29
Onderhoud – transmissie
29.7
Onderhoud wielnaafaandrijving
Wanneer het oliepeil niet tot de controleboring (3) reikt:
De afsluitschroef van de vulboring (1) demonteren.
Nieuwe olie via de vulboring (1) bijvullen tot aan de controle-opening (3).
De afsluitschroef van de controleboring (3) en de afsluitschroef van de vulboring (1)
monteren, aandraaimoment =15 Nm.
Olie verversen
I
2
BX001-859
ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig.
LET OP! Schade aan de machine door onvakkundig uitgevoerde oliepeilcontrole, olie- en
filterelementwissel! De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole. Olie- en filterelementwissel
veilig uitvoeren" in acht nemen,
Het wiel zo positioneren dat de vulboring (1) zich in de hoogste positie bevindt (I).
De omgeving van de afsluitschroef van de vulboring (1) en de afsluitschroef van de
controleboring (3) grondig schoonmaken.
WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door onder druk uittredende hete
transmissieolie. Persoonlijke veiligheidsinrichting zoals handschoenen en veiligheidsbril
dragen en de afsluitschroef van de vulopening voorzichtig losmaken.
Om de druk af te bouwen, de afsluitschroef van de vulopening (1) voorzichtig uit een
zijwaartse positie openen.
ð De druk in de wielnaafaandrijving wordt gereduceerd.
De afsluitschroef van de olievulboring (1) monteren, aandraaimoment = 15 Nm.
Het wiel zo positioneren dat de aftapschroef (2) zich in de laagste positie bevindt (II).
Geschikte bak onder de aftapboring (2) zetten.
De afsluitschroef van de vulboring (1) en de aftapschroef (2) demonteren en de olie in de
tank aftappen.
De afsluitschroef van de controleboring (3) demonteren.
De aftapschroef (2) monteren, aandraaimoment = 15 Nm.
Nieuwe olie via de vulboring (1) tot aan de controle-opening (3) vullen.
De afsluitschroef van de controleboring (3) en de afsluitschroef van de vulboring (1)
monteren, aandraaimoment =15 Nm.
592
1
3
zie
II
1
Pagina 36.
Originele handleiding 150001257_04_nl
3
2
BiG X 580