Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
Water en hydraulisch systeem
Het inbedrijfstellen van het toe-
stel mag enkel worden uitgevoerd
door hiervoor gecer fi ceerd per-
soneel. Bij inbedrijfnemen van het
toestel
door
nietgecer fi ceerde
personen vervalt de garan e. Een
inbedrijfstellingsrapport dient te
worden ingevuld (zie einde van dit
hoofdstuk voor voorbeeld van inbe-
drijfstellingsrapport).
Dit hoofdstuk gee de inbedrijfstel-
ling van een standaard toestel weer.
Indien het toestel is uitgerust met
een uitgebreidere regeling (op o-
neel), dient de bij de regelaar gele-
verde documen-ta e geraadpleegd
te worden voor het inbedrijfnemen
van de regeling.
Waterkwaliteit
De pH-waarde van het systeemwa-
ter
moet zich tussen 7,0 en 9,5 bevin-
den. Het chloridegehalte mag niet
hoger zijn dan 50 mg/l. Binnendrin-
gen van zuurstof door diff usie dient
te allen
jde worden voorkomen.
Schade aan de warmtwisselaar door
zuurstofdiff usie valt niet onder ga-
ran e.
Bij installa es met grotere watervo-
lumes moeten de maximale vul- en
extra volumes in overeenstemming
met de in de VDI-richtlijn 2035 ver-
melde hardheidswaarden worden
gerespecteerd.
De tabel hiernaast gee een indica-
e van de rela e tussen waterkwali-
teit en het maximale (bij)vulvolume
gedurende de levensduur van het
toestel.
Waterdruk
Open de afsluiters naar het systeem.
Controleer de waterdruk in het sys-
teem. Indien de waterdruk te laag is
(zie tabel), moet water worden bij-
gevuld tot minimaal de in de tabel
vermelde waterdruk. Voor het bij-
vullen kan gebruik worden gamaakt
van de vul- en a apkraan (2) op de
retouraan-slui ng (1) van het toe-
stel.
Nominaal vermo-
gen
[kW]
50 - 200
200 - 600
Concentra e
Ca(HCO
)
115
3
2
150
mol/
°dH
°f
m³
≤0.5
≤2.8
≤5
-
1.0
5.6
10
-
1.5
8.4
15
3
2.0
11.2
20
3
2.5
14.0
25
1.9
≥3.0
≥16.8
≥30
1.6
1
2
Max. concentra e
Ca(HCO
)
3
2
[mol/m³]
2.0
1.5
Vermogen van installa e Q (kW)
200
250
300
Max. (bij)vulwater volume Vmax [m³]
-
-
-
-
-
-
4
5
6
4
5
6
2.5
3.1
3.8
2.1
2.6
3.1
minimale bedrijfsko-
sten druk
[bar]
> 1.0
Hydraulisch systeem
Controleer of de ketel hydraulisch zo
op het systeem is aangesloten, dat
de waterafvoer te allen jde bij de
branderfunc e is beveiligd.
De waterafvoer wordt door een dT-
me ng tussen voorloop en retour
gecontroleerd. Een te lage afvoer
hee eerst een vermogensreduc e
tot gevolg en uiteindelijk een ketel-
storing.
Max. totale
hardheid
[°dH]
[°f]
11.2
20
8.4
15
350
500
570
400
-
-
-
-
-
-
8
10
12
6.3
7.8
9.4
5.0
6.3
7.5
4.2
5.2
6.3
temperatuur
stromen
[°C]
90
NL
25
Advertenties
Inhoudsopgave
