Voor de ventilatie geldt:
• Zet de verwarming op hoogste stand tijdens de opwarm-
fase van het voertuig, en open plafondkasten, gordijnen en
rolgordijnen. Hierdoor wordt een optimale luchttoevoer en
ontluchting bereikt.
• Zet 's morgens alle kussens omhoog, ventileer de bergru-
imten en maak vochtige plekken droog.
• Ventileer meermaals dagelijks kort en grondig.
• Bij buitentemperaturen onder 8°C moeten er winterafdek-
platen op de koelkastventilatierooster worden gemon-
teerd.
Als er toch condenswater is ontstaan, veeg dit dan
gewoon weg.
Verwijder vóór het instappen sneeuw van schoenen en kle-
ding, ter voorkoming van verhoging van de luchtvochtigheid.
Voor het verwarmen geldt:
• Zowel de aanzuig- alsook de uitlaatgasopeningen van de
verwarmingsinstallatie moeten sneeuw- en ijsvrij zijn.
• Het opwarmingsproces van de camper heeft een lange
aanlooptijd; dit geldt vooral voor de warmwaterverwar-
ming.
• Laat ook bij afwezigheid en 's nachts de binnenruimte niet
geheel afkoelen en laat de verwarming op een laag vermo-
gen branden.
Verwarm het voertuig beslist ook 's nachts bij bevriezings-
gevaar en bij overnachting in de camper!
Let bij gebruik tijdens de winter op de gasvoorziening, er wordt
dan tot wel driemaal zoveel gas verbruikt als gewoonlijk..
Voor de reservoirs geldt:
• Als de binnenruimte voldoende wordt verwarmd bestaat er
geen gevaar voor het bevriezen van de drinkwatertank, de
waterleidingen en de elektrische geiser c.q. gasboiler. Vul
alle watervoorraden pas nadat de binnenruimte volledig is
opgewarmd.
• Omdat het afvalwater buiten het voertuig wordt opgevan-
gen, moet er antivriesmiddel of keukenzout aan worden
toegevoegd. De uitloop van de afvoerbuis moet wordt
vrijgehouden.
• Het toilet kan ook bij koud weer normaal worden gebruikt,
zolang de binnenruimte van de camper wordt verwarmd.
Als er bevriezingsgevaar bestaat, moeten zowel toilettank
als spoelwatertank worden geleegd.
Onderhoud en verzorging 11-10