• De zoomregelaar heeft twee snelheden. Het zoomen
vindt versneld plaats door de zoomregelaar verder naar
boven of naar beneden te schuiven.
Groothoek
3.
Druk op de sluitertoets om op te nemen.
LET OP
• Door een zoombewerking uit te voeren wordt de
lensopening veranderd.
• Bij het gebruiken van de telefoto instelling (inzoomen)
wordt het aanbevolen een statief te gebruiken om
bescherming te bieden tegen handbewegingen.
■
Overschakelpunt tussen optische zoom en
digitale zoom
Als u de zoomregelaar in de richting van [
van de bovenstaande procedure, zal de zoombewerking
stoppen wanneer de optische zoomfactor de maximale waarde
bereikt. Door de zoomregelaar even los te laten en vervolgens
opnieuw in de richting van [
overgeschakeld naar digitaal zoomen, dat u dan kunt gebruiken
om een nog grotere zoomfactor te verkrijgen.
• Wanneer de zoomaanwijzer voorbij de maximale grens van
Telefoto
de optische zoom gaat. De zoomstaafindicator geeft ook de
zoomfactor bij benadering aan.
Zoomstaafindicator
70
] houdt in stap 2
] te houden wordt
Digitale zoomindicator
Scherpstelbereik
(Weergegeven bij opnemen
met autofocus, macro of
handmatig scherpstellen.)
OPNEMEN VAN EEN FOTO