Inhoudsopgave
Advertenties
6. STORINGEN
OPLOSSINGEN
OPGELET : De herstelwerkzaamheden mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd technicus wanneer de kachel
is uitgeschakeld met uitgetrokken stekker.
PROBLEMEN
De
houtkorrels
worden
niet
ingevoerd
in
de
verbrandingskamer.
Het vuur gaat uit of
de
kachel
valt
automatisch uit.
De
kachel
werkt
gedurende
enkele
minuten en schakelt
dan uit.
De
houtkorrels
stapelen zich op in de
verbrandingshaard,
de
deurruit
wordt
vuil en de vlam is
zwak.
Schéma électrique et pièces détachées
PELLETKACHEL (HOUTKORRELS)
INSTALLATIE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES
/
OORZAKEN
MOGELIJKE OORZAKEN
Houtkorrelreservoir is leeg.
1.
Schroef
zonder
2.
geblokkeerd.
Reductiemotor
van
3.
zonder einde is defect.
Elektronische kaart is defect.
4.
1. Houtkorrelreservoir is leeg.
2. De verbrandingskamer wordt niet
voorzien van houtkorrels.
3. Tussenkomst
veiligheidssonde
houtkorreltemperatuur.
4. De deur is niet volledig gesloten of
de dichtingen zijn versleten.
5. Niet-geschikte houtkorrels.
6. Zwakke aanvoer van houtkorrels.
7. Verbrandingskamer vuil.
8. Rookgasuitlaat verstopt.
9. Storing of defect van pressostaat.
10. Motor
van
de
rookafzuiging
beschadigd.
1. De aanschakelfase is niet beëindigd.
2. Tijdelijk gebrek aan stroom.
3. Rookgaskanaal verstopt.
4. Temperatuursonde
ondergaat een storing.
5. Bougie beschadigd.
1. Gebrek aan verbrandingslucht.
2. Vochtige of ongeschikte houtkorrels.
3. Motor van rookgasafzuigsysteem is
defect.
/
1. Het houtkorrelreservoir vullen.
einde
is
2. Het
schroef zonder einde deblokkeren.
de
schroef
3. De reductiemotor vervangen.
4. De elektronische kaart vervangen.
1. Het houtkorrelreservoir vullen.
2. Zie voorgaande oplossing.
3. De kachel volledig laten afkoelen, de
van
de
thermostaat resetten totdat de kachel
van
de
uitgaat
aanschakelen ; indien het probleem
niet is opgelost, contact opnemen met
de dienst technische bijstand.
4. De deur sluiten of
vervangen door originele dichtingen.
5. Type van houtkorrels veranderen en
een door de fabrikant erkende soort
kiezen.
6. De dosering en instelling controleren.
7. De
volgens
handleiding.
8. Het rookgaskanaal laten vegen.
9. De pressostaat vervangen.
10. De motor controleren en eventueel
is
laten vervangen.
1. De aanschakeling herhalen.
2. Zie voorgaande instructie.
3. Het rookgaskanaal laten vegen.
4. De sonde controleren en vervangen.
defect
of
5. De bougie controleren en vervangen.
1. De
controleren of alle openingen vrij zijn.
Een
verbrandingskamer uitvoeren en het
schoorsteenkanaal
Controleren of de luchtinlaat niet
verstopt is. De toestand van de
deurdichtingen controleren.
2. Veranderen van type van houtkorrels.
3. De motor controleren en eventueel
vervangen.
Service technique - Droits réservés à MCZ S.p.A. - Reproduction interdite
Hoofdstuk
Blz.
OPLOSSINGEN
reservoir
leegmaken
en
de
kachel
de dichtingen laten
verbrandingskamer
de
instructies
verbrandingshaard
reinigen
algemene
reiniging
laten
6
67
en
de
opnieuw
reinigen
van
de
en
van
de
vegen.
Advertenties
Inhoudsopgave
