Gebruik
4
De verlichting bedienen
4.2.3
Omgevingsverlichting
4.2.3.1
Vanaf het bedieningspaneel van het lamphuis of op de wand
Fig. 53:
De omgevingsverlichting via de toetsenborden afstellen
Voor het bedieningspaneel wand, eerst het lamphuis
De omgevingsverlichtingskleur kiezen.
1. Drukken op Omgevingsverlichtingskleur modus
achteraan verlicht wordt.
Ø De omgevingsverlichting wordt met de laatste geselecteerde kleur geactiveerd.
2. Opnieuw drukken op Omgevingsverlichting Modus
De kleurencyclus is de volgende: wit, geel, groen, turkoois, blauw daarna paars.
Het verlichtingsniveau van de omgevingsverlichting aanpassen
1. Drukken op Omgevingsverlichtingmodus
Ø De knop wordt achteraan verlicht op het toetsenbord.
2. Drukken op Plus
3. Drukken op Min
52 / 116
7
8
11
2
9
om de lichtintensiteit van het lamphuis/de lamphuizen
7
om de lichtintensiteit van het lamphuis/de lamphuizen
9
7
9
kiezen dat gebruikt zal worden.
2
totdat de knop op het toetsenbord
11
om de gewenste kleur te selecteren.
11
.
11
8
11
te verhogen.
8
te verlagen.
8
Maquet PowerLED II
IFU 01811 NL 10