Het display toont de stappen van 37,0 °C, 37,1 °C, 37,2 °C, 37,3 °C en 37,4 °C. De nieuwe
waarde is nu opgeslagen en de T1-sensorkalibratie is gewijzigd.
De kalibratieprocedure is hetzelfde voor T1 – T12 (voor de MIRI
incubator met meerdere kamers) en T1 – T24 (voor de MIRI
met meerdere kamers).
"T1" wordt gebruikt om de bodemtemperatuur van compartiment 1 aan te
passen. "T7" wordt gebruikt om de temperatuur van het deksel in hetzelfde
compartiment aan te passen. Onthoud dat de delta-T tussen de boven- en
onderkant altijd 0,2 °C moet zijn.
Pas aan volgens een zeer nauwkeurige meting uitgevoerd met een geschikte
sensor die in een schaal met media en een overlay van minerale olie is geplaatst.
Plaats de schaal in een van de daarvoor bestemde plekken aangegeven op het
verwarmingselement.
Ga verder om te valideren of de temperatuur van het deksel precies 0,2 °C
hoger is dan de bodemtemperatuur.
Plak een geschikte en gekalibreerde sensor in het midden van het deksel en
sluit het deksel. Wacht 15 minuten en noteer de temperatuurmeting. Stel "T7" in
op het gewenste niveau volgens dezelfde procedure als hierboven beschreven. Het
kan nodig zijn om iteraties uit te voeren voordat de zone volledig is gekalibreerd.
13.5.1.2 CO
/O
-kalibratie
2
2
Hieronder ziet u de CO
Figuur 13.24 Beeld CO
- en O
2
Kalibreer de instelpunten van de CO
of "OMLAAG" te drukken.
IVF incubatoren met meerdere kamers uit de MIRI
- en O
-kalibratiemenupagina:
2
2
-kalibratie in de MIRI
®
2
kamers
- en O
-gasconcentratie door op de knop "OMHOOG"
2
2
TL12 IVF incubator
®
TL6 en MIRI
TL12 IVF incubatoren met meerdere
®
TL-familie gebruikershandleiding rev. 3.1
®
TL6 IVF
®
38