3. Bedrijfsmodus
Automatisch
De automatische modus is de normale modus van de regelaar. Een goede regelaarfuncite waarbij rekening is gehouden met de
huidige temperaturen en de ingestelde parameters is uitsluitend in de automatische modus aanwezig! Na een span-
ningsonderbreking keert de regelaar automatisch terug naar de laatst geselecteerde bedrijfsmodus.
Handmatig
In de "Handmatige" modus kunnen de individuele relaisuitgangen en de aangesloten verbruikers worden gecontroleerd op juiste
werking en correcte toewijzing.
De bedrijfsmodus "Handmatig" mag uitsluitend worden gebruikt door specialisten voor korte functietesten, bij-
voorbeeld tijdens de inbedrijfstelling! Werking in handmatige modus: de relais en dus de aangesloten gebruikers wor-
den in- en uitgeschakeld door een toets in te drukken, onafhankelijk van de actuele temperaturen en ingestelde
parameters. Tegelijkertijd worden de actuele meetwaarden van de temperatuursensors ook weergegeven op het
scherm om de werking te kunnen controleren.
Uit
Als de bedrijfsmodus "Off" is ingeschakeld, zijn alle regelfuncties uitgeschakeld. De gemeten temperaturen worden
weergegeven voor het overzicht.
4. Instellingen
Tmin S1
Temperatuur op sensor 1 inschakelen/starten:
Als deze waarde wordt overschreden op sensor 1 (collectorsensor) en niet aan de andere omstandigheden is voldaan, schakelt
de regelaar de bijbehorende pomp of de klep in. Als de temperatuur op sensor 1 5 °C onder deze waarde daalt, wordt de pomp
of klep weer uitgeschakeld.
Voorrangsbuffertank X
Voorrang van buffertanks in een systeemmet meerdere buffertanks. Dit bepaalt de volgorde waarin de buffertanks worden gela-
den. Als dezelfde voorrang is ingesteld voor 2 buffertanks, schakelt het laden pas over als laden van de actieve buffertank niet
meer mogelijk is.
Voorbeeld: als er meerdere buffertanks of buffergebieden zijn geïntegreerd in uw systeem, kunt u voorrang definiëren voor elke
sensor van de buffertank of het buffergebied. De "X" in het menu-item voorrang S(X) geeft de sensor van de betreffende buf-
fertank of buffergebied aan.
De voorrang voor de eerste buffertank moet dus worden ingesteld onder voorrang S2 en voor de tweede opslag onder voorrang
S3.
De bedrijfsmodi voor het verwarmingscircuit definiëren. Na een span-
ningsonderbreking keert de regelaar automatisch terug naar de laatst gese-
lecteerde bedrijfsmodus.
Alleen in de automatische modus gebruikt de regelaar de inge-
stelde bedrijfstijden en de bijbehorende ingestelde doel-
stroomtemperaturen!
De regelaar vervangt in geen geval de beveiligingsinrichting op
locatie!
15