1.3
Algemene aanwijzingen
De dag moet "geopend" zijn om een transactie te kunnen verrichten.
Bedragen moeten worden ingetypt zonder komma. Een bedrag van € 7,49 typt u in als [7] [4] [9]. Bedragen
van € 00,00 zijn niet toegestaan.
Per transactie geldt een limiet voor het bedrag. De maximum toegestane bedragen bij een transactie zijn per
bank, creditcardmaatschappij of chipkaart verschillend en zijn aan wijzigingen onderhevig. Ze zijn daarom niet
opgenomen in deze handleiding.
In de handleiding wordt gesproken over een <OK>, <STOP> en <CORR> toets. Deze toetsen hebben op de
betaalautomaat een kleur. <OK> is groen, <STOP> is rood en <CORR> is geel.
Met de toets <CORR> kunt u de laatst ingevoerde regel corrigeren.
U kunt transacties onderbreken door op <STOP> te drukken. Op de display verschijnt dan het verkoopmenu,
u kunt dan weer een nieuwe transactie verrichten. Wanneer de kaarthouder het bedrag heeft goedgekeurd
met <OK>, is onderbreken niet meer mogelijk.
U laat de kaarthouder zelf de betaalkaart insteken in de chipkaartlezer of door de magneetkaartlezer halen.
Chipkaarten kunnen maar op één manier ingevoerd worden:
Via de chipkaartlezer (kaart insteken aan de voorkant van uw betaalautomaat).
Betaalkaarten kunnen op twee manieren ingevoerd worden:
Via de chipkaartlezer (kaart insteken aan de voorkant van uw betaalautomaat)
Via de magneetkaartlezer (doorhalen aan de zijkant van uw betaalautomaat)
Uw betaalautomaat kan detecteren of een betaalkaart voorzien is van een (EMV-)chip. De display zal u dan
verzoeken de chipkaartlezer te gebruiken.
Het toetsenbord van uw betaalautomaat kan beschermd worden door een privacy shield. Het is toegestaan
om de VX670 zowel met als zonder privacy shield te gebruiken.
Gebruik geen storende (antenne) apparatuur binnen 2 meter rond de betaalautomaat. Denk aan een
draadloze handtelefoon met basisstation, een GSM telefoon of een deactiveerplaat van beveiligingslabels.
De ruimte waarin de betaalautomaat zich bevindt is van invloed. Denk hierbij aan de temperatuur,
luchtvochtigheid of werken onder de grond. Dit kan het GSM/GPRS signaal beïnvloeden.
1.4
De SIM-kaart en GSM pincode
Uw betaalautomaat is mobiel en communiceert met behulp van een SIM-kaart.
Het is mogelijk dat een GSM/GPRS modem niet kan communiceren. In dat geval wordt in de display het volgende
symbool getoond:
1.
SIM-kaart niet aanwezig, niet geactiveerd of defect
Uw GSM SIM-kaart wordt door uw provider geactiveerd. Indien uw SIMkaart (nog) niet geactiveerd is, verzoeken
wij u eerst contact op te nemen met uw provider.
2.
GSM pincode is vereist maar nog niet ingevoerd
Meestal is uw GSM pincode al ingevoerd door een medewerker van CCV. Het invoeren van de GSM pincode is
een eenmalige actie om de SIM te activeren in de betaalautomaat. Hierna hoeft u geen GSM pincode meer in te
voeren. Om dit extra duidelijk te maken staat er in de display van uw betaalautomaat: 'VOER GEEN PIN IN!' (als
u bijvoorbeeld een managerwachtwoord moet intoetsen).
In het uitzonderlijke geval dat u zelf de SIM-kaart activeert in de betaalautomaat, moet u zelf eenmalig de GSM
pincode intoetsen. Let hierbij dan goed op het volgende.
In de display staat: 'VOER GEEN PIN IN' en 'GSM PIN CODE'. Dit klinkt tegenstrijdig maar alleen in dit geval
moet u wel uw GSM pincode invoeren. In de meeste gevallen is de GSM pincode (0000). Hierna is communicatie
mogelijk en hoeft de GSM pincode niet meer ingevoerd te worden.
x
Gebruikershandleiding V
670 (CID013/09032017)
. Dit heeft doorgaans twee oorzaken:
6