Eerste keer programmeren
Wacht nadat de stroom is ingeschakeld een minuut tot het
bericht Configurerend – Moment a.u.b. weergegeven
op het bediendeel. Hierna wordt het bericht PRESS ANY
KEY – TO SET UP weergegeven.
Met het bediendeel:
1. Druk op een willekeurige toets.
2. Selecteer uw taal.
3. Selecteer de standaardinstelling die u wilt laden.
U kunt uit verschillende standaardinstellingen kiezen.
4. Activeer de installateurmode.
5. Stel de tijd en datum in.
6. Als u het systeem wilt indelen in blokken, schakelt
u het gebruik van blokken nu in, voordat u verder
gaat met programmeren (
7. Selecteer Automatisch detecteren (
mode herkent het systeem automatisch eventuele
aanvullende randapparatuur die u toevoegt.
Randapparatuur installeren
Databussen voor randapparatuur
Het paneel heeft de volgende databussen:
• RS485-bus: deze wordt gebruikt voor
alle randapparatuur behalve camera's
en communicatiemodules.
• Intellibus: deze wordt alleen gebruikt voor camera's
en communicatiemodules. De Intellibus werkt met
een hogere snelheid die nodig is voor de overdracht
van videobeelden.
De randapparatuur op de databus krijgt een adres
toegewezen van twee of drie cijfers voorafgegaan door
het moduletype. Het eerste cijfer is de databus-id (1 voor
RS485 en 8 voor Intellibus). De overige cijfers vormen
het moduleadres op die bus. Houd er rekening mee dat
verschillende typen modules hetzelfde adres kunnen
hebben, maar dat modules van hetzelfde type verschillende
adressen moeten hebben.
Aansluiting op RS485-bus
Opmerking: Sluit geen camera's of ethernetmodules
aan op deze bus.
1. Voordat u de voeding inschakelt, moet u op elk
apparaat een geldig en uniek adres selecteren. In
de meeste apparaten kan het adres worden ingesteld
door middel van jumpers of een draaischakelaar. Let
op dat een Keyprox een adres van een bediendeel en
een MAX lezer gebruikt. Hiermee moet rekening
gehouden worden zodat er geen dubbele adressen
gebruikt wordt indien MAX lezers en Keyproxen
toegepast worden.
Randapparaat
Geldige
adressen
MK8-
0-7
bediendeel/prox
).
63 ent 1 ent 1 ent
). In deze
72 ent
TouchCenter
RIO/PSU
DCM-lezer
MAX
RF Portal
2. Sluit het paneel en de randapparaten aan de hand van
de informatie in de onderstaande tabellen in serie aan
met een RS485-datakabel tussen elk apparaat.
Opmerking: Gebruik geen lus- of sterconfiguraties.
U wordt ten zeerste aangeraden om afgeschermde
twisted pair-kabel te gebruiken (vergelijkbaar met
Belden 8723 cat 5/5E). Als de kabel korter is dan
100 meter, kan ook standaard 4-aderige kabel worden
gebruikt.
Opmerking: de afscherming van de kabel hoeft niet te
worden aangesloten. Als u er echter wel voor kiest om
de afscherming met de aarde te verbinden, doe dit dan
op slechts één punt in het systeem.
Paneel
Randapparatuur
+12 V
+ V in
−
GND
A
A
B
B
3. Sluit de +12V-terminals van randapparaten met
externe voeding niet aan op de +12V-terminal van het
paneel. U moet de 0V-pool (neutraal) van alle
voedingen echter wel aansluiten op een
aardingsreferentiepunt.
4. Plaats een 680Ω-eindweerstand aan het einde van
de bus.
Aansluiting op Intellibus
Opmerking: Sluit alleen camera's of een ethernetmodule
op deze bus aan. Het adresseren van de
modules op de Intellibus gaat automatisch.
1. Sluit elke communicatie module die nodig is aan terwijl
de voeding nog niet aangesloten is.
2. Sluit elke bevestigingsbeugel voor de Camera PIR's
aan op de Intellibus in een ster- en/of lustopologie.
Maak daarbij gebruik van de informatie in de
onderstaande tabel. Bevestig de Camera PIR zelf nog
niet.
Paneel
Randapparatuur
C
C
D
D
−
0 V
+12 V
+
3. Plaats bij aftakkingen langer dan 100 m alleen
een 120Ω-eindweerstand (EOL) op de twee langste
aftakkingen. Camera-PIR's hebben een geïntegreerde
eindweerstand die desgewenst met een jumper kan
worden geactiveerd.
4. Verwijder bij gebruik van twee of meer aftakkingen
de eindweerstand op het paneel.
4
0-2
2-12
0-3
0-7
0-15