9
0
A
9 Wijzigt de grootte van het steekpatroon. Meer bijzonderheden vindt u in "Het formaat van het patroon wijzigen" in het gedeelte
"Decoratief naaien".
0 Wijzigt de boven- en onderpositie van het patroon. Meer bijzonderheden vindt u in "Een patroon opnieuw uitlijnen" in het gedeelte
"Decoratief naaien".
A Wijzigt de linker- en rechterpositie van het patroon. (Toegepast op bepaalde modellen. Zie pagina B-8.) Meer bijzonderheden
over dit onderwerp vindt u in "Een patroon opnieuw uitlijnen" in het gedeelte "Decoratief naaien".
B Hiermee past u de persvoetdruk aan. Hoe hoger de waarde, des te groter de druk. Meer bijzonderheden over dit onderwerp vindt
u in "Persvoetdruk aanpassen" op pagina B-43.
C Wijzig de hoogte voor de persvoet als deze omhoog staat. (Toegepast op bepaalde modellen. Zie pagina B-8.)
D Wanneer deze op "ON" staat, wordt de dikte van de stof tijdens het naaien automatisch gedetecteerd door een interne sensor. Zo
wordt de stof soepel doorgevoerd. (Toegepast op bepaalde modellen. Zie pagina B-8.) Meer bijzonderheden over dit onderwerp
vindt u in "Automatisch stofsensor systeem (automatische persvoetdruk)" op pagina B-43.
E Wordt op "ON" gezet wanneer wordt genaaid in de vrijmodus/naaien uit de vrije hand. (Toegepast op bepaalde modellen. Zie
pagina B-8.) Meer bijzonderheden over dit onderwerp vindt u in "Naaien in de vrijmodus/naaien uit de vrije hand" op pagina B-44.
F Wijzig de hoogte waarop de persvoet wordt gezet, wanneer u de machine in de vrijmodus/naaien uit de vrije hand zet. (Toegepast
op bepaalde modellen. Zie pagina B-8.) Meer bijzonderheden over dit onderwerp vindt u in "Naaien in de vrijmodus/naaien uit de
vrije hand" op pagina B-44.
G Wijzig de hoogte waarop de persvoet moet worden gezet (draaihoogte), wanneer u de spilfunctietoets selecteert. (Toegepast op
bepaalde modellen. Zie pagina B-8.) Meer bijzonderheden over dit onderwerp vindt u in "Spilfunctie" op pagina B-43.
H
I
J
H Vermeldt of al dan niet bij iedere handeling een signaal te horen zal zijn. Meer bijzonderheden vindt u in "Bedieningssignaal" in het
gedeelte "Bijlage".
I Schakelt de lichten voor het naald- en werkvlak op blijvend "ON" of blijvend "OFF".
J Past de helderheid van de display aan.
K Wanneer de instelling op "ON" staat, worden verstevigingssteken genaaid aan het begin en/of eind van het naaiwerk voor een
patroon met verstevigingssteken, zelfs als u de achteruitsteektoets indrukt. Voor meer informatie, zie "Automatisch
verstevigingssteken naaien" op pagina B-37.
L Selecteer de invoergevoeligheid voor de bedieningstoetsen. Voor meer informatie, zie "Invoergevoeligheid voor
bedieningstoetsen aanpassen" op pagina B-14.
M Selecteert de schermtaal. Voor meer informatie, zie "Schermtaal kiezen" op pagina B-14.
N Geeft de programmaversie weer.
Memo
• Druk op
of op
B
C
D
K
L
M
om terug te gaan naar het oorspronkelijke scherm.
E
F
G
N
Basishandelingen B-13
DISPLAY
B