Veritas 9000A5
15
Ingebruikname
Strak
Achterkant van de stof
Bovendraad
Onderdraad
Draadspanning
Draadspanning
– Basisinstelling draadspanning: «4»
Losjes
– Om de spanning te verhogen, draaiknop voor de draadspanning op eerstvolgende hogere waarde draaien
– Om de spanning te verlagen, draaiknop voor de draadspanning op eerstvolgende lagere waarde draaien.
Het is belangrijk, bij het naaien met de juiste draadspanning te werken
– De spanning moet afhankelijk van de steek, soort garen en stof worden aangepast
– 90% van alle naaiwerkzaamheden kan met een spanning tussen «3» en «5» worden uitgevoerd
(«4» is de basisinstelling)
– Bij alle decoratieve naaiwerkzaamheden wordt het steekbeeld fraaier en de stof rimpelt minder, als de
bovendraad iets naar de linkerzijde van de stof wordt getrokken
Voorkant van de stof
1. Normale draadspanning voor rechte steken.
2. Te losse draadspanning voor rechte steken. Draaiknop voor de draadspanning op een hogere
waarde zetten
3. Te strakke draadspanning voor rechte steken. Draaiknop voor de draadspanning op een lagere
waarde zetten.
4. Normale draadspanning voor zigzag- en decoratieve steken.