23
Onderhoud - motor
23.10 Motorkoelmiddel
Om het brandstoffilter te ontluchten:
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
De gegevens in het volgende, meegeleverde document moet in acht worden genomen:
Handleiding motor, hoofdstuk "Brandstofinstallatie ontluchten".
Om lucht te laten ontsnappen de ontluchtingsschroef (2) opendraaien.
De bedieningshendel (1) naar links draaien tot de bedieningshendel (1) vrij omhoog kan
worden bewogen.
Pompbewegingen met de bedieningshendel (1) uitvoeren tot er brandstof bij de
ontluchtingsschroef (2) uit loopt.
Wanneer er brandstof uit loopt, de bedieningshendel (1)naar beneden zetten en door naar
rechts draaien vergrendelen.
De ontluchtingsschroef (2) erin draaien en eruit gelopen brandstof verwijderen.
23.10
Motorkoelmiddel
LET OP
Schade aan de koelinstallatie door gebruik van verkeerd koelmiddel
Wanneer een mengsel van silicaathoudend en silicaatvrij koelmiddel wordt gebruikt, kan dit
schade aan de koelinstallatie van de dieselmotor veroorzaken.
In geen geval een mengsel van silicaathoudend en silicaatvrij koelmiddel als
motorkoelmiddel gebruiken.
Het motorkoelsysteem is in de fabriek volgens Mercedes-Benz specificatie (blad 325,5 / blad
326,5) gevuld met koelmiddel die zorgt voor vorstbescherming, corrosiebescherming en verdere
beschermende werkingen.
Het motorkoelmiddel is een mengsel van water, anticorrosie- en antivriesmiddel.
Het motorkoelmiddel beschikt over de volgende eigenschappen:
•
Warmteoverdracht
•
Corrosiebescherming
•
Cavitatiebescherming (bescherming tegen putcorrosie)
•
Vorstbescherming
•
Verhoging van het kookpunt
Het motorkoelmiddel moet onafhankelijk van het jaargetijde in het motorkoelsysteem blijven,
ook in landen met hoge buitentemperaturen.
Wanneer motorkoelmiddel wordt vervangen, erop letten
•
dat alleen zuivere hulpmiddelen voor het vullen worden gebruikt.
•
dat in het motorkoelmiddel een aandeel van 50 vol-% anticorrosie- en antivriesmiddel zit.
Dit komt overeen met een vorstbescherming tot -37° C.
•
dat in de motorkoelmiddel het aandeel van 55 vol-% anticorrosie- en antivriesmiddel niet
wordt overschreden. Dit komt overeen met een vorstbescherming tot -45° C. Anders
verslechteren de vorstbescherming en de warmtetoevoer zich.
•
dat het motorkoelmiddel niet wordt vermengd met andere anticorrosie- en
antivriesmiddelen.
•
dat bij koelmiddelverlies niet alleen maar water wordt bijgevuld, maar met een evenredig
aandeel ook een vrijgegeven anticorrosie- en antivriesmiddel.
486
zie
Pagina 35.
Originele handleiding 150001257_04_nl
BiG X 580