FINE-cartridge vervangen Een FINE-cartridge vervangen De inktstatus controleren...
  • Pagina 77 Een FINE-cartridge vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, wordt het bericht op het LCD weergegeven om u op de hoogte te brengen van het probleem. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Een bericht verschijnt op het scherm Opmerking Meer informatie over geschikte FINE-cartridges vindt u in de gedrukte handleiding: Aan de Slag-gids.
  • Pagina 78 Open de papieruitvoerklep (E). Als de FINE-cartridgehouder naar de vervangingspositie wordt verplaatst, wordt het klepje over kop AUTOMATISCH GEOPEND. Let op Houd de FINE-cartridgehouder niet vast om deze te stoppen of te verplaatsen. Raak de FINE- cartridgehouder niet aan voordat deze helemaal stilstaat. Belangrijk Het klepje over kop wordt automatisch geopend nadat u de papieruitvoerklep hebt geopend.
  • Pagina 79 Verwijder de FINE-cartridge. Belangrijk Wees voorzichtig met de FINE-cartridge om vlekken op kleding en dergelijke te voorkomen. Houd bij het weggooien van een lege FINE-cartridge rekening met de plaatselijke regelgeving met betrekking tot afvalverwerking. Bereid een nieuwe FINE-cartridge voor. Haal de nieuwe FINE-cartridge uit de verpakking en verwijder de oranje beschermtape voorzichtig.
  • Pagina 80 Als u schudt met een FINE-cartridge, kunt u inkt morsen en vlekken op uw handen en dergelijke krijgen. Ga voorzichtig te werk met FINE-cartridges. Zorg dat er geen vlekken op uw handen en dergelijke komen door de inkt op de verwijderde beschermtape.
  • Pagina 81 Belangrijk Controleer of de FINE-cartridge correct is geïnstalleerd. Het apparaat kan alleen afdrukken maken als zowel de kleuren FINE-cartridge als de zwarte FINE-cartridge is geplaatst. Plaats daarom beide cartridges. Sluit de papieruitvoerklep (H). Opmerking Als het foutbericht wordt weergegeven nadat de papieruitvoerklep is gesloten, voert u de vereiste stappen uit.
  • Pagina 82 De inktstatus controleren De inkstatus controleren met het LCD op het aparaat U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm. De inktstatus controleren vanaf uw computer...
  • Pagina 83 De inkstatus controleren met het LCD op het aparaat Opmerking De inktvoorraaddetector is op het apparaat bevestigd om de resterende inktvoorraad te detecteren. De voorraad wordt als vol beschouwd wanneer u een nieuwe FINE-cartridge installeert. Daarna detecteert het apparaat de resterende inktvoorraad. Als u een gebruikte FINE-cartridge installeert, is de aangegeven inktvoorraad mogelijk niet correct.
  • Pagina 84 Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer Het apparaat reinigen...
  • Pagina 85 Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren De printkop uitlijnen...
  • Pagina 86 Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten onduidelijk zijn of de kleuren niet correct worden afgedrukt, zijn de spuitopeningen van printkop (FINE-cartridge) waarschijnlijk verstopt. Voer de onderstaande procedure uit om het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken, de conditie van de spuitopeningen van de printkop te controleren en vervolgens de printkop te reinigen.
  • Pagina 87 Stap 2 Reinig de printkop. Vanaf het apparaat De printkop reinigen Vanaf de computer De printkoppen reinigen vanaf de computer Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd: Stap 3 Voer een diepte-reiniging van de printkop uit.
  • Pagina 88 Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de FINE-cartridge die bijna leeg is.
  • Pagina 89 Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. Controleer het raster op ontbrekende lijnen en de aanwezigheid van horizontale witte strepen. Geen ontbrekende lijnen/geen horizontale witte strepen Lijnen ontbreken/er zijn horizontale witte strepen aanwezig Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt Selecteer het raster in het bevestigingsscherm dat het dichtst in de buurt komt van het controleraster voor de spuitopeningen dat u hebt afgedrukt.
  • Pagina 90 Voor toegang tot andere beschikbare functies drukt u op de modusknoppen of de knop MENU. Voor (lijnen ontbreken of er zijn horizontale witte strepen aanwezig) in raster of raster (2), of zowel in raster als raster (2): De reiniging is vereist. Selecteer Ook B (Also B) en druk op de knop OK. Het bevestigingsscherm met reinigingsinformatie wordt weergegeven.
  • Pagina 91 De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt.
  • Pagina 92 Voor toegang tot andere beschikbare functies drukt u op de modusknoppen of de knop MENU. Als het probleem niet is opgelost nadat u de printkop tweemaal hebt gereinigd, voert u de diepte- reiniging van de printkop uit. Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren...
  • Pagina 93 Een diepte-reiniging van de printkop uitvoeren Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd door de normale reiniging van de printkop, moet u een diepte- reiniging van de printkop uitvoeren. Bij een diepte-reiniging van de printkop wordt meer inkt verbruikt dan bij een normale reiniging van de printkop. Het is daarom raadzaam de diepte-reiniging van de printkop alleen uit te voeren als het echt nodig is.
  • Pagina 94 Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Als het probleem niet is opgelost, schakelt u het apparaat uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur later nogmaals uit. Verwijder de stekker niet als u het apparaat uitschakelt. Als het probleem nog steeds niet is opgelost, vervangt u de FINE-cartridge door een nieuwe. Een FINE-cartridge vervangen Als het probleem nog steeds niet is verholpen nadat de FINE-cartridge is vervangen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 95 De printkop uitlijnen Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen. Opmerking Als de inkt bijna op is, wordt het uitlijningsblad niet correct afgedrukt. Vervang de FINE-cartridge die bijna leeg is.
  • Pagina 96 Belangrijk Raak de afdruk op het uitlijningsblad niet aan. Voorkom dat het uitlijningsblad vuil wordt. Als het blad vlekken vertoont of gekreukt is, wordt het mogelijk niet juist gescand. Als het bericht 'Zijn de controlerasters correct afgedrukt? (Did the patterns print correctly?)' wordt weergegeven, bevestigt u dat het raster goed is afgedrukt, selecteert u Ja (Yes) en drukt u op OK.
  • Pagina 97 Opmerking Het uitlijningsblad kan niet worden gescand als dit in de ADF (automatische documentinvoer) is geplaatst. Sluit de documentklep voorzichtig en druk vervolgens op de knop OK. Het apparaat scant het uitlijningsblad en de printkoppositie wordt automatisch aangepast. Belangrijk Open de documentklep niet en verwijder het uitlijningsblad niet van de glasplaat voordat het aanpassen van de printkoppositie is voltooid.
  • Pagina 98 Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printkoppen reinigen vanaf de computer De binnenkant van het apparaat reinigen De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De printkop uitlijnen De positie van de printkop uitlijnen vanaf de computer De inktstatus controleren vanaf uw computer...
  • Pagina 99 De procedure voor het reinigen van de printkop is als volgt: Reiniging (Cleaning) Selecteer Reiniging (Cleaning) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Klik op het pictogram Reiniging (Cleaning) Als u het dialoogvenster opent, selecteert u de inktgroep die moet worden gereinigd.
  • Pagina 100 Voer de diepte-reiniging uit Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik daarna op OK. Klik op OK in het bevestigingsbericht. De diepte-reiniging wordt gestart. Voltooi de diepte-reiniging Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt geopend na het bevestigingsbericht. Controleer de resultaten Klik op de knop Controleraster afdrukken (Print Check Pattern) om te controleren of de afdrukkwaliteit is verbeterd.
  • Pagina 101 De procedure voor het reinigen van de onderste plaat is als volgt: Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) Selecteer Reiniging (Cleaning) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Klik op het pictogram Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning) Het dialoogvenster wordt geopend.
  • Pagina 102 Reiniging rollen (Roller Cleaning) Bereid het apparaat voor Verwijder al het papier uit de voorste lade. Selecteer Reiniging (Cleaning) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Klik op het pictogram Reiniging rollen (Roller Cleaning). Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
  • Pagina 103 De procedure voor het afdrukken van een controleraster is als volgt: Controle spuitopening (Nozzle Check) Selecteer Testafdruk (Test Print) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Klik op het pictogram Controle spuitopening (Nozzle Check) Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
  • Pagina 104 De printkop uitlijnen Wanneer u de positie van de printkop aanpast, worden fouten in de printkoppositie gecorrigeerd en foutieve kleuren en streepvorming verbeterd. Als het afdrukresultaat ongelijkmatig is vanwege verschoven lijnen of andere fouten, past u de positie van de printkop aan. Op dit apparaat kunt u de printkop automatisch of handmatig aanpassen.
  • Pagina 105 Pas de instellingen toe Klik op Toepassen (Apply) en klik op OK in het bevestigingsbericht. Selecteer Testafdruk (Test Print) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Klik op het pictogram Uitlijning printkop (Print Head Alignment) Een bericht verschijnt op het scherm.
  • Pagina 106 Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare verticale strepen (B) Meest zichtbare verticale strepen Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn.
  • Pagina 107 Opmerking Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, selecteert u de instelling waarbij de verticale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare verticale strepen (B) Meest zichtbare verticale strepen Bevestig het weergegeven bericht en klik op OK Het derde raster wordt afgedrukt.
  • Pagina 108 (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen Opmerking Wanneer de uitlijning van de printkop voltooid is, kunt u afdrukken en de huidige instellingen controleren. Klik daarvoor op het pictogram Uitlijning printkop (Print Head Alignment) en klik in het weergegeven bericht op Uitlijningswaarde afdrukken (Print Alignment Value).
  • Pagina 109 Het apparaat reinigen De buitenkant van het apparaat reinigen De glasplaat en de documentklep reinigen De ADF (automatische documentinvoer) reinigen De papierinvoerrol reinigen Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen...
  • Pagina 110 De buitenkant van het apparaat reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 111 De glasplaat en de documentklep reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 112 De ADF (automatische documentinvoer) reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 113 Verwijder papierstof van de binnenkant van de klep van de documentinvoer een zachte, schone, pluisvrije en droge doek. Sluit daarna de klep van de documentinvoer door erop te drukken totdat deze vastklikt. Sluit de documentlade.
  • Pagina 114 De papierinvoerrol reinigen Als de papierinvoerrol vuil is of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrol. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is. U moet het volgende voorbereiden: drie vellen gewoon papier van A4- of Letter- formaat Controleer of het apparaat aan staat.
  • Pagina 115 Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw weergegeven. Opmerking Voor toegang tot andere beschikbare functies drukt u op de modusknoppen of de knop MENU. Als het probleem nog steeds niet is verholpen na het reinigen van de papierinvoerrol, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 116 Het binnenste van het apparaat reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van het apparaat. Als het binnenste van het apparaat vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen.
  • Pagina 117 Plaats alleen dit vel papier met de rug van de vouwen naar boven gericht in de voorste lade, waarbij de rand van de helft zonder vouw van u af is gericht. (10) Open het verlengstuk van uitvoerlade, open de papieruitvoerlade en trek de papieruitvoersteun uit.
  • Pagina 118 De uitstekende delen binnen in het apparaat reinigen Belangrijk Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen. - Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
  • Pagina 119 De apparaatinstellingen wijzigen Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm...
  • Pagina 120 Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen De inktstatus controleren vanaf uw computer Een gewijzigd afdrukprofiel registreren De te gebruiken inktpatroon instellen De stroomvoorziening van het apparaat beheren Het geluidsvolume van het apparaat verlagen De bedieningsmodus van het apparaat wijzigen...
  • Pagina 121 U kunt het resterende inktniveau en de typen FINE-cartridges voor uw model bekijken. Selecteer Informatie inktniveau (Ink Level Information) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Er verschijnt een illustratie van de inkttypen en hun status. In geval van een waarschuwing of fout met betrekking tot het resterende inktniveau geeft het printerbesturingsbestand een pictogram weer.
  • Pagina 122 Een gewijzigd afdrukprofiel registreren U kunt het afdrukprofiel dat u hebt geselecteerd in het Dialoogvenster Afdrukken een naam geven en registreren. U kunt het geregistreerde afdrukprofiel voor gebruik oproepen via Instellingen (Presets). U kunt het onnodige afdrukprofiel ook verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren Stel de gewenste items in het dialoogvenster Afdrukken in Selecteer Huidige instellingen opslaan...
  • Pagina 123 Een afdrukprofiel verwijderen Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen • Als u Mac OS X v10.7 gebruikt Selecteer in het afdrukvenster Instellingen tonen... (Show Presets...) in het gedeelte Instellingen (Presets). Selecteer vervolgens in het dialoogvenster dat wordt weergegeven de naam van het afdrukprofiel dat u wilt verwijderen.
  • Pagina 124 U geeft als volgt de FINE-cartridge op: Selecteer Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Selecteer de FINE-cartridge die u wilt gebruiken Selecteer de FINE-cartridge die u gebruikt om af te drukken en klik op Toepassen (Apply).
  • Pagina 125 Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u het apparaat uit. Als u deze functie gebruikt, kunt u het apparaat niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma. Selecteer Stroomvoorzieningsinstellingen (Power Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Voer het uitzetten van de printer uit Klik op Printer uit (Power Off) en vervolgens op OK in het bevestigingsbericht.
  • Pagina 126 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt. Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: Selecteer Stille instellingen (Quiet Settings) in het pop-upmenu van Canon IJ Printer Utility Opmerking Als de computer niet kan communiceren met het apparaat, verschijnt er een bericht omdat de computer geen toegang heeft tot de informatie die is ingesteld op het apparaat.
  • Pagina 127 Zorg dat het apparaat is ingeschakeld en klik op Toepassen (Apply). Klik op OK in het bevestigingsbericht. De instellingen zijn geactiveerd. Opmerking De stille modus kan minder effect hebben, afhankelijk van de instellingen voor afdrukkwaliteit.
  • Pagina 128 Niet meer weergeven (Do not show again) in het weergegeven dialoogvenster in. Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, geeft u het pop-upmenu voor Canon IJ Printer Utility weer, selecteert u Aangepaste instellingen (Custom Settings) en schakelt u het selectievakje Hagaki afdrukken (Hagaki Printing) in.
  • Pagina 129 Koppen handmatig uitlijnen (Align heads manually) Gewoonlijk is de functie Uitlijning printkop (Print Head Alignment) bij Testafdruk (Test Print) in het pop-upmenu van de Canon IJ Printer Utility ingesteld op automatische uitlijning. U kunt dit echter wijzigen in handmatige uitlijning.
  • Pagina 130 De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm Faxinstellingen Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat Afdrukinstellingen mob. telefoon Bluetooth-instellingen PictBridge-afdrukinstellingen Taal kiezen Firmware bijwerken Instelling herstellen Informatie over ECO-instellingen Informatie over de Stille instelling...
  • Pagina 131 De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm In dit gedeelte wordt de procedure voor het wijzigen van de instellingen in het scherm Apparaatinstellingen (Device settings) beschreven. Daarbij worden de stappen voor het opgeven van de optie Uitbreiding kopiehoeveelheid (Extended copy amount) als voorbeeld genomen. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 132 Meer informatie over de verschillende instellingsitems: Faxinstellingen Afdrukinstell. LAN-instellingen Gebruikersinstellingen apparaat Afdrukinstellingen mob. telefoon Bluetooth-instellingen PictBridge-afdrukinstellingen Taal kiezen Firmware bijwerken Instelling herstellen Opmerking U kunt bij het instellen van het apparaat rekening houden met het milieu, door bijvoorbeeld standaard dubbelzijdig afdrukken in te stellen. Informatie over ECO-instellingen U kunt het geluid van de printer zachter zetten wanneer u gedurende de nacht afdrukt.
  • Pagina 133 Faxinstellingen In dit gedeelte worden de instellingen van FAX-instellingen (FAX settings) beschreven. Gebruikersinstellingen FAX (FAX user settings) Geavanc. FAX-instellingen (Advanced FAX settings) Automatische afdrukinstellingen (Auto print settings) Instellingen automatisch opslaan (Auto save setting) Beveiligingsbeheer (Security control) Handmatige instelling (Easy setup) Opmerking Voordat u deze instellingen wijzigt, kunt u de huidige instellingen controleren door de LIJST GEBRUIKERSGEGEVENS (USER'S DATA LIST) af te drukken.
  • Pagina 134 Als u AAN (ON) selecteert, kunt u de ID voor ontvangst op afstand instellen. Externe ontvangst • Kleuroverdracht (Color transmission) Hiermee stelt u in of u kleurendocumenten met de ADF wilt omzetten naar zwart-wit als het faxapparaat van de ontvanger geen ondersteuning biedt voor faxen in kleur. Als u Verbreken (Disconnect) kiest, worden er geen kleurendocumenten door het apparaat verzonden als het faxapparaat van de ontvanger geen ondersteuning biedt voor faxen in kleur.
  • Pagina 135 Als u het RX RAPPORT (RX REPORT) afdrukt, selecteert u Alleen fout afdrukken (Print error only) of Afdrukken voor elke RX (Print for each RX). • Afdrukken bij geen inkt (Print when out of ink) Hiermee kunt u instellen of het apparaat ontvangen faxen moeten blijven afdrukken zonder deze op te slaan in het apparaatgeheugen wanneer de inkt op is.
  • Pagina 136 Afdrukinstell. • Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion) Gebruik deze instelling alleen als er vlekken op het afdrukoppervlak ontstaan. Belangrijk Stel dit item na het afdrukken weer in op UIT (OFF), omdat dit tot een lagere afdruksnelheid of - kwaliteit kan leiden. •...
  • Pagina 137 LAN-instellingen • Draadloos/bedraad wijzigen (Change wireless/wired) Hiermee activeert u draadloos LAN of bedraad LAN. U kunt draadloos/bedraad LAN ook uitschakelen. • Instellingen draadloos LAN (Wireless LAN setup) Hiermee selecteert u de instelmethode voor de draadloze LAN-verbinding. Opmerking U kunt dit menu ook weergeven door Instell. draadl.LAN (WLAN setup) te selecteren in het menuscherm.
  • Pagina 138 IPsec-instellingen (IPsec Inschakelen (ESP)/Inschakelen (ESP & AH)/Inschakelen (AH)/ settings) Inactief Vooraf gedeelde sleutel XXXXXXXXXXXXXXXX (Pre-shared key) Printernaam (Printer name) XXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXX Bonjour-servicenaam XXXXXXXXXXXXX (Bonjour service name) XXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXX ('XX' staat voor alfanumerieke tekens.) • Lijst LAN-instellingen (LAN setting list) De lijst met instellingen voor bekabeld LAN van dit apparaat wordt op het LCD-scherm weergegeven.
  • Pagina 139 Wanneer u items instelt wanneer u WSD gebruikt (een van de netwerkprotocollen die worden ondersteund in Windows 7 en Windows Vista). WSD in/uitschakelen (Enable/disable WSD) Hiermee selecteert u of WSD is in- of uitgeschakeld. Opmerking Wanneer deze is ingeschakeld, wordt het printerpictogram weergegeven in de netwerkverkenner in Windows 7 en Windows Vista.
  • Pagina 140 Wanneer u de netwerkinstellingen initialiseert met IJ Network Tool: Netwerkinstellingen van het apparaat initialiseren...
  • Pagina 141 Gebruikersinstellingen apparaat • Instelling datum/tijd (Date/time setting) Hiermee kunt u de huidige datum en tijd instellen. Informatie over de afzender instellen • Indeling datumweergave (Date display format) Hiermee selecteert u de notatie van datums die worden weergegeven op het LCD-scherm en die worden afgedrukt op verzonden faxen en foto's.
  • Pagina 142 Hiermee schakelt u herhaling van de invoer in of uit door de knop , + of - ingedrukt te houden terwijl u het aantal kopieën, de weergegeven foto op het LCD-scherm, het zoompercentage, enzovoort, instelt.
  • Pagina 143 Afdrukinstellingen mob. telefoon Wanneer u afdrukt vanaf een mobiele telefoon via Bluetooth-communicatie, selecteert u hier afdrukinstellingen zoals paginaformaat, mediumtype en dergelijke. Raadpleeg voor meer informatie over afdrukken vanaf een mobiele telefoon via Bluetooth-communicatie: Afdrukken vanaf een mobiele telefoon via Bluetooth-communicatie Opmerking Dit menu wordt alleen weergegeven wanneer de optionele Bluetooth-eenheid is aangesloten.
  • Pagina 144 De naam van dit apparaat, die wordt weergegeven op een Bluetooth-compatibel apparaat. Als u bijvoorbeeld ´XXX-2´ instelt, is de apparaatnaam die op het Bluetooth-apparaat wordt weergegeven 'Canon XXX-2'. De standaardwaarde is ´XXX-1´ (waarbij 'XXX' staat voor de naam van uw apparaat).
  • Pagina 145 PictBridge-afdrukinstellingen U kunt de afdrukinstellingen wijzigen wanneer u afdrukt vanaf een PictBridge-compatibel apparaat. Stel de afdrukinstellingen op het PictBridge-compatibele apparaat in op Standaard (Default) als u wilt afdrukken met de instellingen op het apparaat. Afdrukinstellingen wijzigen vanaf het PictBridge-compatibele apparaat: Instellingen op een PictBridge-compatibel apparaat Pg.form.
  • Pagina 146 Afhankelijk van het type foto worden rode ogen mogelijk niet gecorrigeerd of worden andere delen dan de ogen gecorrigeerd.
  • Pagina 147 Taal kiezen Hiermee wijzigt u de taal voor berichten en menu's op het LCD-scherm.
  • Pagina 148 Firmware bijwerken U kunt de firmware van het apparaat bijwerken, de firmwareversie controleren of instellingen selecteren voor een DNS-server en een proxyserver. Opmerking Als LAN uitschakelen (Disable LAN) is geselecteerd voor Draadloos/bedraad wijzigen (Change wireless/wired) bij LAN-instellingen (LAN settings), is alleen Huidige versie controleren (Check current version) beschikbaar.
  • Pagina 149 Instelling herstellen Hiermee worden alle standaardinstellingen van het apparaat hersteld. Sommige instellingen worden echter mogelijk niet gewijzigd, afhankelijk van de huidige staat van het apparaat. • Alleen webservice instellen (Web service setup only) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van de instellingen voor de webservice. Opmerking U kunt de standaardinstellingen van de webservice weer instellen met Webservice herstellen (Reset Web service setup) bij Webservice instellen (Web service setup).
  • Pagina 150 Informatie over ECO-instellingen U kunt automatisch dubbelzijdig afdrukken als standaardinstelling opgeven. Volg de onderstaande procedure om de instellingen op te geven. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld Druk op de knop MENU. Het menuscherm wordt weergegeven. Selecteer ECO-instellingen (ECO settings) en druk op de knop OK.
  • Pagina 151 Informatie over de Stille instelling Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Bovendien kunt u de tijdsduur opgeven voor het verminderen van het geluid van het apparaat. Belangrijk Stel de huidige datum en tijd vooraf in.
  • Pagina 152 Opmerking U kunt de stille modus instellen vanuit het bedieningspaneel van het apparaat, het printerstuurprogramma of ScanGear (scannerstuurprogramma). Wat u ook gebruikt om de stille modus in te zetten, de modus wordt toegepast als u bewerkingen uitvoert vanuit het bedieningspaneel van het apparaat of als u afdrukt of scant vanaf de computer.
  • Pagina 153 Informatie over de netwerkverbinding Handige informatie over de netwerkverbinding...
  • Pagina 154 Handige informatie over de netwerkverbinding In de fabriek ingestelde waarden (netwerk) Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Info over netwerkinstellingen afdrukken...
  • Pagina 155 Inschakelen (Enable) Time-outinstelling (Timeout setting) 1 minuut (1 minute) Bonjour inschakelen/uitschakelen (Enable/disable Bonjour) Inschakelen (Enable) Servicenaam (Service name) Canon MX520 series LPR-protocolinstelling (LPR protocol setting) Inschakelen (Enable) PictBridge-communicatie (PictBridge communication) Inschakelen (Enable) DRX-instelling voor draadl. LAN (Wireless LAN DRX setting)
  • Pagina 156 Het apparaat op de computer aansluiten met een USB-kabel Sluit het apparaat en de computer aan met een USB-kabel (zie illustratie hieronder). De USB-poort bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat.
  • Pagina 157 Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd Wanneer de printer wordt gedetecteerd, ziet u mogelijk meerdere printers met dezelfde naam in het venster met detectieresultaten. Het MAC-adres of de printernaam die door Bonjour wordt gespecificeerd, wordt weergegeven aan het eind van de printernaam in het venster met detectieresultaten.
  • Pagina 158 Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Als u de computer wilt toevoegen die de printer verbindt met het LAN of als u de verbindingsmethode tussen de printer en de computer wilt wijzigen van USB in LAN, voert u de installatie uit met de Installatie-cd-rom.
  • Pagina 159 Info over netwerkinstellingen afdrukken U kunt de netwerkinstellingen van het apparaat, zoals het IP-adres en de SSID, afdrukken. Belangrijk Deze afdruk bevat belangrijke informatie over uw computer. Bewaar deze zorgvuldig. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld Plaats een normaal papier van A4- of Letter-formaat.
  • Pagina 160 geen (none)/auto/open/gedeeld Verificatie (Authentication) Verificatiemethode (shared)/WPA-PSK/WPA2-PSK Signaalsterkte (Signal Signaalsterkte 0 tot 100 [%] Strength) TCP/IP-versie (TCP/IP TCP/IP-versie IPv4 en IPv6/IPv4 Version) IPv4 IP-adres (IPv4 IP Geselecteerd IP-adres XXX.XXX.XXX.XXX Address) (IPv4) IPv4 standaardgateway (IPv4 Standaardgateway (IPv4) XXX.XXX.XXX.XXX Default Gateway) Subnetmasker (Subnet Subnetmasker XXX.XXX.XXX.XXX Mask)
  • Pagina 161 Bonjour-servicenaam Bonjour-servicenaam (maximaal 52 Bonjour-servicenaam (Bonjour Service Name) tekens) PictBridge-commun. Inschakelen (Enable)/Uitschakelen PictBridge-communicatie (PictBridge Commun.) (Disable) DNS-server automatisch DNS-server (DNS Server) Auto/Handmatig (Manual) opvragen Primaire server (Primary Adres van primaire server XXX.XXX.XXX.XXX Server) Secundaire server Adres van secundaire XXX.XXX.XXX.XXX (Secondary Server) server Inschakelen (Enable)/Uitschakelen Proxyserver (Proxy Server)
  • Pagina 162 Over netwerkcommunicatie Netwerkinstellingen wijzigen en controleren Bijlage voor netwerkcommunicatie...
  • Pagina 163 Netwerkinstellingen wijzigen en controleren IJ Network Tool Venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen De instellingen wijzigen op het tabblad Bedrade LAN...
  • Pagina 164 IJ Network Tool starten Selecteer Toepassingen (Applications) in het menu Ga (Go) van Finder, dubbelklik op Canon Utilities > IJ Network Tool en dubbelklik daarna op het pictogram Canon IJ Network Tool. Opmerking U kunt IJ Network Tool ook starten door te klikken op Netwerk- instellingen (Network Settings) in Apparaat- instellingen en onderhoud (Device Settings &...
  • Pagina 165 Venster Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Hulpprogramma's (Utilities) Hiermee past u de instellingen van het apparaat aan. Selecteer deze optie om de netwerknaam (SSID) te wijzigen.
  • Pagina 166 Deze optie is uitgeschakeld als Hulpprogramma's (Utilities) is geselecteerd. Klik hierop om het venster Configuratie (Configuration) weer te geven waarin u de instellingen van de geselecteerde printer kunt opgeven. Opmerking Dit item heeft dezelfde functie als Configuratie (Configuration) in het menu Instellingen (Settings).
  • Pagina 167 Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Update) in het venster Canon IJ Network Tool. Netwerkinformatie (Network Information) Hiermee geeft u het venster Netwerkinformatie (Network Information) weer, waarin u de netwerkinstellingen van de printer en de computer kunt controleren.
  • Pagina 168 Canon IJ Network Tool Help Hiermee wordt de online Help van de toepassing weergegeven.
  • Pagina 169 Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB-kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 170 Opmerking Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is hoofdlettergevoelig. 3. Zoeken... (Search...) Het venster Toegangspunten (Access Points) wordt weergegeven waarin u een toegangspunt kunt selecteren waarmee u verbinding wilt maken. Venster Toegangspunten (Access Points) Opmerking Als IJ Network Tool wordt utgevoerd via een LAN, is de knop lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
  • Pagina 171 Volgende IP-adres gebruiken (Use following IP address) Als er geen DHCP-serverfunctionaliteit beschikbaar is in de configuratie waarin u de printer gebruikt of als u een bepaald IP-adres gebruikt, selecteert u deze optie om een vast IP- adres te gebruiken. • Venster Toegangspunten (Access Points) Gevonden toegangspunten: (Detected Access Points:) De signaalsterkte van de toegangspunten, het coderingstype, naam van het toegangspunt en het radiokanaal kunnen worden gecontroleerd.
  • Pagina 172 gecodeerd. Geef in dit geval op dat dezelfde coderingsinstellingen moeten worden gebruikt als zijn ingesteld op het toegangspunt. Toegangspunten die niet kunnen worden gebruikt door dit apparaat (met inbegrip van toegangspunten die zijn geconfigureerd voor andere coderingstypen), worden lichtgrijs weergegeven en kunnen niet worden geconfigureerd.
  • Pagina 173 De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB-kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 174 Selecteer ASCII of Hex. 4. Sleutel-id: (Key ID:) Selecteer de sleutel-id (index) die is ingesteld op het toegangspunt. Opmerking Als de printer is aangesloten op een AirPort-basisstation via een LAN: Wanneer de printer via een LAN is aangesloten op een AirPort-basisstation, bevestigt u de instellingen bij Draadloze beveiliging (Wireless Security) van AirPort Utility.
  • Pagina 175 WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB-kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 176 De instellingen wijzigen op het tabblad Bedrade LAN Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Activeer de instelling voor bedraad LAN van de printer als u de instellingen op het tabblad Bekabeld LAN (Wired LAN) wilt wijzigen. Start IJ Network Tool.
  • Pagina 177 Instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Start IJ Network Tool. IJ Network Tool starten Selecteer de printer bij Printer: (Printers:). Klik op de knop Configuratie... (Configuration...). Klik op de knop Beheerwachtwoord (Admin Password). Het tabblad Beheerwachtwoord (Admin Password) wordt weergegeven. Wijzig of bevestig de instellingen.
  • Pagina 178 Status draadloos netwerk controleren Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u het apparaat via een bedraad LAN gebruikt, kunt u netwerkstatus niet controleren. Start IJ Network Tool. IJ Network Tool starten Selecteer de printer bij Printer: (Printers:).
  • Pagina 179 De draadloze verbinding gebruikt mogelijk dezelfde frequentieband als magnetrons of andere bronnen van radiostoring. Probeer de printer en het toegangspunt uit de buurt te houden van dergelijke bronnen. • Controleer of het radiokanaal van het toegangspunt in de buurt ligt van het kanaal van andere toegangspunten in de buurt.
  • Pagina 180 Voer de installatie daarom uit met de Installatie-cd-rom. Opmerking U kunt de netwerkinstellingen van de printer wijzigen met IJ Network Tool en een USB- verbinding nadat de LAN-instellingen zijn geïnitialiseerd. Als u de netwerkinstellingen wilt wijzigen met Canon IJ Network Tool, moet u eerst draadloos LAN activeren.
  • Pagina 181 Aangepaste instellingen weergeven Het venster Bevestiging (Confirmation) wordt weergegeven wanneer u de printerinstellingen in het venster Configuratie (Configuration) hebt gewijzigd. Wanneer u op OK klikt in het venster Bevestiging (Confirmation), wordt het volgende venster weergegeven waarin u de gewijzigde instellingen kunt controleren. Instellingen: (Settings:) Er wordt een lijst weergegeven met wijzigingen die zijn aangebracht in het venster Configuratie (Configuration).
  • Pagina 182 Bijlage voor netwerkcommunicatie De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Info over technische termen Beperkingen...
  • Pagina 183 De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Opmerking Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation De kaartsleuf kan alleen via een netwerk worden gebruikt als deze softwarematig is toegewezen.
  • Pagina 184 geheugenkaart mogelijk niet of langzaam worden uitgevoerd. Neem het apparaat pas in gebruik als het Toegang (Access)-lampje van het apparaat brandt. • Als u het netwerkstation voor de kaartsleuf opent via het netwerk, worden bestandsnamen van acht of minder kleine letters (zonder de extensie) wellicht weergegeven in hoofdletters. Een bestandsnaam zoals bijvoorbeeld 'abcdefg.doc', wordt weergegeven als 'ABCDEFG.DOC', terwijl een naam zoals 'AbcdeFG.doc' op ongewijzigd wordt weergegeven.
  • Pagina 185 Info over technische termen In dit gedeelte worden de technische termen beschreven die in de handleiding worden gebruikt. • Toegangspunt (Access Point) Een draadloze ontvanger of basisstation dat informatie ontvangt van draadloze clients/het apparaat en ze opnieuw uitzendt. Vereist in een infrastructuurnetwerk. •...
  • Pagina 186 • Gedeelde sleutel (Shared Key) Bij deze verificatiemethode wordt de communicatiepartner geverifieerd met de WEP-sleutel die is ingesteld voor codering. • Bonjour Een service die in het besturingssysteem Mac OS X is ingebouwd en die automatisch de apparaten detecteert die u met een netwerk kunt verbinden. •...
  • Pagina 187 Compatibel met 802.11b en 802.11g. • IP-adres Een uniek nummer bestaand uit vier delen, gescheiden door punten. Elk netwerkapparaat dat verbinding heeft met internet heeft een IP-adres. Voorbeeld: 192.168.0.1 Een IP-adres wordt normaal gesproken automatisch door een toegangspunt of door een DHCP- server van de router toegewezen.
  • Pagina 188 • Wachtwoord (WEP)/Wachtwoord (WEP-sleutel) (Password (WEP)/Password (WEP Key)) Een coderingsmethode die wordt gebruikt door IEEE 802.11. Gedeelde beveiligingssleutel die wordt gebruikt om gegevens te coderen en decoderen die worden verzonden via draadloze netwerken. Deze printer ondersteunt een sleutellengte van 64 bits of 128 bits, de sleutelindelingen ASCII-code en Hexadecimaal, en een sleutelnummer van 1 tot 4.
  • Pagina 189 Verzameling van communicatieprotocollen die worden gebruikt om verbinding te maken met hosts op internet of het LAN. Dit protocol maakt communicatie tussen verschillende terminals mogelijk. • TKIP Een coderingsprotocol dat wordt gebruikt door WPA/WPA2. • USB Seriële interface ontworpen om 'hot-swap' van apparaten mogelijk te maken door ze aan te sluiten en te verwijderen zonder het apparaat uit te schakelen.
  • Pagina 190 PIN-code: een verplichte instelmethode voor alle gecertificeerde WPS-apparaten. PBC (Push button configuration; drukknop): een drukknop op de hardware of een virtuele drukknop in de software.
  • Pagina 191 Beperkingen Als u een printer gebruikt via het draadloze LAN, herkent de printer mogelijk draadloze systemen in de buurt. U moet daarom een netwerksleutel (WEP, WPA of WPA2) instellen voor het toegangspunt om draadloze verzending te coderen. Draadloze communicatie met een product dat niet voldoet aan de Wi-Fi-standaard kan niet worden gegarandeerd.
  • Pagina 192 Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat...
  • Pagina 193 Handige informatie over inkt Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere toepassingen? Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De inkt wordt niet alleen gebruikt voor het maken van afdrukken, maar ook voor het reinigen van de printkop. Dit zorgt ervoor dat de optimale afdrukkwaliteit behouden blijft.
  • Pagina 194 Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de status van het apparaat voordat u gaat afdrukken! Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken.
  • Pagina 195 Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Als het ingestelde mediumtype niet overeenkomt met het geplaatste papier, zijn de afdrukresultaten mogelijk niet naar behoren. Nadat u papier hebt geplaatst, moet u het juiste mediumtype voor het geplaatste papier selecteren. Afdrukresultaten niet naar behoren Er zijn verschillende soorten papier: papier met een speciale coating voor het optimaal afdrukken van foto’s en papier dat geschikt is voor documenten.
  • Pagina 196 Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer worden verzonden in de wachtrij van het apparaat geplaatst en kunt u mogelijk niet meer afdrukken.
  • Pagina 197 Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker pas uit het stopcontact wanneer het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om het apparaat uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
  • Pagina 198 Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van het apparaat Let op het volgende wanneer u het apparaat vervoert. Belangrijk Wanneer u het apparaat voor reparatie verzendt Pak het apparaat in een stevige doos in en zorg dat het apparaat rechtop staat (de onderzijde bevindt zich aan de onderkant).
  • Pagina 199 Pak het apparaat in het beschermende materiaal in wanneer u het apparaat in de doos plaatst.
  • Pagina 200 Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het maken van kopieën en het scannen, afdrukken of het gebruiken van reproducties van de volgende documenten kan illegaal zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied. Papiergeld Postwissels Stortingsbewijzen...
  • Pagina 201 Circa 8,7 kg (circa 19,0 lb) Gewicht * Met geïnstalleerde FINE-cartridges. 1792 spuitopeningen in totaal (BK 640 spuitopeningen, C/M/Y elk Canon FINE-cartridge 384 spuitopeningen) A4 of Letter-formaat: max. 30 vellen (papier van 75 g /m / 20 lb), tot 4 mm / 0,16 inch hoog...
  • Pagina 202 (automatische terugval) Zwart: Ongeveer 3 seconden per pagina met een snelheid van 33.6 kbps (op basis van ITU-T No.1 chart voor VS-specificaties en Canon FAX Standard chart No.1 voor anderen, allebei in standaardmodus) Overdrachtssnelheid Kleur: Ongeveer 1 minuut per pagina met een snelheid van 33.6...
  • Pagina 203 Windows 8 Windows 7, Windows 7 SP1 Windows Vista SP1, Vista SP2 Besturingssysteem Windows XP SP3 alleen 32-bits Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie over het gebruik met Windows RT. Browser Internet Explorer 8 of hoger 3 GB Opmerking: voor installatie van de meegeleverde software.
  • Pagina 204 Windows 7, Windows Vista of Windows XP is geïnstalleerd. Windows: Internet Explorer 7, 8 of 9 is vereist voor de installatie van Easy-WebPrint EX. Easy-WebPrint EX voor Internet Explorer 9 kan worden gedownload van de Canon-website. Windows: sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij Windows Media Center.