04-3
Wielen, banden, remmen
4.5 Velgen
Gebruik alleen de originele velgen. Als u andere velgen wilt
gebruiken, moet u de volgende punten in acht nemen.
Voor het gebruik van andere velgen geldt:
- formaat,
- uitvoering,
- inpersdiepte en
- draagvermogen moeten voldoende zijn voor het max. toe-
laatbaar gewicht.
- De conus van de bevestigingsschroef moet overeenkomen
met de uitvoering van de velg
Veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met toestem-
ming van de fabrikant.
Aluminium velgen moeten voor elk voertuigtype apart worden
gecontroleerd. De bouten van de aluminium velgen mogen
niet worden gebruikt voor stalen velgen. De vooraf in de
fabriek ingebouwde LM-velgen kunnen m.b.v. de originele
wielbouten worden gemonteerd.
4.6 Sneeuwkettingen
Gebruik sneeuwkettingen uitsluitend op de vooras.
Rijd niet sneller dan 50 km/h.
Maak op sneeuwvrije straten geen gebruik van sneeuwket-
tingen.
Wieldoppen moeten vóór de montage van sneeuwkettin-
gen worden verwijderd.
Modellen voor voorwielaandrijving
Om sneeuwkettingen te kunnen gebruiken moeten op de voo-
ras banden van de maat 195/75 R 16 C (M+S) op stalen velgen
5,5 J x 16 H2, ET 50 worden gemonteerd. Op de achteras
mag de bandenmaat 215/75 R 16 C blijven zitten. Dit gebruik
van verschillende banden is via de basisvergunning van Ford
toegestaan; hiervoor geldt dus geen registratieplicht.
Banden met de maat 195/75 R 16 C (M+S) moeten worden
gevuld tot de maximaal toelaatbare bandenspanning van
4,8 bar. Het gebruik van sneeuwkettingen is alleen in combina-
tie met stalen velgen en uitsluitend op de vooras toegestaan.